Het kabinet is niet van plan om de versleuteling van informatie op internet aan banden te leggen. Deze versleuteling (encryptie) wordt vaak toegepast om te voorkomen dat criminelen belangrijke (persoons)gegevens in digitale systemen stelen.

Tegelijk gebruiken ook criminelen zelf vaak versleuteling zodat de politie en andere opsporingsdiensten moeilijker bij de informatie kunnen komen die zij digitaal opslaan of met elkaar delen.

Toch vindt het kabinet het nu ,,niet wenselijk om beperkende maatregelen te nemen ten aanzien van de ontwikkeling, de beschikbaarheid en het gebruik van encryptie binnen Nederland”, schrijft minister Ard van der Steur (Veiligheid en Justitie) maandag aan de Tweede Kamer.

Privacy gaat vóór staatsveiligheid

Hij benadrukt dat sterke versleuteling van data en communicatie belangrijk is voor de privacy van burgers, voor bedrijven en overheidsdiensten. Het recht op een persoonlijke levenssfeer en vertrouwelijke communicatie van burgers is grondwettelijk geregeld. Slechts in specifieke gevallen mag de overheid dit soort informatie onderscheppen.

Volgens Van der Steur is het nu niet mogelijk om versleutelingsmethoden aan te passen zonder dat de veiligheid van het digitale systeem in gevaar komt. Een mogelijke technische ingang leidt tot een kwetsbare plek in het systeem. En dat zou criminelen, terroristen en buitenlandse inlichtingendiensten juist in de kaart spelen, omdat zij daar dan ook gebruik van kunnen maken.

De opsporingsdiensten moeten meer gaan overleggen en samenwerken met aanbieders van digitale diensten om informatie te achterhalen.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl