Prins Bernhard zou in het diepste geheim een uniek dienblad van het Koninklijk Huis hebben verkocht. Het gaat om een object van de beroemde juwelier Fabergé, dat nu waarschijnlijk vele miljoenen euro’s waard is.
Dat zegt juwelendeskundige Erik Schoonhoven in het tijdschrift Royalty, dat donderdag verschijnt.
Toen koningin Wilhelmina in 1901 trouwde met prins Hendrik, kregen ze het dienblad cadeau van de Nederlandse gemeenschap in de Russische stad Sint-Petersburg. Jarenlang werd het bewaard in het Koninklijk Huisarchief. In 1974 dook het voorwerp onverwacht op in een catalogus van veilinghuis Christie’s.
Opbrengst in eigen zak gestoken
Schoonhoven zegt na een reconstructie dat prins Bernhard het dienblad in 1963 had verkocht aan de Londense hofjuwelier Wartski. Het erfstuk van koningin Wilhelmina zou echter eigendom van Juliana zijn geweest, omdat zij niet in gemeenschap van goederen was getrouwd met Bernhard. Volgens Schoonhoven heeft Bernhard de opbrengst van de verkoop mogelijk in eigen zak gestoken.
Volgens Royalty heeft Bernhard mogelijk ook ,,een bedenkelijke rol” gespeeld bij de verkoop van een ander prominent voorwerp van het Koninklijk Huis, in 1980.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl