De boodschappen komen weer naar de consument toe, als het aan de Nederlandse startup Picnic ligt. Net als veertig jaar geleden.
In 1966 werd de SRV (Samen Rationeel Verkopen) opgericht, een samenwerking van groothandelaren. Verkoopleider Cor Boonstra, die later in zijn carrière CEO werd van Philips, verzon hier het concept van de rijdende supermarkt.
Het werd een succes. In de jaren 70 reden er naar schatting 4000 SRV-wagens door Nederland rond. Deze grootgrutter op wielen kwam – net zoals de zelfstandige melkboer al eerder deed – bij de mensen in de straat. Consumenten konden in de wagen aanwijzen wat zij nodig hadden en het gelijk afrekenen.
De winkels van ketens als Albert Heijn, Jumbo en Aldi, die zich over het hele land verspreidden, maakten een einde aan de SRV-wagen. De mobiele supermarkt werd naar de randen van het land geduwd.
Inmiddels bestaat SRV zelfs niet meer als bedrijf. In Nederland rijden nog ongeveer 200 old skool supermarkten rond, maar alleen in kleine dorpjes waar geen supermarkt dichtbij huisvest.
Voor twintigers en dertigers is de SRV-wagen hetzelfde als een cassettebandje voor tieners. Nog nooit gezien, laat staan er gebruik van gemaakt.
Hoewel… daar zou wel eens verandering in kunnen komen. Maar dan wel in een andere gedaante.
Picnic wordt serieuze online concurrent van AH en Jumbo
Dinsdag kwam het grote nieuws naar buiten dat de Nederlandse startup Picnic een bedrag van 100 miljoen euro heeft opgehaald om zijn concept landelijk uit te breiden. Picnic gebruikt, net als SRV vroeger, een eigen ontworpen boodschappenbusje dat bij de consument aan huis komt.
“Wij zijn inderdaad de moderne versie van de oude SRV-wagen. We gebruiken zelf als vergelijking vaak de melkboer, een nog ouder concept”, laat topman Joris Beckers desgevraagd weten aan Business Insider na de persconferentie over de investering.
Een moderne versie, dat is het zeker. Klanten geven hun boodschappen door via de app en kiezen vervolgens welke rit het beste uitkomt. Anders dan de SRV-wagen, weet het Picnic-busje dus al precies wat het mee moet nemen. Via de Picnic boodschappenradar weet de klant vervolgens tot op de minuut precies hoe laat de bezorging zal plaatsvinden, waardoor hij “niet nodeloos urenlang thuis hoeft te zitten wachten”, aldus het persbericht.
Het bedrijf is niet in het leven geroepen om een nostalgische niche aan te boren. Landelijke dekking is het einddoel. Dat is ook waar die 100 miljoen euro voor zal worden gebruikt.
Rijke families investeren voor de lange termijn
“Er was veel animo onder investeerders om in ons bedrijf te investeren,” vertelt Beckers. Ook grote investeerders uit het buitenland, zoals uit Silicon Valley, waren geïnteresseerd. “Denk bijvoorbeeld aan venture capital-fondsen die eerder in Facebook en Uber investeerden.”
Beckers en de drie andere ondernemers achter het bedrijf kozen echter voor vier Nederlandse investeringshuizen die in het bezit zijn van rijke families. “Deze family offices zijn aandeelhouders die gaan voor de lange termijn, terwijl venture capital vaak na een paar jaar zijn belang wil verkopen. Vandaar onze keuze voor de familiefondsen.”
100 miljoen is veel geld. Ter vergelijking: enkele jaren geleden haalde de social app Snapchat in dezelfde fase 75 miljoen euro op. Bij verhuurplatform Airbnb was dat 85 miljoen en taxi-app Uber moest het doen met 30 miljoen. Deze bedrijven zijn nu – enkele jaren later - wereldwijd actief en miljarden waard.
Het voordeel voor deze eerdergenoemde Silicon valley-startups is wel dat hun ‘opschaling’ minder kapitaal- en arbeidsintensief is. De groei van Picnic daarentegen is gelijk evenredig aan nieuwe busjes, bezorgers en distributiecentra. Oftewel, uitbreiding kost geld, tijd en moeite.
Bezorgkosten niet apart verrekend
De organisatie – fysiek en planmatig - die achter Picnic zit, is eigenlijk ook de kracht van de startup, merkt Beckers op. “Anders dan bij een puur online idee, is het veel moeilijker om van de ene op de andere dag iets neer te zetten als Picnic. Vergis je niet, we zijn al 5 jaar bezig met de ontwikkeling van het concept. Er komt veel bij kijken, van bezorgers aannemen tot distributieplannen maken.”
Eind 2015 begon Picnic zijn concept – bij wijze van test – in Amersfoort. “Slechts 1 procent van de landelijke supermarktuitgaven wordt online gedaan,” aldus Michiel Muller, ook een van de ondernemers achter Picnic. “In Amersfoort is het online aandeel in een jaar tijd gegroeid van 1 naar 5 procent. En van die online supermarktomzet is Picnic goed voor 80 procent.”
Picnic zegt dat de bezorging van de boodschappen gratis is voor de consument. “Wij hebben geen 500 gebouwen die we moeten bevolken met personeel en bevoorraden met assortiment. Het gebrek aan fysieke winkels scheelt ons een hoop huur. Deze lagere kosten kunnen we teruggeven aan de klant,” redeneert Muller.
Op het moment dat een Picnic-klant zijn bestelling plaatst, wordt zijn mandje in een distributiecentrum samengesteld. Dit mandje wordt vervolgens met het Picnic-busje direct naar de klant gebracht, zonder tussenschakels.
Bezorgen op vaste tijden
De speciale autootjes van Picnic komen op bepaalde tijden in een straat en bezorgen dan bij de hele straat. Veel efficiënter dan de online bezorgdiensten van de traditionele supermarkten, vindt Muller. “Traditionele bezorgdiensten rijden als een kip zonder kop de hele stad door. Die bezorgen vaak iets om 1 uur in een bepaalde straat en later om 5 uur nog een keer in diezelfde straat.”
Het distributiemodel van Picnic maakt de onderneming ook groen, zo betogen de heren. Immers, de miljoenen wekelijkse supermarktklanten hoeven niet meer met hun auto individueel naar de winkel. Picnic komt één keer langs en doet gelijk een hele straat, of zelfs buurt. Bovendien zijn de rode busjes klein en rijden op duurzaam opgewekte stroom.
Landelijk leveren in steden
Na de succesvolle lancering in Amersfoort, die met eigen geld (15 miljoen euro) werd gefinancierd, breidde Picnic al gauw uit naar Leusden, Soest, Utrecht, Maarsen en Almere. Ook allen met succes. En vorige maand opende de bezorgdienst in Utrecht een nieuw distributiecentrum.
In de komende drie jaar wil de internetsuper landelijk gaan leveren "steeds meer steden". Eerstvolgende op de lijst zijn: Delft, Rijswijk, Leidschendam, Voorbeur, Nootdorp, Delfgauw, Den Hoorn, Ede en Veenendaal. Niet toevallig steden die een wat minder hoge supermarktdichtheid hebben dan bijvoorbeeld Haarlem of Amsterdam.
De uitbreiding van Picnic moet 10.000 banen opleveren in Nederland. Daarnaast wordt er geïnvesteerd in het opzetten van 5 nieuwe distributiecentra, 2.000 elektrische bezorgvoertuigen en 70 ‘hubs’.
Waar de buurtsuper dertig jaar geleden de blauwwitte SRV-wagen uit de straat verdreef, komt nu de roodwitte Picnic-bus wraak nemen. En dit moderne broertje is gewapend met internet.