De verkiezingscampagne gaat over veel. De hypotheekrenteaftrek, de koopkracht,
hoeveel er bezuinigd moet worden en waar dat dan wel of niet moet gebeuren.
Maar één belangrijke economische pijler blijft buiten schot en dat is de
export, vinden de export-belangenverenigingen Fenedex en het Nederlands
Centrum Handelsbevordering (NCH).
Gerard Vaandrager is directeur van het van oosprong door de Kamers van
Koophandel opgezette NCH. Hij is niet te spreken over de inzet van politieke
partijen voor de exportsector.
"De belangstelling in de Tweede Kamer is uiterst mager. Ik heb politieke
partijen nog nooit kunnen betrappen op een visie op dit onderwerp, en dat is
zeer ten onrechte. Onze economie drijft en draait op buitenlandse handel en
dat blijft Kamerbreed totaal onderbelicht."
Reactie Fenedex
Directeur Frank Houwert van Fenedex, een belangenorganisatie die exporterende
bedrijven vertegenwoordigt, is ronduit gechoqueerd door het gebrek aan
interesse vanuit de politiek.
"Het is onbegrijpelijk dat geen enkele partij zich realiseert hoe
belangrijk de export is. Ze praten over uitgeven en bezuinigen, maar niet
over verdienen." Volgens Houwert exporteert Nederland nu voor ongeveer
400 miljard euro per jaar, maar zou dat veel meer kunnen zijn als "de
politiek zich assertiever zou opstellen. Ik durf de stelling aan dat als de
politieke partijen dat wel zouden doen, wij de export in vijf jaar tijd
zouden kunnen verdubbelen, dus van 400 naar 800 miljard euro."
Vaandrager van de NCH begrijpt wel waarom het politieke discours zo beperkt is
tot enkele binnenlandse onderwerpen. "De vraag is: 'waar scoor je
politiek mee?'. Onderwerpen als pensioenen, allochtonen en criminaliteit
genieten nu de voorkeur. Zo werkt dat. Maar de zaken waar dit land van leeft
hebben om de een of andere reden de aandacht niet."
Volgens Vaandrager heeft dat te maken met het feit dat slechts weinig leden
van de Tweede Kamer een bedrijfsachtergrond hebben. "Het zijn toch
vooral beleidsmakers. Oud-onderwijzers en ambtenaren. Ondernemers zijn
überhaupt slecht vertegenwoordigd in politieke partijen."
Hervomingen nodig
Frank Houwert van Fenedex vindt dat er voor de langere termijn structurele
hervormingen en aanpassingen nodig zijn die de Nederlandse export zouden
kunnen bevorderen.
"De politiek schreeuwt nu dat er meer geld moet komen voor onderwijs. Ik heb
liever dat men zich afvraagt: wat heeft het bedrijfsleven nodig? Neem talen.
Het zou logischer zijn als op de Nederlandse scholen ook andere talen dan
alleen Engels, Frans en Duits worden onderwezen. De wereld verandert.
Chinees is een idee. De politiek zegt 'Engels is genoeg', maar Duitsers
spreken vooral EHBO-Engels: 'Eerste Hulp Bij Ontmoetingen'. Er is meer nodig
in het onderwijs."
Vaandrager van het NCH klaagt dat politieke partijen het ook buiten
verkiezingstijd laten afweten. "Wij organiseren twee à drie keer per jaar
'Tradeport' in nieuwscentrum Nieuwspoort in Den Haag. Dat is in het Tweede
Kamergebouw zelf, en toch komt er nooit een Kamerlid opdagen. Hoewel, nee -
dat is niet waar, de Socialistische Partij stuurt wel altijd iemand."
Voor de laatste Tradeport-bijeenkomst afgelopen mei, waar NCH ondernemers en
politici bij elkaar hoopt te brengen, had het NCH aan politieke partijen om
drie punten gevraagd waarmee de economie opgepept kan worden. "Naast alleen
maar snijden moet ook de koek groter worden. Welnu, de Kamerleden kwamen
niet", zegt Vaandrager.
Tegen exportbevordering
Hoogleraar innovatieve en industriële economie Alfred Kleinknecht aan de
Technische Universiteit Delft moet er niet aan denken dat Nederland nóg meer
gaat exporteren. Dat politieke partijen weinig tot niks doen aan
exportbevordering vindt hij daarom prima.
"Het is krankzinnig als je ziet hoeveel Nederland nu exporteert. We hebben een
netto handelsoverschot van 7 à 8 procent. Dat is enorm. We exporteren nu al
Griekenland, Spanje en Portugal kapot. Ik moet er niet aan denken wat er
gebeurt als we de uitvoer nog eens gaan verdubbelen. Dat overleven die
landen niet en dan maken we de euro definitief kapot."
Volgens Kleinknecht hanteren Nederland - en ook Duitsland -
"ellebogenpolitiek" naar de Zuid-Europese landen toe. "Griekenland, Spanje
en Portugal moeten zich juist uit de problemen exporteren. Die landen
importeren nu meer dan ze uitvoeren. Wij exporteren heel veel naar die
landen. Je praat over om en nabij de 10 procent van het bruto nationaal
product wat die landen importeren. Dat betalen ze met krediet, oftewel met
geleend geld, en dat is nu juist waar die landen zulke problemen door hebben
gekregen.”
Kerncompetenties landen
De hoogleraar redeneert liever andersom: de politieke partijen zouden zich
juist moeten richten op het stimuleren van de binnenlandse consumptie, en
minder op de export. Natuurlijk moeten landen internationaal handel blijven
drijven, dat staat buiten kijf, zegt hij. Maar landen moeten zich richten op
waar ze goed in zijn. "Het is niet goed als één land zijn problemen oplost
ten koste van anderen. En het exportoverschot van de één is het importtekort
van de ander", redeneert hij.
Daarom, stelt hij, zou het beter zijn als politieke partijen voorstellen dat
"clubs als Fenedex en het exportbevorderende agentschap op het ministerie
van Economische Zaken opgeheven worden. Daar kun je maar beter mee stoppen
in het kader van de Europese solidariteit."
Lees ook:
Nederlandse
economie groeit door export
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl