- De belangrijkste wetenschapper van Pfizer zegt dat zijn bedrijf heeft gekozen voor een relatief lage vaccindosis om de bijwerkingen te minimaliseren.
- Het vaccin van Pfizer bevat 30 microgram van het actieve bestanddeel mRNA, terwijl het Moderna-vaccin 100 microgram bevat.
- Wetenschappers waren al aan het speculeren dat dit de oorzaak kan zijn van de lagere hoeveelheid antilichamen die het vaccin van Pfizer aanmaakt.
De belangrijkste wetenschapper van Pfizer verdedigt de dosis van het coronavaccin van zijn bedrijf gebruikt. Die dosis is lager dan bij het coronavaccin van Moderna.
Het Covid-19-vaccin van Pfizer bevat 30 microgram mRNA, het actieve bestanddeel van het vaccin en dat van Moderna 100 microgram. Wetenschappers waren al aan het speculeren dat dat de reden zou kunnen zijn dat na een prik met Pfizer minder antilichamen worden geproduceerd dan met Moderna, zoals uit recente onderzoeken is gebleken.
Chief scientific officer Philip Dormitzer van Pfizer zei woensdag tegen The Financial Times dat zijn bedrijf samen met mede-ontwikkelaar BioNTech “het laagst mogelijke dosisniveau heeft gebruikt” waarmee een immuniteitsreactie bewerkstelligd kan worden die sterker is dan die na een gewone coronabesmetting.
Dormitzer stelde daarbij dat een hogere dosis mogelijk zou hebben geleid tot meer bijwerkingen. “Als je kijkt naar wat er is gebeurd met alle coronavaccins die werden ontwikkeld, dan gooiden bijwerkingen vaak roet in het eten.”
De vaccins van Pfizer en Moderna vertoonden volgens de Amerikaanse toezichthouder Centers for Disease Control and Prevention vergelijkbare bijwerkingen. Mogelijke bijwerkingen van de vaccins zijn een pijnlijke rode arm, spierpijn, vermoeidheid en koorts.
Een type hartontsteking dat myocarditis wordt genoemd is een "extreem zeldzame" bijwerking van beide vaccins en is snel opgelost.
Er zijn gevallen gemeld van een zogeheten "Moderna-arm", een vervelende rode uitslag na een prik met het Moderna-vaccin die vanzelf weggaat en niet is waargenomen bij Pfizer.
Moderna produceert meer antilichamen
Een onderzoek onder 1.600 Belgische zorgmedewerkers dat op 30 augustus in het medische tijdschrift JAMA werd gepubliceerd, wees uit dat het coronavaccin van Moderna zes tot tien weken na de prik twee keer zoveel antilichamen heeft geproduceerd dan dat van Pfizer.
De onderzoekers stelden daarbij dat de hogere mRNA-niveaus van Moderna en de langere tijd die er tussen twee Pfizer-prikken zit "een mogelijke verklaring vormen voor dit verschil."
Uit een eveneens in JAMA gepubliceerd onderzoek van de Universiteit van Virginia blijkt er bij Moderna geen verschil is tussen leeftijdsgroepen bij het produceren van antilichamen, maar dat Pfizer wel een mindere reactie laat zien bij mensen van 50 jaar en ouder. Volgens de onderzoekers kan dat verschil te maken hebben met de hoeveelheid mRNA in de vaccins.
Het produceren van antilichamen is slechts één aspect van het immuunsysteem en er is nog niet vastgesteld wat de hoeveelheid antilichamen is die nodig is om iemand te beschermen tegen Covid-19.
De bescherming van een vaccin hangt ook af van eventuele veranderingen van de hoeveelheid antilichamen gedurende de tijd. Zo blijkt uit een recent onderzoek van de Universiteit van Oxford bijvoorbeeld dat de vaccins van Pfizer en AstraZeneca na vier maanden dezelfde hoeveelheid antilichamen opleveren, omdat de hoeveelheid antilichamen na een prik met Pfizer aanvankelijk hoger is, maar afneemt, terwijl dat bij AstraZeneca gelijk blijft.