Econoom Nouriel Roubini staat bekend als de man die de kredietcrisis van 2008 in de voorafgaande jaren juist voorspelde. Sindsdien geniet hij een reputatie als economische goeroe die aardig zicht heeft op macro-economische trends.
Volgens Roubini is er een serieuze kans dat de wereldeconomie in 2020 een recessie voor de kiezen krijgt.
Dit keer gaat het vooral om aanbodfactoren die voor negatieve schokken zorgen. Dat is volgens Roubini een belangrijk verschil met de financiële crisis van 2008. Toen werd de economische malaise veroorzaakt door overmatige schulden die zorgden voor een uitval van de vraag naar goederen en diensten van consumenten.
Een typisch voorbeeld van een aanbodschok is een hogere olieprijs als gevolg van aanbodschaarste. Een hogere olieprijs maakt tal van afgeleide producten zoals diesel, benzine, kerosine en plastics duurder voor bedrijven en consumenten en zorgt op die manier voor hogere kosten en koopkrachtverlies bij afnemers van olieproducten.
Recessie door aanbodschokken: oppassen in 2020
Roubini ziet een nieuwe oliecrisis als gevolg van een scherpere confrontatie tussen de VS en het olie- en gasrijke Iran als een serieus risico dat een aanbodschok kan veroorzaken. Daarnaast noemt hij nog twee andere boosdoeners.
Zo ziet Roubini de escalerende handelsoorlog tussen de VS en China, met wederzijds hogere invoertarieven, als een factor die wereldwijd negatieve gevolgen heeft, omdat tal van producten duurder worden.
Gerelateerd aan de handelsoorlog is de 'techoorlog' tussen de VS en China. Die zorgt er bijvoorbeeld voor dat het niet meer vanzelfsprekend is dat westerse landen kiezen voor de 5G-technologie van het Chinese bedrijf Huawei, zelfs als die technologie het goedkoopst en meest geavanceerd is.
Uit politieke overwegingen kan het zo zijn dat verschillende politieke blokken voor eigen technologische oplossingen kiezen, ook al vallen die duurder uit.
Roubini wijst erop dat een economische crisis die voortvloeit uit aanbodschokken lastig aan te pakken is door centrale banken. Dit komt mede door het risico van 'stagflatie': prijzen van producten stijgen omdat de productiekosten structureel omhooggaan. Hogere prijzen zorgen voor vraaguitval, maar die is lastig te bestrijden door bijvoorbeeld toch al lage rentes nog verder te verlagen.