De kans dat het nieuwe pensioenstelsel er komt, is fors toegenomen. De pensioenwet kan inmiddels vrijwel zeker op genoeg steun rekenen in zowel de Tweede Kamer als de Eerste Kamer.

Voor een meerderheid in de senaat heeft het kabinet ook steun van de PvdA en GroenLinks nodig. Die partijen lieten doorschemeren de wet te willen steunen, mits de Kamer een aantal belangrijke aanpassingsvoorstellen van hun hand zou steunen. De meerderheid stemde voor drie belangrijke amendementen van de linkse partijen. Donderdag stemt de Tweede Kamer hoofdelijk over de wet zelf.

De Eerste Kamerfracties kunnen straks ook nog afwijkend stemmen, maar de verwachting is dat minister Carola Schouten de wet uiteindelijk door de senaat krijgt. Voor het kabinet is het wel belangrijk dat de wet, die op 1 juli ingaat, snel wordt behandeld: in mei zijn de Eerste Kamerverkiezingen, waarbij de coalitie naar verwachting zetels zal verliezen.

De wet maakt het nieuwe pensioenstelsel mogelijk, dat flexibeler is en toekomstbestendiger moet zijn. Het gaat om een van de grootste sociale hervormingen in decennia. Na een overgangsperiode met het nieuwe pensioenstelsel in 2027 ingaan.

Nieuw pensioenstelsel: individuele opbouw pensioen

Kern van het nieuwe pensioenstelsel is dat de huidige koppeling van toezeggingen over de hoogte van het werkgeverspensioenen die gekoppeld zijn aan het loon van werknemers, worden losgelaten. In plaats daarvan krijgen werknemers individueel geoormerkte pensioenpotjes die ze via de werkgever opbouwen.

De hoogte van het opgebouwde vermogen bij pensionering bepaalt uiteindelijk de hoogte van de pensioenuitkering. Daarbij ligt het beleggingsrisico in de opbouwfase bij de werknemer.

Lees ook: Nieuw pensioenstelsel: ‘€1.500 miljard moet worden herverdeeld over persoonlijke pensioenpotjes’

Minister Schouten stuurde de wet tijdens de behandeling al bij, de Kamer diende liefst 45 aanpassingsvoorstellen in. Voor partijen als PvdA, GroenLinks, SGP en Volt zijn die stemmingen belangrijk voor steun.

De Kamer nam in dit geval, anders dan gewoonlijk, ook langer de tijd: na de stemmingen over de moties en amendementen, krijgen partijen nog twee dagen de tijd om tot een besluit over de wet te komen. De rest van de oppositie is uiterst kritisch over de wet.

Voor de PvdA en GroenLinks zijn drie voorstellen van groot belang: werkenden moeten vanaf 18 jaar beginnen met pensioenopbouw, in plaats van vanaf 21 jaar. De wachttijd moet worden afgeschaft, waardoor uitzendkrachten direct pensioen opbouwen.

Het laatste voorstel regelt een zorgplicht, waardoor het kabinet maatregelen moet aankondigen als het aantal mensen dat pensioen opbouwt niet snel genoeg groeit. De twee linkse partijen gaven al aan bereid te zijn de wet het voordeel van de twijfel te geven, maar noemden steun voor hun eigen voorstellen wel als voorwaarde. De SGP besluit later deze week, maar ook aanpassingsvoorstellen van die partij kregen genoeg steun.

De Kamer stemde bovendien voor een motie waarmee PvdA'er Henk Nijboer het kabinet oproept met een nieuwe regeling te komen voor mensen met een zwaar beroep. De huidige regeling om deze mensen eerder te laten stoppen, loopt in 2025 af en schiet volgens de sociaaldemocraat tekort.

LEES OOK: AOW in 2023: dit blijft er netto over van bruto stijging van duidelijk minder dan 10%