- Het aantal huizenkopers dat een aflossingsvrije hypotheek heeft genomen, is in het afgelopen halfjaar hard gedaald door de stijgende hypotheek rente.
- Bij aflossingsvrije hypotheken komt een stijging van de hypotheekrente harder aan dan bij annuïtaire hypotheken.
- Voor nieuwe aflossingsvrije hypotheken krijg je geen hypotheekrenteaftrek en dat nadeel is groter als de hypotheekrente hoger is.
- Lees ook: Hypotheekrente knalt verder omhoog: dit zijn de hoogste en laagste rentes voor 5 jaar, 10 jaar en 20 jaar vast
Het aantal huiseigenaren dat een aflossingsvrije hypotheek heeft genomen, is in het afgelopen halfjaar heel hard gedaald door de stijgende hypotheek rente. Dat meldt financieel intermediair De Hypotheker donderdag op basis van eigen cijfers..
Zowel in het tweede als in het derde kwartaal van dit jaar daalde de aanvragen van het aantal nieuwe aflossingsvrije hypotheken met respectievelijk 18 en 36 procent ten opzichte van hetzelfde kwartaal in 2021.
Het is duidelijk dat de harde daling in populariteit van deze hypotheekvorm te maken heeft met de sterke stijging van de hypotheekrente, omdat er in het eerste kwartaal van 2022 nog sprake was van een stijging van 14 procent.
De afnemende populariteit van aflossingsvrije hypotheken heeft een aantal oorzaken. Voor nieuwe aflossingsvrije hypotheken heb je geen recht op het fiscale voordeel van de hypotheekrenteaftrek. Bij een hogere hypotheekrente is loop je dan meer fiscaal voordeel mis dan bij een lagere hypotheekrente.
Een andere punt is dat de maandlasten bij de aflossingsvrije hypotheek alleen uit de hypotheekrente bestaan, aangezien je de hypotheek pas aan het einde van de looptijd aflost. Bij een annuïtaire hypotheek bestaat de maandlast uit een combinatie van rente en aflossing. Bij deze hypotheekvorm krijg je wel hypotheekrenteaftrek en bovendien tikt een stijging van de hypotheekrente relatief gezien minder aan dan bij een aflossingsvrije hypotheek.
Hierdoor wordt een annuïtaire hypotheek in vergelijking met een aflossingsvrije hypotheek op basis van de netto maandlasten een stuk interessanter voor huizenkopers.
Lees ook: Minder overwaarde bij dalende huizenprijs: hier moet je op letten bij de hypotheekrente
Annuïtaire hypotheek versus aflossingsvrij
Uit een berekening van De Hypotheker blijkt dat als je nu kiest voor een gedeeltelijk aflossingsvrije hypotheek, de netto maandlasten ongeveer gelijk blijven ten opzichte van een 100 procent annuïtaire hypotheek, terwijl je bij een volledige annuïtaire hypotheek zowel rente als aflossing betaalt. Dit heeft dus mede te maken met het feit dat je bij een nieuwe annuïtaire hypotheek wel geniet van de hypotheekrenteaftrek en bij de aflossingsvrije hypotheek niet.
Met de huidige hypotheekrente is het voor huizenkopers alleen gunstig te kiezen voor een aflossingsvrije hypotheek als zij gebruik kunnen maken van de overgangsregeling. Huizenkopers die vóór 2013 een aflossingsvrije hypotheek hebben afgesloten genieten wel van het voordeel van de hypotheekrenteaftrek.
"Daarnaast wordt vanaf 1 januari 2023 de grens voor de Nationale Hypotheek Garantie (NHG) naar 405.000 euro verhoogd. Doordat het niet mogelijk is met NHG een nieuwe aflossingsvrije hypotheek zonder overgangsrecht af te sluiten, verwachten we dat het aantal aanvragen voor deze hypotheekvorm in 2023 nog verder zal dalen", zegt Menno Luiten, commercieel directeur van De Hypotheker.
Slechts 8% jonge huizenkopers kiest nog voor aflossingsvrij
In het derde kwartaal van 2022 was 34 procent van de hypotheekaanvragen bij de De Hypotheker bestemd voor een (gedeeltelijk) aflossingsvrije hypotheek, terwijl dit een kwartaal eerder 44 procent was en in het eerste kwartaal van dit jaar 55 procent. Ondanks deze sterke daling is van de belangstelling voor aflossingsvrije hypotheken, gaat het volgens De Hypotheker nog steeds een relatief groot aandeel.
Dit komt doordat veel huizenbezitters die vóór 2013 een aflossingsvrije hypotheek hadden afgesloten, aanspraak kunnen maken op de overgangsregeling. Voor hen geldt dat zij een aflossingsvrije hypotheek óók kunnen meenemen bij een verhuizing.
Deze hypotheekvorm wordt nu vooral gekozen door 55-plussers (86 procent), gevolgd door huizenkopers in de leeftijd van 45 tot 55 jaar (69 procent) en in de leeftijdscategorie 35 tot 45 jaar (43 procent). Bij de jonge huizenkopers is dit nu slechts 8 procent, terwijl dit in het eerste kwartaal nog bijna een kwart bedroeg.