Beleggen in Rabobank kan via zogenoemde Rabo Certificaten. Die bieden momenteel een vaste vergoeding die in de buurt ligt van het dividendrendement van ING.

Rabobank rapporteerde donderdag een 20 procent hogere winst over 2015 van 2,2 miljard euro.

Net als andere grootbanken hoeft Rabobank minder geld opzij te zetten voor wanbetalingen op verstrekte leningen. Aan de andere kant is het economische groeiherstel in Nederland nog niet zo sterk dat de kredietvraag bij ondernemers aantrekt.

Omdat Rabobank geen beursgenoteerde aandelen heeft, kunnen beleggers deze grootbank niet direct vergelijken met concurrenten ING en ABN Amro.

Certificaten Rabobank

De coöperatieve bank heeft wel zogenoemde Rabobank Certificaten die beursgenoteerd zijn. De certificaten tellen mee als ‘eigen vermogen’ van Rabobank, dus risicodragend kapitaal.

Als Rabobank failliet gaat, komen eerst spaarders en schuldeisers die leningen hebben verstrekt aan de beurt. Pas daarna kunnen certificaathouders eventueel iets claimen.

Certificaten van Rabobank lijken dus op aandelen, als je kijkt naar de zekerheid van terugbetaling bij een faillissement. Bovendien worden ze in principe niet afgelost: je koopt ze op de beurs en als je ervan af wilt, moet je ze ook weer verkopen op de beurs.

Vergoeding beleggers

In de praktijk hebben de certificaten echter ook een obligatie-achtig karakter. Rabobank keert namelijk elk kwartaal een vergoeding uit en die is relatief hoog.

De vergoeding is minimaal een vast bedrag van 0,40625 euro per drie maanden; op jaarbasis is dat 1,625 euro per certificaat. Zie hier voor de details van de werking van Rabo Certificaten.

Er is ook een alternatieve vergoeding die gebaseerd is op het rendement van de tienjarige Nederlandse staatslening.

Het afgelopen jaar was het rendement op de tienjarige staatslening steeds zo laag dat Rabobank het vaste bedrag van ruim 40 eurocent per drie maanden uitkeerde.

Bij de huidige koers van het Rabo Certificaat komt de vergoeding van 1,625 euro op jaarbasis neer op een rendement van 5,9 procent.

Hiermee is het rendement op de vergoeding die Rabobank biedt, vergelijkbaar met het dividendrendement van ING en licht hoger dan dat van ABN Amro.

Koersbeweging bankaandelen

Belangrijk voor de vergelijking is nog dat de aandelenkoersen van ING en ABN Amro veel heftiger bewegen dan de koers van het Rabobank Certificaat.

Zo is de aandelenkoers van ING dit jaar zo'n 15 procent gedaald en die van ABN Amro ruim 20 procent. Het Rabo Certificaat is daarentegen maar 2,6 procent in waarde gedaald.

Hierbij spelen twee zaken een rol. Aan de ene kant raakt de zorg van beleggers om bankaandelen ook het Rabo Certificaat. Certificaathouders hebben immers minder zekerheid dan schuldeisers van de bank als Rabobank in de problemen komt.

Rabobank heeft ook, net als ING en ABN Amro, geen verplichting om de kwartaalvergoeding uit te keren en kan als het financieel slecht gaat de kwartaaluitkering eenzijdig schrappen. Net als bij het dividend dat aandeelhouders krijgen bij ING en ABN Amro.

Rente staatslening

Het andere punt draait om de koppeling met het rendement van een risicoloze Nederlandse staatslening. Hoe lager de rente die de Nederlandse staat betaalt, des te aantrekkelijker de vaste vergoeding van het Rabo Certificaat.

De daling van marktrentes van staatsleningen in de afgelopen weken, was dus gunstig voor de waarde van het Rabo Certificaat.

Dit obligatie-achtige element zorgt ervoor dat de koers van Rabo Certificaten anders en minder heftig beweegt dan de aandelenkoersen van ING en ABN Amro.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl