Het pensioenfonds voor de metaal- en technologische industrie, PME, gaat in juli de pensioenen met bijna 1,3 procent verhogen. Het is voor het eerst sinds 2008 dat het fonds dit doet.

De verhoging is mogelijk gemaakt door een versoepeling van de financiële spelregels voor pensioenfondsen die per 1 juli ingaat. PME beheert de pensioenen voor ruim 600.000 mensen.

PME-bestuurder Eric Uijen noemt het in een persverklaring de hoogste tijd om de pensioenen te verhogen. Tegelijkertijd erkent hij dat de stap “een druppel op de gloeiende plaat” is, omdat de prijzen in doorsnee veel harder stijgen waardoor gepensioneerden er alsnog hard op achteruit gaan.

“Ik hoop daarom van harte dat over een half jaar een nieuwe verhoging mogelijk is. Maar beloven kan ik dat nog niet, zeker niet gezien de onzekere situatie in de wereld”, zegt hij.

Versoepeling van de regels biedt ruimte voor pensioenverhogingen

Onder de versoepelde regels die per 1 juli in gaan, hoeven pensioenfondsen 'slechts' een minimale dekkingsgraad van 105 procent te hebben, op dit moment is dat nog 110 procent.

Dit betekent dat tegenover elke euro aan toegezegde pensioen 1,05 euro in kas gehouden moet worden, wat het makkelijker gaat maken voor fondsen om de pensioenen te verhogen.

Naast de versoepelingen profiteren de pensioenfondsen ook van de hogere rentes op de financiële markten. Als de rentes oplopen, hoeven de fondsen minder geld in kas te houden om de uitbetaling van de oudedagsvoorziening te kunnen garanderen.

Het grootste pensioenfonds van Nederland, ABP, beslist donderdag óf en in welke mate de pensioenen omhoog kunnen. Eind mei voldeed het ambtenaren- en lerarenfonds met iets meer dan 1,10 euro per beloofde euro pensioen in kas ruimschoots aan de versoepelde normen voor 1 juli.

Lees meer over pensioen: