Dat bleek donderdag 4 maart bij de presentatie van de jaarcijfers van Rabobank
over 2009.
Bestuursvoorzitter Piet Moerland gaf aan dat Rabobank deze week een brief
heeft gestuurd aan de minister van Financiën en aan De Nederlandsche Bank
waarin de coöperatieve bank de "noodklok" luidt over het
depositogarantiestelsel.
Spaarders worden tot één ton beschermd als een bank omvalt. De kosten komen
voor rekening van de overige banken die deelnemen aan het garantiestelsel.
Als marktleider op de Nederlandse spaarmarkt, met een aandeel van circa 40
procent, draagt Rabobank daarbij de grootste lasten. "Wij hebben er
belang bij om dit onderwerp op de agenda te plaatsen", erkende
Moerland.
De topman van Rabobank vindt niettemin dat het probleem moet worden aangepakt
dat risico’s die de ene bank neemt uiteindelijk voor rekening komen van
andere banken.
Gevaar kleinere banken
Moerland ziet nog altijd gevaren bij bepaalde kleinere banken in Nederland. "Dan
gaat het om partijen die in een heel specifieke niche actief zijn en toch
spaargeld ophalen, of banken die in euro's lenen en geld in lokale valuta
uitzetten in bijvoorbeeld Oekraïne en Kazachstan." Moerland wilde
geen namen van concurrenten noemen.
Voormalig minister van Financiën Wouter Bos stelde in 2009 voor een vangnet
voor spaarders op te richten, waarbij banken vooraf premies storten.
Moerland is het hiermee eens, maar eist dat banken die relatief risicovol
zijn fors meer premie betalen als ze onder de spaargarantie willen vallen.
Rabobank wil echter verder gaan en pleit voor een extra selectie aan de poort.
In het huidige systeem mogen banken die een licentie krijgen van De
Nederlandsche Bank automatisch deelnemen aan het depositogarantiestelsel.
Moerland: "Rabobank zou het toejuichen als er extra eisen gesteld
kunnen worden voor deelname van een bank aan het garantiestelsel."
Lees ook:
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl