- Prijzen van olie en koper stijgen nauwelijks, ondanks de heropening van de Chinese economie die zou moeten leiden tot een stijging van de vraag naar grondstoffen.
- De vlakke prijsontwikkeling is volgens verschillende economen een teken dat er een wereldwijde recessie op komst is.
- Maar het zou ook kunnen dat liquiditeitsproblemen als gevolg van de stijgende rentes een drukkend effect hebben op de grondstofprijzen.
- Lees ook: Topbelegger Jeremy Grantham voorziet nog steeds beurscrash dit jaar: laatste fase van de zeepbel
De prijzen van olie en koper komen nauwelijks in beweging, zelfs nu de Chinese economie aan het herstellen is van de coronacrisis. De verwachting was dat dit zou leidden tot een stijging van de vraag naar grondstoffen. Dat grondstofprijzen niet opveren, is volgens economen een teken dat er een wereldwijde recessie op komst is.
Sinds half januari zijn de prijzen van olie en koper respectievelijk met 6 procent en 5 procent gedaald, terwijl China als ’s werelds grootste afnemer van olie en koper juist tal van beperkingen voor de economische activiteit heeft weggenomen.
“Er zijn op basis van de grondstofprijzen geen tekenen dat het schrappen van de strenge coronamaatregelen in China de wereldeconomie een oppepper geeft”, stelt hoofdeconoom Robin Brooks van het Institute of International Finance in een tweet. “De olieprijzen zijn helemaal niet gestegen en de koperprijzen dalen na de aanvankelijke opwinding over de heropening van China. Er komt een wereldwijde recessie aan.”
De daling van olie- en koperprijzen op het moment dat de Chinese economie ruimte krijgt om te groeien, wijst op vrees onder beleggers voor economische risico's, zegt marktanalist Craig Erlam van OANDA.
"Lagere grondstofprijzen tijdens het sterke herstel van China suggereren dat markten elders langzamer groeien", zegt Erlam tegen Insider.
Niet iedereen is het eens met deze analyse. De lage grondstofprijzen kunnen ook het gevolg zijn van een gebrek aan liquiditeit op financiële markten als gevolg van aanhoudende rentestijgingen, zegt hoofdeconoom Marc Ostwald van ADM Investor Services.
In een markt met te weinig contante middelen om aan- en verkopen te doen, kunnen handelaren geen overeenstemming bereiken over prijzen. Daarmee neemt de onzekerheid over de vraag en toekomstig aanbod toe. Hogere rentes kunnen de financiering van transacties duurder maken en zorgen voor minder handelsactiviteit.
Ostwald wijst op de grote schommelingen van olieprijzen afgelopen vrijdag om zijn punt te onderstrepen. "Als er genoeg liquiditeit was op de markten zouden we de olieprijzen niet zo op en neer zien gaan als vrijdag. Datzelfde geldt voor koper en obligaties", zegt hij.
"Als je met oliehandelaren spreekt, zullen ze je waarschijnlijk vertellen dat er weinig is veranderd in de afgelopen week. Dus dit is een kwestie van liquiditeit", zegt Oswald. "Met andere woorden: het is een financieel probleem en geen probleem van vraag en aanbod."