- Pensioenfondsen van werknemers staan er in het tweede kwartaal van dit jaar beter voor.
- Het wordt echter spannend of de pensioen in 2023 verhoogd kunnen worden in lijn met de inflatie.
- Dit heeft mede te maken met een meetmoment in september, als op jaarbasis sprake kan zijn van ‘deflatie’.
- Lees ook: Eerder met pensioen: de belangrijkste dingen die je moet weten over stoppen met werken, vóórdat je AOW krijgt
Grote Nederlandse pensioenfondsen hebben hun financiële positie afgelopen kwartaal verder verbeterd, maar het is nog maar de vraag of deelnemers volgend jaar weer een stevige pensioenverhoging kunnen verwachten.
Dat komt doordat de meeste fondsen voor een besluit over indexeren van de pensioenen, oftewel aanpassen aan de inflatie, kijken naar prijsindexcijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Die zouden in het najaar wel eens lager kunnen liggen dan in september of oktober vorig jaar.
Dan valt er mogelijk helemaal niets te indexeren, legt deskundige Marc Stougie van adviesbureau Sprenkels uit. Volgens hem is in het beleid van de fondsen vastgelegd dat ze een vaste referentiemaand gebruiken en dan de prijsindex vergelijken met een jaar eerder. “Als je kijkt naar de prijsindex van vorige maand dan zitten we onder het cijfer van september vorig jaar, dat heel hoog uitpakte. Als dat over een paar maanden nog steeds zo is dan is er straks voor de meeste fondsen geen reguliere indexatie mogelijk.”
In september 2022 piekte de inflatie (de gemiddelde prijsstijging) op 14,5 procent, vergeleken met dezelfde maand in 2021. Het indexcijfer van het CBS lag in september vorig jaar op 126,89 punten. Dit jaar is het indexcijfer teruggezakt onder dat niveau.
Afgelopen juni lag het indexcijfer van de consumentenprijsindex bijvoorbeeld op 125,83 punten. Dat was wel 5,7 procent hoger dan in juni vorig jaar, maar lager dan in september 2022. Als het indexcijfer in september dit jaar onder de 126,89 punten uitkomt, is op jaarbasis sprake van 'deflatie' ofwel een daling van het gemiddelde prijsniveau voor die maand.
Voor heel 2023 rekenen economen van onder meer De Nederlandche Bank echter wel op gemiddelde hogere prijzen, vergeleken met het voorgaande jaar.
"Een bijzondere situatie", zo noemt directeur David van As van bpfBOUW, het pensioenfonds voor de bouwsector, het. Hij wil nog niet vooruitlopen op het besluit over de pensioenen van volgend jaar. "Daar gaan we later dit jaar naar kijken. Daarbij worden dan meerdere opties bekeken."
Lees ook: Het nieuwe pensioenstelsel gaat definitief door: 5 vragen over je pensioen
Indexatie pensioen wordt lastig als inflatie in september lager is dan jaar geleden
Volgens een woordvoerster van metaalfonds PMT zou een pensioenfondsbestuur in theorie nog wel kunnen besluiten om af te wijken van de voorgeschreven manier om prijsindexcijfers met elkaar te vergelijken. "Maar dat komt in de praktijk eigenlijk nooit voor", voegt ze eraan toe.
De grote pensioenfondsen deden afgelopen kwartaal allemaal wel goede zaken op de beurzen. Daardoor zijn hun dekkingsgraden, de graadmeters voor hun financiële gezondheid, opnieuw verder vooruitgegaan. Bij bpfBOUW verbeterde de graadmeter zelfs tot bijna 124 procent wat betekent dat het fonds voor iedere euro aan toegezegd pensioen bijna 1,24 euro in kas heeft.
De vier andere grote fondsen - PMT, PFZW, PME en ABP - zitten tussen de 109,5 en 113,6 procent, blijkt uit hun donderdag verschenen kwartaalberichten. Dat lijkt eveneens voldoende om later dit jaar sterk genoeg te zijn om de pensioenen omhoog te mogen gooien.
"Onze beleggingen doen het goed", constateert bestuursvoorzitter Harmen van Wijnen van ambtenarenfonds ABP. Hij verbindt hier alleen geen conclusies aan met betrekking tot het indexeren, dat besluit neemt ABP pas in eind november. Zijn fonds wil alleen kwijt dat de kans op pensioenverlaging in 2024 klein is.