Pensioenfonds PNO voor de Media neemt een drastische stap. De zogenoemde doorsneepremie voor jongere en oudere werknemers verdwijnt. Er komt onderscheid tussen bedrijven op basis van de gemiddelde leeftijd van het werknemersbestand.

Dat meldt Het Financieele Dagblad donderdag.

Werknemers die zijn aangesloten bij een pensioenfonds krijgen in principe evenveel pensioenrechten voor elke euro die ze inleggen. Deze zogenoemde doorsneepremie maakt geen onderscheid tussen jong en oud. Probleem is dat op de moderne arbeidsmarkt, waarin werknemers niet meer hun hele leven bij één bedrijf in dezelfde sector werken, de solidariteit tussen generaties onder druk staat.

In principe kan een euro die je als jongere inlegt langer renderen en levert die een grotere bijdrage aan de uiteindelijke pensioenpot. Jongeren zouden daarom toekunnen met een lagere inleg, terwijl ouderen die dichter tegen hun pensioen aanzitten een hogere inleg nodig hebben. Als je je hele leven bij hetzelfde bedrijf werkt en in hetzelfde pensioenfonds zit, is er een balans tussen jong en oud en pakt de doorsneepremie redelijk uit.  Maar dat geldt minder op een mobiele arbeidsmarkt en in situaties dat er grote verschillen zijn tussen bedrijven met meer oudere of jongere werknemers.

Pensioenfonds: onderscheid tussen jonge en oude bedrijven

Pensioenfonds PNO voor de media heeft nu als eerste het besluit genomen om te gaan differentiëren tussen aangesloten bedrijven, op basis van de gemiddelde leeftijd van werknemers. Bedrijven met veel jonge werknemers gaan minder premie betalen dan bedrijven met veel oude werknemers.

De stap van PNO komt mede voort uit het feit dat mediabedrijven niet verplicht zijn zich aan te sluiten bij PNO, iets wat bij veel andere bedrijfstakpensioenfondsen wel het geval is. PNO wil ook aantrekkelijk zijn voor kleine, jonge mediabedrijven.

In de pensioensector is veel discussie over het afschaffen van de doorsneepremie. Idealiter worden premies op individueel niveau bepaald, maar aanpassing van het systeem is een complexe operatie die ook veel geld zou kosten.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl