Als een overledene wordt gecremeerd blijven de implantaten, zoals een kunstheup, liggen. En die kan je net zo goed recyclen. Het bedrijf OrthoMetals uit Zwolle maakte er een Nederlands exportsucces van.
Voordat Ruud Verberne en zijn compagnon Jan Gabriëls in 1997 begonnen met het bedrijf, werden implantaten – vaak gemaakt van dure legeringen – begraven. Een enkele keer werden ze doorgegeven aan de schroothandelaar. “Maar deze wist ook niet wat die er mee aan moest” aldus Ruud Verberne.
Tegenwoordig is OrthoMetals wereldwijd marktleider in het recylen van kunstheupen, knieën en andere implantaten. Het bedrijf opereert in vijftien Europese landen, de VS, Canada, Australië en Nieuw-Zeeland en werkt samen met meer dan 450 crematoria. Een aanzienlijk deel van de implantaten die zijn overgebleven na crematies wereldwijd worden zo verwerkt in een fabriekshal in Zwolle.
Goede doelen
Centraal voor het concept staan goede doelen. Ongeveer driekwart van de opbrengst van de hergebruikte metalen gaat naar een goed doel dat de crematoria zelf mogen kiezen. Het overige deel gaat naar het Zwolse bedrijf zelf, dat jaarlijks ongeveer vier miljoen euro omzet. “Maar we zijn niet zo winstgericht, maar eerder kostendekkend bezig,” licht Verberne toe. “De drijfveer is om iets zinnigs te doen met afval.”
Sinds 2005 zet Verberne zich full-time in voor het bedrijf. Tot die tijd werkte hij in de logistiek en was het bedrijf een part-time bezigheid. Zijn compagnon Gabriëls doet het werk nog part-time en is daarnaast orthopedisch chirurg.
OrthoMetals is een echt familiebedrijf met zes personeelsleden - bestaande uit Ruud Verberne met zoon en dochter en Gabriëls met twee zoons. Een specifieke taakverdeling is er niet. Iedereen moet alles kunnen doen. Staan ze niet aan de sorteerband, dan doen ze een beursbezoek of zijn ze op reis met de eigen vrachtwagens.
Zelf ophalen
OrthoMetals verzamelt zelf met de vrachtwagen alle implantaten. Met een reden. Verberne: “Als er een dienst is - wat heel vaak voorkomt uiteraard - en we kunnen met de vrachtwagen niet het terrein op. We zouden de gang van de mensen die het crematorium bezoeken stagneren, dan wachten we. Dat is de reden waarom we het zelf moeten doen, zodat we op een hele correcte wijze omgaan met de omstandigheden van het crematorium.” In veel gevallen worden implantaten zo door eigen personeel verzameld, om vervolgens het vervoer naar Zwolle over te laten aan een transportbedrijf.
Daar komt de logistieke achtergrond van Verberne goed van pas. Crematoria in één land worden meestal in één jaarlijkse reis afgehandeld. Hierbij worden volle containers - van het formaat van de bekende papiercontainers - omgewisseld voor genoeg lege containers voor een jaar.
Het vereist een flinke logistieke planning om het “economisch verantwoord” te houden, maar is dé manier gebleken om te werken aan vertrouwen en nieuwe klanten te werven. Verberne: “Zo gaat het echt als een lopend vuurtje. We zijn eigenlijk ons eigen reclamemateriaal door rond te rijden en dat op een nette manier te doen. Zo enthousiasmeren we de crematoria waarvoor we werken, die het doorgeven aan collega’s die dat nog niet doen. En dat werkt, absoluut.”
Zo worden crematoria die nog twijfelen over de streep gehaald. “Het komt nog steeds voor dat implantaten worden begraven,” licht Verberne toe. “In Engeland zijn er bijvoorbeeld 250 crematoria, waarvan er 100 niet met ons mee doen en de implantaten begraven op het crematoriumterrein.”
In Duitsland stoppen sommige crematoria de implantaten in de urn die aan de familie wordt meegegeven. Door duidelijk te communiceren en wereldwijd veel beurzen te bezoeken, hoopt Verberne ook deze groep te overtuigen. “Een implantaat helpt om het leven van een mens makkelijker te maken, dus om daar nou zo veel emotionele waarde aan te hechten. Het is een hulpmiddel waar wat zinnigs mee wordt gedaan. En dan is het natuurlijk prachtig dat er dan ook nog geld terugvloeit om aan goede doelen te besteden die niet wij, maar de crematoria bepalen.”
Eerbied
Ethiek loopt ook als een rode draad door de rest van het bedrijfsproces. “Wat we zouden kunnen doen is dat wij het metaal inzamelen, dat afrekenen met het crematorium en het hier speculatief laten liggen,” begint Verberne. Zo zouden de implantaten van schrootboer naar schrootboer kunnen gaan, die telkens iets meer betalen voor het metaal. “Dat willen we niet. Dus wij garanderen dat het in ieder geval naar smelterijen toe gaat, ook al is de opbrengst dan misschien niet zo hoog,” aldus Verberne.
Voor metalen wordt niet meer betaald dan de prijs die op het moment van ophalen wordt berekend. Implantaten zijn op te delen in drie categorieën, gesorteerd naar waarde: roestvrij staal, titaan en kobalt-chroom. Maar als extra service worden ook andere materialen die na een crematie blijven liggen verwerkt, zoals spijkers en handvaten die zijn overgebleven van de kist. “En dat is natuurlijk ballast, want oud ijzer heeft een waarde van een paar dubbeltjes per kilo. Maar we ruimen het wel op.”
De metalen worden deels met machines en deels met de hand gesorteerd. Zelfs de laatste brokjes restmetaal worden gesorteerd. Verberne wijst enigszins teleurgesteld naar een bak plastic handvaten uit Duitse crematoria. “Hier kunnen we niets mee.”
Toekomst
OrthoMetals reikt nu tot een groot deel van de westerse wereld, maar Verberne sluit niet uit dat het bedrijf ook over deze cultuurgrens heen gaat stappen. Zo heeft Japan een crematiecijfer van 99 procent.
Maar er wordt ritueel anders omgegaan met overblijfselen na de crematie dan in westerse landen. Hierdoor is het moeilijk om deze markt te betreden. En in China is het niveau van de gezondheidszorg nog laag naar westerse maatstaven, waardoor er minder recyclebare implantaten overblijven na een crematie.
Ook in sommige Oost-Europese landen en Rusland is het moeilijk zaken doen. Volgens Verberne zijn het allemaal overbrugbare problemen: "Omdat ik denk dat ons concept gewoon goed is en eigenlijk overal past."