Volgens het pensioenakkoord krijgen werknemers straks geen vaste toezegging meer over de pensioenuitkering.
In plaats daarvan komt er een prognose over het toekomstige pensioen. Die schommelt mee met de beursontwikkeling.
Sommige experts pleiten voor een variabele premie, zodat de werknemer tussentijds meer premie kan betalen als de beurs tegenzit.
Afgelopen zomer werden werkgevers en vakbonden het eens over een pensioen nieuwe stijl voor de oudedagvoorziening die werknemers opbouwen bij pensioenfondsen. Belangrijkste punt is dat de vaste toezegging over de hoogte van de pensioenuitkering verdwijnt.
Belangrijke vraag is of er een mogelijkheid moet komen voor deelnemers om in de opbouwfase bij te sturen, als ze bijvoorbeeld door een negatieve beursontwikkeling minder pensioen dreigen te krijgen.
Verreweg de meest ingrijpende wijziging in het nieuwe pensioenstelsel is het schrappen van een min of meer harde toezegging over de toekomstige pensioenuitkering. De koppeling aan de hoogte van het loon van werknemers wordt losgelaten.
In plaats daarvan wordt een prognose gemaakt van het verwachte pensioen op basis van de beursontwikkelingen. Afhankelijk van het rendement op de beurs kan het pensioen voor deelnemers aan pensioenfondsen hoger of lager uitpakken op het moment dat ze met pensioen gaan.
Vaste premie inleggen voor pensioen of bijsturen met variabele premie
In de opzet van het pensioenakkoord is het zo dat de werknemer een vaste premie blijft afdragen aan het pensioenfonds van de werkgever. Doordat de premie stabiel is, gaat de prognose over het toekomstige pensioen mee schommelen met de beursontwikkeling op de opbouwfase. Maar dat is volgens sommige experts niet de meest ideale oplossing.
Een variabele pensioenpremie levert een beter pensioen op, volgens deskundigen van pensioenbelegger PGGM op basis van een onderzoek. De deskundigen denken daarbij dat werknemers en gepensioneerden van een deels flexibele premie het meest profiteren.
De kenners stellen voor om tussentijdse mee- en tegenvallers als gevolg van een gunstige of minder gunstige ontwikkeling op financiële markten, op te vangen via variabele premies. Dan betalen werknemers bij een tijdelijke beursdaling wat meer premie, en bij een stijging van beurzen wat minder. Zo kunnen klappen breder worden opgevangen.
Uit het onderzoek blijkt daarbij dat een variabele premie een welvaartswinst van 5,7 procent kan opleveren ten opzichte van een vaste premie.
Een nadeel van een volledig vrije, variabele premie is dat die enorm kan stijgen en dalen. Premies kunnen zeer hoog worden, tot 50 procent van het inkomen, of juist zeer laag en zelfs negatief. Daarom stellen de pensioenkenners voor dat de premie deels flexibel moet worden, binnen een bepaalde bandbreedte. Een bescheiden breedte van 10 procentpunt kan alsnog een welvaartswinst van 2 procent opleveren en ongewenste premies voorkomen, schrijven ze in een rapport.
Vorige week zeiden economen Coen Teulings, Arnoud Boot en Paul de Beer al dat de plannen uit het pensioenakkoord tussen kabinet, werkgevers en vakbonden om dezelfde reden aangepast moeten worden.