"Iedereen op de beursvloer is gewoon blij dat de maand oktober bijna over is,"
zei een Amerikaanse handelaar. Oktober 2008 was een van de slechtste maanden
in de geschiedenis op Wall Street.
De toonaangevende Dow-Jonesindex sloot 1,6 procent (144 punten) hoger
op 9324,69 punten. De breed samengestelde S&P stond 1,5 procent (14,66
punten) hoger op 968,75 punten. De door technologiefondsen gedomineerde
Nasdaq sloot 1,3 procent (22,43 punten) hoger op 1720,95 punten.
Gemeten in puntenverlies zouden de Dow-Jonesindex en de S&P 500 zelfs hun
slechtste maand ooit hebben beleefd, meldt de Amerikaanse nieuwszender CNN.
Daarentegen beleefden de S&P 500 en de Dow, gemeten in winstpercentages,
de beste week in de afgelopen vijfentwintig jaar.
Een gunstig teken voor de financiële markten was het feit dat de rente
die banken elkaar rekenen voor leningen in de nacht van donderdag op vrijdag
verder daalde. De renteverlaging van het Amerikaanse stelsel van centrale
banken, de Federal Reserve, bracht eerder deze week verlichting.
De financiële sector toonde vrijdag herstel. De banken JPMorgan Chase en
Citigroup noteerden plussen van respectievelijk 8,8 en 4,1 procent.
Een bericht dat Amerikaanse consumenten in september voor het eerst in
twee jaar minder uitgaven dan in de vorige maand viel minder goed bij
beleggers.
Ook waarschuwde chipfabrikant Intel dat ook technologische bedrijven geraakt
worden door de financiële crisis. Het aandeel Intel daalde met 1,1 procent.
En er was meer slecht nieuws. In de Nasdaq daalde spelcomputerfabrikant
Electronic Arts met bijna 18 procent, nadat het een winstwaarschuwing had
gegeven wegens een teruglopende vraag.
Autofabrikant General Motors noteerde 4,8 procent lager. De voorgenomen
fusie tussen GM en branchegenoot Chrysler lijkt voorlopig van de baan omdat
de financiering niet rond zou zijn gekomen.
Olieconcern Chevron presenteerde kwartaalresultaten die de verwachtingen
overtroffen. Het aandeel steeg met een bescheiden 0,6 procent.
De olieprijs steeg met 2,8 procent tot 67,80 dollar per vat. De euro noteerde
een stand van 1,2745 dollar, tegen 1,2735 dollar bij het slot van de
Europese beurzen.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl