Onder oliehandelaren is de nervositeit weer eens groot. Een gerucht dat er een
pijpleiding in Saudi-Arabië was geëxplodeerd, zorgde donderdag prompt voor
nieuwe recordstanden.

Noordzee-olie tikte het niveau van 128,40 dollar per vat van 159 liter aan en
Amerikaanse olie schoot naar 110 dollar per vat. Dat is nog niet zo hoog als
de piekstanden van 2008, toen bijvoorbeeld Noordzee-olie even naar 144
dollar per vat schoot. Maar voor bijvoorbeeld eurolanden doet de olieschok
al flink pijn, omdat de prijs van ruwe olie in euro’s dit jaar al wel het
piekniveau van 2008 voorbij is geschoten.

Saudische autoriteiten ontkenden donderdag het gerucht over de
pijpleidingexplosie prompt, maar toch bleef de handel onrustig.

Straat van Hormuz

Belangrijkste oorzaak is de vrees voor een aanbodschok, mocht de westerse
boycot van Iran in verband met de nucleaire ambities van dat land, uit de
hand lopen.

De mondiale oliehandel is sterk afhankelijk van enkele grote knooppunten, waar
tankers moeten passeren, zoals het Suez-kanaal en de Straat van Malacca.

Veruit het belangrijkse knooppunt is echter de Straat van Hormuz, die tussen
Iran en Oman ligt. Langs de Straat van Hormuz passeerde
afgelopen jaar
zo'n 35 procent van het mondiale volume van de per schip
vervoerde olie, en 20 procent van de totale wereldhandel in olie verliep via
deze flessenhals.

Iraanse olie

Duidelijk is dat als Iran de Straat van Hormuz blokkeert, er een forse
aanbodschok volgt op de wereldmarkt. Vraag daarbij is altijd wel hoelang het
land zoiets kan volhouden. De regering in Iran is zelf immers zeer
afhankelijk van olie-inkomsten.

Iran is de vijfde
olieproducent ter wereld
met een dagelijkse productie van zo'n 3,6
miljoen vaten ruwe olie per dag. Het Amerikaanse energie-agentschap IEA
schat dat de helft van de Iraanse overheidsinkomsten uit olie komt en
tachtig procent van de export. Bij een langdurige blokkade snijdt Iran
zichzelf dus ook in de vingers.

Energievraag kabbelt

Los van de politieke problemen in het Midden-Oosten is er niet direct een
aanleiding voor de hoge olieprijzen. In Europa kwakkelt de economie, terwijl
de Verenigde Staten het iets beter lijkt te doen, maar er nog niet sprake is
van een sterk stijgende vraag naar energie.

"Dit heeft niets te maken met vraag en aanbod - dit is een geopolitieke
kwestie", stelde de baas van de Oeso, Angel Gurria, deze week tegenover
tv-zender CNN in een
reactie op vragen over de hoge olieprijzen.

De sterkste groei van de vraag naar olieproducten komt al enkele jaren uit
China, dat dagelijks 9,4 miljoen vaten ruwe olie consumeert. De Chinese
olievraag neemt gemiddeld met circa vijf procent per jaar toe, maar voor dit
jaar wordt geen versnelling van het Chinese groeitempo verwacht.

Economen maken zich wel zorgen, want een politiek gedreven aanbodschok van
ruwe olie zou de fragiele economische balans in de wereld flink kunnen
verstoren.

Lees ook:

Rob Putter: Iraans oliewolkje bij mooi beursweer

Dreigende schok: olie uit Iran

Dure benzine: pompprijs zes cent onder advies

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl