- Ronald Plasterk wordt geen minister-president van het nog te vormen rechtse kabinet van PVV, NSC, VVD en BBB.
- Plasterk is verwikkeld in een zaak over het alleenrecht dat hij claimde op een medisch patent. Daar verdiende hij in korte tijd miljoenen mee.
- Business Insider maakte een overzicht van bewindslieden die in het verleden problemen kregen met integriteitskwesties.
- Lees ook: Ronald Plasterk haakt af als kandidaat-premier voor kabinet van PVV, NSC, VVD en BBB
Ronald Plasterk wordt geen minister-president van het nog te vormen kabinet van PVV, VVD, NSC en BBB, zo werd maandag bekend. De voormalige PvdA-minister hielp als verkenner en informateur mee om de vier partijen op één lijn te krijgen bij het sluiten van een coalitie-akkoord. Daarbij botste hij met NSC-leider Pieter Omtzigt.
Op de achtergrond speelt hierbij onder meer een zaak over een omstreden patent voor een therapie tegen darmkanker, dat Plasterk op zijn eigen naam zette. Daarbij is de vraag gerezen of dat terecht was. Het Amsterdam UMC maakte begin deze maand bekend onderzoek te doen naar de kwestie. Dat is nog niet afgerond.
“Er zijn de laatste tijd berichten verschenen waarin mijn integriteit in twijfel wordt getrokken en die belemmerend zouden werken voor mijn eventuele functioneren als minister-president, ook al zijn ze onjuist”, zo schreef Plasterk in een maandag via De Telegraaf openbaar gemaakte verklaring.
Plasterk was de beoogde kandidaat-premier van PVV-leider Geert Wilders, maar is dus al voor zijn aantreden gesneuveld vanwege een integriteitskwestie. Dat maakt de zaak Plasterk in veel opzichten uniek.
Wat wel zo nu en dan is voorgekomen in de parlementaire geschiedenis van Nederland, is dat bewindslieden gedurende hun ambtstermijn vanwege integriteitskwesties moesten aftreden.
Business Insider heeft een overzicht gemaakt van 9 Haagse bewindslieden die sinds de Tweede Wereldoorlog na hun aantreden tussentijds moesten aftreden op grond van morele kwesties.
1959: Sidney van den Bergh, minister van Defensie (VVD)
In 1959 trad VVD-minister Sidney van den Bergh af vanwege "een voorgenomen huwelijk met een vrouw in scheidingsprocedure". Het ging om een relatie met een in de VS wonende vrouw, die met haar man in een juridische strijd verwikkeld was over de zeggenschap over hun kinderen.
Daar ontstond veel rumoer over in de media en VVD-leider Pieter Oud vond het sowieso ongepast dat Van den Bergh zich als weduwnaar regelmatig in het gezelschap van een nog niet gescheiden vrouw bevond.
1989: Albert-Jan Evenhuis, staatssecretaris van Economische Zaken (VVD)
Staatssecretaris Albert-Jan Evenhuis van Economische Zaken (VVD) moest in 1989 aftreden vanwege een publicatie van NRC Handelsblad over een dubieuze lening. Die lening van 225.000 gulden bleek niet alleen voor een zwager van hem bedoeld te zijn, zoals hij in antwoord op Kamervragen had gezegd, maar ook voor hemzelf.
Het bedrijf dat hem de lening had verstrekt, had eerder een investeringssubsidie gekregen, waardoor de indruk van belangenverstrengeling werd gewekt.
1993: Roel in 't Veld, staatssecretaris van Onderwijs en Wetenschappen (PvdA)
De in 1993 afgetreden staatssecretaris Roel in 't Veld van Onderwijs en Wetenschappen (PvdA) kwam in opspraak vanwege nevenfuncties. Hij moest al binnen tien dagen na zijn aantreden opstappen omdat hij een betaalde bijbaan had, in uren dat hij als hoogleraar was aangesteld.
Ook had hij in de door hem vervulde nevenfunctie als hoogleraar kritiek geuit op onderzoek van minister Jo Ritzen van Onderwijs, aan wiens beleid hij uitvoering zou moeten geven.
2000: Bram Peper, minister van Binnenlandse Zaken (PvdA)
Bram Peper moest aftreden als minister van Binnenlandse Zaken vanwege declaraties die hij had gedaan tijdens zijn eerdere functie als burgemeester van Rotterdam. Hij zei op te stappen, omdat hij het openbaar bestuur niet wilde belasten en zich beter tegen de aantijgingen te kunnen verweren.
Na een lange juridische strijd werd het PvdA-kopstuk grotendeels gerehabiliteerd, omdat er flinke fouten waren gemaakt in het accountantsonderzoek naar de kwestie.
2002: Philomena Bijlhout, staatssecretaris Familie- en Emancipatiezaken (LPF)
Philomena Bijlhout (LPF) was in juli 2002 slechts enkele uren staatssecretaris. Ze trad al op de dag van haar beëdiging af, omdat er via RTL Nieuws foto's opdoken waarop te zien was dat ze nog na de Decembermoorden van 1982 in Suriname actief was in de burgermilities van het regime-Bouterse.
Eerder had ze verklaard dat ze de milities al in 1981 had verlaten en er geen foto's waren van haar in uniform.
2010: Jack de Vries, staatssecretaris van Defensie (CDA)
Voormalig CDA-spindoctor Jack de Vries moest in 2010 aftreden als staatssecretaris van Defensie, omdat hij een relatie had met een ondergeschikte. Het ging om een buitenechtelijke relatie met zijn persoonlijke adjudant.
Hij was een aantal keren met haar op werkbezoek geweest en ook op bedevaart naar Lourdes. Nadat hij door zijn vrouw het huis uit gezet was, moest hij enkele weken overnachten op de Alexanderkazerne in Den Haag, omdat zijn woonplek vanwege zijn functie als staatssecretaris van Defensie aan hoge eisen moest voldoen.
2012: Co Verdaas, staatssecretaris van Economische Zaken (PvdA)
PvdA-staatssecretaris Co Verdaas had als gedeputeerde van de provincie Gelderland fouten gemaakt bij het declareren van zijn reiskosten. Hij had zich in ruim drie jaar tijd honderden keren door een chauffeur in Zwolle laten ophalen, terwijl hij formeel in Nijmegen woonde.
Doordat er onjuiste informatie was verstrekt, oordeelde hij zelf een maand na zijn aantreden als staatssecretaris van Economische Zaken in 2012 dat zijn positie onhoudbaar was geworden.
2018: Halbe Zijlstra, minister van Buitenlandse Zaken (VVD)
VVD-minister Halbe Zijlstra kwam in opspraak, omdat hij in een toespraak voor zijn partij en bij andere gelegenheden had verteld dat hij aanwezig was geweest op een bijeenkomst in het buitenhuis (datsja) van de Russische president Vladimir Poetin in 2006. Die zou daar gesproken hebben over zijn ambities voor een Groot-Rusland.
Later bleek dat Zijlstra daar helemaal niet bij was geweest en dat hij de woorden van Poetin heel anders interpreteerde dan de mensen die er wel bij aanwezig waren. In februari 2018 trad Zijlstra daarom af.
2023: Dennis Wiersma, minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs (VVD)
Dennis Wiersma kwam in april 2023 onder vuur te liggen, omdat hij te veeleisend en te fel was tegen zijn ambtenaren. Een maand later meldde NRC dat hij ook tijdens zijn Kamerlidmaatschap dergelijk gedrag had vertoond en kreeg hij een laatste waarschuwing van de VVD-fractie.
Toen er enkele weken later opnieuw meldingen kwam van intimiderend gedrag, stapte hij uiteindelijk in juni 2023 op.