Een joint venture van een vastgoedfonds uit Qatar en de Zwitserse bank Credit Suisse, één van de grootste vermogensbeheerders van de wereld, heeft 23 miljoen euro winst gemaakt met het opknappen en doorverkopen van vier flats in de Utrechtse wijk Kanaleneiland, melden het AD Utrechts Nieuwsblad en Follow the Money.
“Utrecht geeft Qatar 23 miljoen cadeau”, kopt het desbetreffende artikel.
“We bouwen hier voor Utrechters en wat je nu ziet is dat er groot geld tussen kan komen uit Qatar, een land dat niks met Utrecht heeft en daar een slaatje uit slaat”, zegt PvdA-lijsttrekker Rick van der Zweth tegen RTV Utrecht. “We hebben een enorm tekort aan betaalbare huur- en koopwoningen, mensen moeten vaak 14 jaar wachten als ze willen huren en dan gebeurt er dit.”
De huurwoningen werden vroeger verhuurd voor 450 euro. Nu betalen huurders het dubbele.
Voorheen waren de woningen in handen van de Utrechtse woningcorporaties Mitros en Portaal. Deze verkochten de woningen aan de joint venture (Aventicum) op voorwaarde dat ze de huizen zouden renoveren.
Aventicum verkocht de flats daarna door aan een Canadese vastgoedverhuurder. "Concreet gaat het hier om een transactie waarbij 23 miljoen aan maatschappelijk vermogen is terechtgekomen in de zakken van het Qatarees overheidsfonds en de Zwitserse Wall Street-bank Credit Suisse. Het is vermogen dat in de loop der jaren is opgebracht door sociale huurders en de overheid," schrijft FTM.
Kamervragen
De PvdA is boos en gaat raadsvragen stellen. "Het is schandelijk dat er over de rug van huurders miljoenen euro's worden verdiend", zegt PvdA-raadslid Bülent Isik tegen RTV Utrecht.
Tweede Kamerlid Linda Voortman van GroenLinks is ontstemd en gaat minister Kajsa Ollongren van Binnenlandse Zaken om opheldering vragen.
AD/UN opent met bericht dat in Utrechtse wijk Kanaleneiland 252 sociale huurwoningen gratis verkocht zijn en uiteindelijk met miljoenenwinst doorverkocht. Huidige huurders betalen nu 800-1000 euro huur voor slecht onderhouden woning. Ik stel mondelinge vragen aan minister BZK
— Linda Voortman (@lindavoortman) 20 januari 2018