De Rabobank is niet beursgenoteerd. Je kunt geen aandelen kopen in deze coöperatieve bank. Maar de zogenoemde Rabobank Certificaten hebben wel een beursnotering.
Deze certificaten tellen mee als ‘eigen vermogen’ van Rabobank en zijn dus risicodragend kapitaal. Ze lijken wat dat betreft op aandelen.
Als Rabobank failliet gaat, komen eerst spaarders en schuldeisers die leningen hebben verstrekt aan de beurt. Pas daarna kunnen certificaathouders eventueel iets claimen, Bij aandelen gaat dat eigenlijk net zo.
De Rabo Certificaten kennen een behoorlijke contante uitkering per kwartaal, een dividend. Die maakt ze populair bij beleggers. Naast die winstuitkering bepaalt de koersontwikkeling het totale rendement dat beleggers maken op de certificaten.
Maar de koers van de Rabobank Certificaten is de afgelopen maanden flink onderuit gegaan. Sinds eind januari van dit jaar is de koers van de Rabobank Certificaten ruim 15 procent gedaald.
De kwartaalvergoeding is minimaal een vast bedrag van 0,40625 euro per drie maanden; op jaarbasis is dat 1,625 euro per certificaat. Zie hier de details van de werking van Rabo Certificaten.
Donderdag krabbelt de koers iets op van een dieptepunt van 107 procent naar 110 procent. Deze notering vraag om enige uitleg.
De nominale waarde van een certificaat is 25 euro. Dus in de notering staat 100 procent gelijk aan 25 euro. Bij een koers van 110 procent kost een certificaat vanochtend dus 110 procent keer 25 euro, dus 27,50 euro.
Bij de koers van donderdagochtend maken beleggers dus 5,9 procent rendement op de dividenduitkering per jaar: 1,625 euro per certificaat gedeeld door 27,50 euro.
De vergoeding kan wijzigen: 41 cent per kwartaal is de huidige minimumvergoeding. Er geldt een alternatieve vergoeding die gebaseerd is op het rendement van de tienjarige Nederlandse staatslening plus 1,5 procent.
Deze vergoeding geldt alleen als die in totaal hoger is dan de basisuitkering van 41 cent per kwartaal. Maar omdat de rente op staatsleningen momenteel extreem laag is, gaat dit niet op.
Rendement Rabo Certificaten versus bankaandelen
Bij de huidige koers van het Rabo Certificaat van ongeveer 110 procent vertegenwoordigt de vergoeding van 1,625 euro op jaarbasis neer op een rendement van 5,9 procent.
Hiermee is het rendement op de vergoeding die Rabobank biedt, iets lager dan het dividendrendement van ING (6,3 procent) en ook lager dan dat van ABN Amro (6,4 procent).
Waarom zou je het rendement van de kwartaaluitkeringen van Rabobank Certificaten vergelijken met bankaandelen? Zoals hierboven aangegeven lijken de certificaten op aandelen, als je kijkt naar de zekerheid van terugbetaling bij een faillissement. Bovendien worden de certificaten in principe niet afgelost: je koopt ze op de beurs en als je ervan af wilt, moet je ze ook weer verkopen op de beurs. Dat geldt ook voor aandelen.
Koersbeweging Rabo, ING en ABN Amro
Belangrijk voor de vergelijking is wel dat aandelenkoersen van ING en ABN Amro sterker bewegen dan de koers van het Rabobank Certificaat.
Dit jaar noteerden ABN Amro en ING de hoogste koersen in januari. ABN Amro tikte de 28,48 euro aan en ING 16,69 euro. Donderdagochtend noteren ze respectievelijk rond de 22,50 euro en 10,70 euro.
Het aandeel ABN Amro is dus bijna 21 procent gedaald en ING bijna 36 procent sinds de top in januari. De Rabo Certificaten zijn sinds die tijd 'maar' 15 procent in waarde gedaald.
Waarom fluctueren de certificaten en aandelen dit jaar vrij sterk in waarde? Hierbij spelen twee zaken een rol.
Aan de ene kant raakt de zorg van beleggers om bankaandelen ook het Rabo Certificaat. Beleggers vrezen dat banken mogelijk gevoelig zijn voor stijgende rentes die de winstmarge beïnvloeden. Daarbij geldt dat Rabobank, net als ING en ABN Amro, geen verplichting heeft om de kwartaalvergoeding op hetzelfde niveau te houden als het financieel slechter gaat.
Ook speelt mee dat de financiële markten momenteel onrustig zijn. Risico's lijken toe te nemen. De Brexit, de handelsoorlog tussen de VS en China, de tekorten waar de Italiaanse overheid op aanstuurt. Het kan allemaal gevolgen hebben voor financiële instellingen. Als hun winstgevendheid daalt, kan ook de winstuitkering omlaag gaan.
Dan maar sparen?
Met sparen heb je niet het risico van koersfluctuaties en ben je tot 100.000 euro gedekt tegen van verlies van je inleg via het depositogarantiestelsel.
Een domper is wel dat spaarrentes bij ABN Amro, ING en Rabobank bij direct opvraagbare spaarrekeningen niets opleveren. Depositorentes waarbij spaargeld langer vast staat komen niet boven de twee procent uit.
De waarde van je spaargeld fluctueert niet, niet door koersuitslagen, maar helaas ook niet door het bijboeken van een mooi rentebedrag.