De schuldeisers, bestaande uit onder meer een groep pensioenfondsen uit de
Amerikaanse staat Indiana, vinden dat de verkoop niet rechtsgeldig is. De
rechter heeft maandag 8 juni bepaald dat de verkoop is opgeschort, zodat het
hooggerechtshof goed kan kijken naar de bezwaren van de schuldeisers.

Uitspraak tegenvaller
De uitspraak is een grote tegenvaller voor Chrysler en de Amerikaanse
overheid. Een dergelijke interventie kan betekenen dat de toekomst van
Chrysler op losse schroeven komt te staan, zo zeiden ze kort voordat de
rechter tot een vonnis was gekomen. De uitspraak zou ook gevolgen kunnen
hebben voor de doorstart van General Motors, dat net als Chrysler vele
miljarden dollars aan staatssteun kreeg.

De groep die bezwaar heeft aangetekend vindt dat schuldeisers zonder
onderpand, zoals vakbonden, door de verkoop bevoordeeld worden ten opzichte
van schuldeisers met onderpand. De deelnemers in de groep hebben gezamenlijk
42 miljoen dollar (30 miljoen euro) aan leningen uitstaan aan Chrysler. In
totaal heeft het bedrijf 6,9 miljard dollar (5 miljard euro) aan schulden
met onderpand.

Eerder al goedkeuring
Eerder keurde een faillissementsrechtbank in New York de verkoop goed. Het
federale hooggerechtshof is het hoogste gerechtshof in de Verenigde Staten.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl