Veel werknemers zijn bereid salaris in te leveren in ruil voor meer vrije dagen. Vooral vrouwen werken in Nederland relatief vaak in deeltijd.
Dat werken in deeltijd gevolgen heeft voor het pensioen dat je opbouwt, wordt vaak vergeten.
Business Insider laat aan de hand van drie voorbeelden zien hoeveel minder pensioen je opbouwt, als je kiest voor een deeltijdbaan.
Veel werknemers zijn bereid salaris in te leveren in ruil voor minder werken. Meer vrije dagen betekent meer ruimte voor de zorg voor kinderen en familieleden, een eigen bedrijf of gewoon tijd die je aan ontspanning of hobby’s kunt besteden.
Maar minder salaris heeft ook tot gevolg dat je minder pensioen opbouwt. Wil je tijdens je pensioen genoeg inkomen hebben, dan moet je extra opletten dat je gedurende je arbeidsjaren voldoende opbouwt, vooral als je een tijdje in deeltijd hebt gewerkt.
Het gevaar is dat mensen die in deeltijd werken, niet altijd nadenken over de gevolgen voor hun pensioen en aan het einde van de rit met een gapend pensioengat te maken krijgen.
Vrouwen hebben kleiner pensioen dan mannen
In Nederland zijn het vaak vrouwen die onbewust de dupe worden van een te klein pensioen. Zij kiezen er vaker voor om in deeltijd te werken, onder meer vanwege hun zorgtaken en ze verdienen ook vaak een stuk minder. Volgens pensioenspecialist Netspar ontvangen gepensioneerde vrouwen in ons land gemiddeld ruim 40 procent minder dan mannen.
En de pensioenkloof tussen vrouwen en mannen werd in het afgelopen jaar alleen maar groter. Dat komt naar voren uit de nieuwste editie van de jaarlijkse Global Pension Index van adviesbureau Mercer en CFA Institute.
In veel gevallen overkomt een pensioentekort werknemers door onwetendheid, blijkt uit de rondvraag van Mercer. Zo'n 60 procent van ondervraagden vindt pensioen "ingewikkeld." Ook is er onvoldoende bewustzijn dat de hoogte van het pensioen een direct gevolg is van het gekozen carrièrepad, aldus Mercer.
Om inzichtelijk te maken hoeveel werken in deeltijd kan schelen voor de opbouw van je pensioen, rekent Business Insider Nederland drie voorbeelden door. Wij kijken naar de gevolgen voor je pensioenopbouw van drie scenario's: een pensionado die zijn hele leven in deeltijd werkte, een werknemer die een deel van de carrière in deeltijd werkte en een werknemer die altijd in voltijd heeft gewerkt.
Wij maken in onze voorbeelden gebruik van een gestileerd pensioenstelsel, dat werkt op basis van een vaste bijdrage van de werkgever, beter bekend als defined contribution. In dit pensioensysteem wordt een deel van het salaris opzij gezet als pensioenpremie, die vervolgens door de werknemer of door een pensioenfonds geïnvesteerd wordt. Op de datum van pensioen ontstaat een opgebouwde pot, waaruit de werknemer een pensioenuitkering ontvangt. De hoogte van de pot is afhankelijk van de premie-inleg en het beleggingsresultaat.
Het huidige pensioensysteem van werkgevers werkt in de meeste gevallen nog anders, want veel pensioenfondsen doen een toezegging over de hoogte van de toekomstige uitkering, oftewel defined benefit. In dit geval vinden er ook premiebetalingen plaats en de opgebouwde pot wordt eveneens geïnvesteerd. Het verschil met de defined contribution is dat de hoogte van de uitkering alleen afhangt van het loon en niet van het beursrendement. Het beursrisico blijft in dit geval voor de rekening van het pensioenfonds.
Als gevolg van het in 2019 beklonken pensioenakkoord gaan we echter naar een systeem waarbij de toezegging over de toekomstige pensioenuitkering vervalt.
In de onderstaande voorbeelden gaan we uit van gemiddeld beleggingsrendement van 7 procent per jaar. Als je kijkt naar het historische rendement van het belegde vermogen van Nederlandse pensioenfondsen in de periode tussen 2008 en 2021 dan ligt dat iets hoger op gemiddeld ruim 10 procent. Dit is echter een zeer goede periode geweest voor de beurs, dus onze aanname is wat conservatiever.
Voor de pensioenpremieafdracht nemen we aan dat er zo'n 7 procent van het bruto salaris jaarlijks in de pensioenpot gaat. Dit is een enigszins versimpelde berekening, want normaal gesproken varieert de premieafdracht met de leeftijd van de gepensioneerde en wordt deze bepaald aan de hand van het zogenoemde pensioengevend loon.
Scenario 1: mevrouw Jansen werkt in deeltijd
We nemen een fictief persoon, mevrouw Jansen, als eerste voorbeeld. Zij werkt haar hele leven in deeltijd en gaat in 2021, op haar 66ste, met pensioen. We nemen verder aan dat ze altijd in Nederland heeft gewerkt en gewoond; en ze is momenteel getrouwd.
Deze bijzonderheden zijn bepalend voor de hoogte van de AOW-uitkering, het basispensioen van de overheid waar elke Nederlander recht op heeft. Omdat mevrouw Jansen niet in het buitenland heeft gewerkt, altijd in Nederland is gebleven, en een partner heeft komt ze in aanmerking voor AOW van afgerond 839 euro bruto per maand.
Daarbovenop komt haar aanvullend pensioen dat ze bij haar werkgevers heeft opgebouwd. Dit is in ons voorbeeld dus afhankelijk van de hoogte van de pensioenpot die ze opbouwt. Ze begon te werken toen ze 21 was en werkte gemiddeld 28 uur per week. Ze verdiende altijd modaal en kreeg jaarlijks zo'n 7 procent van haar salaris gestort in haar pensioenpot. Zelf spaarde ze niet extra voor haar pensioen.
Wij gebruiken de historische reeksen van modale inkomens sinds de jaren '70 van de Macro Economische Verkenning 2018 en 2021 van het Centraal Planbureau om een schatting te maken van de pensioenpot van mevrouw Jansen.
In 2021 bedraagt de pensioenpot van mevrouw Jansen volgens onze berekening 309.610 euro bij een werkweek van 28 uur, op basis van een premie inleg van gemiddeld 7 procent van het bruto salaris en een jaarlijks beursrendement van gemiddeld 7 procent.
Deze schatting is gevoelig is voor de aannames die we hebben gemaakt. Stel bijvoorbeeld dat het beursrendement minder was dan wij hebben aangenomen, 5 procent in plaats van 7 procent. Daarmee wordt de pensioenpot fors kleiner: 178.887 euro.
Scenario 2: mevrouw Jansen werkt een deel van haar carrière in deeltijd
We bekijken ook wat het effect op het pensioen is, als mevrouw Jansen slechts een deel van haar carrière in deeltijd werkt. Vanaf haar 25ste tot en met 35ste werkt ze 16 uur per week om In de resterende tijd voor haar kinderen te zorgen. In overige jaren werkt ze gewoon voltijd: 40 uur per week.
Als we de berekening aanpassen voor dit werkpatroon van mevrouw Jansen, komen we uit op een pensioenpot van 341.886 euro. Dat is dus ruim 30.000 euro meer dan als mevrouw Jansen altijd in deeltijd werkt.
Vanwege het rente-effect zorgt het minder werken in de jongere jaren voor een sterkere daling in het pensioen dan als mevrouw Jansen vanaf 56 en tot en met 66ste 16 uur per week had gewerkt. Had ze dat gedaan dan was haar pensioenpot uitgekomen op 417.355 euro. Hoe langer het geld in de pensioenpot zit, hoe beter het zogenoemde rente-op-rente effect zijn werk kan doen.
Scenario 3: mevrouw Jansen heeft een voltijdbaan
En hoe groot wordt de pensioenpot van mevrouw Jansen als ze altijd een voltijdbaan heeft? 442.300 euro, als we de bovengenoemde berekening aanpassen op een werkweek van 40 uur. Dat is dus zo'n 40 procent meer vergeleken met het vermogen dat wordt opgebouwd met werken in deeltijd.
Hoeveel je werkt maakt dus behoorlijk uit voor de opbouw van je pensioen. En in het nieuwe pensioenstelsel bepaalt dat direct de hoogte van je pensioen. Zodra je je daarvan bewust bent, zit je goed. Je kunt altijd zelf extra sparen en beleggen of een periode van minder werken compenseren door in de opvolgende jaren meer te werken.