Een lagere vennootschapsbelasting, een btw-verhoging, een langer vaderschapsverlof en een nieuwe regeling voor kleinere pensioentjes… Wat heeft 2019 in petto voor de hardwerkende Nederlander?
Het aftellen voor de jaarwisseling is begonnen. In de aanloop naar 2019 neemt Business Insider per thema de belangrijkste financiële veranderingen voor je portemonnee door.
In het laatste deel van de serie staan ondernemers, werknemers en gepensioneerden centraal. Wat gaat er komend jaar veranderen?
Lagere vennootschapsbelasting
Het tarief van de vennootschapsbelasting gaat vanaf komend jaar stapsgewijs omlaag. Het tarief over de eerste schijf (voor het gedeelte van de winst tot en met 200.000 euro) zakt van 20 naar 19 procent. Het tarief in de tweede schijf blijft ongewijzigd op 25 procent.
In 2020 en 2021 worden de tarieven nog verder verlaagd.
Beperking afschrijving gebouwen
Ondernemers kunnen voor de vennootschapsbelasting gebouwen in eigen gebruik alleen nog afschrijven als die in de boeken staan voor een bedrag hoger dan de WOZ-waarde.
Er geldt wel een overgangsregeling. Als je het gebouw voor 1 januari 2019 in gebruik hebt genomen en op dat gebouw nog geen drie jaar hebt afgeschreven, mag je alsnog drie jaar volgens de oude regels afschrijven.
Hogere btw
Het lage btw-tarief gaat vanaf januari omhoog van 6 naar 9 procent.
Minder lang verlies verrekenen met winst
Ondernemers mogen vanaf 2019 nog maar over maximaal zes boekjaren verliezen verrekenen met de winst in box 2. Nu is dat nog negen jaar. Heb je afgelopen jaar verlies geleden, dan mag je dat verrekenen tot 2027. Maar lijd je komend jaar verlies, dan mag je dat nog maar verrekenen tot 2025.
Het is wel toegestaan om de verliezen van dit jaar en volgend jaar eerder te verrekenen dan de eerdere verliezen.
Voorlopig geen boetes voor wet DBA
Zzp-ers en opdrachtgevers hoeven ook komend jaar niet bang te zijn voor een boete of naheffing van de fiscus voor het niet naleven van de Wet DBA (officieel: de Wet deregulering beoordeling arbeidsrelaties), die schijnzelfstandigheid moet tegengaan. De wet wordt in elk geval tot 1 januari 2020 niet gehandhaafd, behalve voor kwaadwillende bedrijven.
In de tussentijd werkt minister Wouter Koolmees van Sociale Zaken aan een nieuwe regelgeving.
Sommige aftrekposten iets aangepast
Voor ondernemers bestaan er diverse interessante aftrekposten voor investeringen. Er zijn drie smaken: de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek (KIA), de energie-investeringsaftrek (EIA) en de milieu-investeringsaftrek.
... zoals de KIA
De KIA is het meest bekend. Deze is bedoeld voor ondernemers die kleine tot middelgrote investeringen doen. Komend jaar gaat de bovengrens om voor aftrek in aanmerking te komen omhoog van 314.673 euro naar 318.449 euro. De bedrijfsmiddelen waarin je investeert moeten wel in aanmerking komen voor deze aftrekpost.
... en de EIA
De energie-investeringsaftrek (EIA) is bedoeld om investeringen in energiebesparende bedrijfsmiddelen of in duurzame energie te stimuleren. Het aftrekpercentage voor de EIA daalt al enkele jaren, maar komend jaar gaat die daling een stuk harder. Nu kunnen ondernemers nog 54,5 procent van de aanschafkosten aftrekken van de winst. In 2019 daalt dit naar 45 procent: minder dan de helft dus.
Net als dit jaar kom je alleen in aanmerking voor deze aftrekpost bij investeringen boven de 2.500 euro.
Andere aftrekposten blijven gelijk
De Milieu-investeringsaftrek (MIA), gericht op investeringen in milieuvriendelijke bedrijfsmiddelen, blijft ongewijzigd. Ook andere bekende aftrekposten, zoals de zelfstandigenaftrek, de starters- en stakingsaftrek veranderen niet. Dat geldt eveneens voor de mkb-winstvrijstelling.
De aftrek voor speur- en ontwikkelingswerk (S&O) daarentegen gaat wel iets omhoog, van 12.623 euro naar 12.775 euro. Als je in een of meer van de vijf voorafgaande kalenderjaren geen ondernemer was en bij jou in die periode niet meer dan tweemaal de S&O-aftrek is toegepast, wordt de aftrek verhoogd met 6.391 euro. Dat is een iets hoger bedrag dan dit jaar (6.315 euro).
Hogere inleg FOR
De Fiscale Oudedag Reserve (FOR) is een bedrag dat je als ondernemer in mindering mag brengen op de winst. Je hoeft hierover geen belasting te betalen tot je jouw bedrijf beëindigt. Komend jaar kun je hetzelfde percentage van je winst gebruiken voor de FOR als nu: 9,44 procent. De maximale inleg neemt wel iets toe, van 8.775 euro naar 8.999 euro.
Langer vaderschapsverlof
Vanaf komend jaar hebben partners na de geboorte van hun kind recht op vijf dagen betaald verlof in plaats van twee. Deze dagen moet je in de eerste vier weken na de bevalling opnemen. Dit hoeft dus niet meteen nadat je kind is geboren.
Verder wordt het adoptie- en pleegverlof voor ouders verruimd van vier naar zes weken. In deze periode hebben werknemers recht op een uitkering ter hoogte van het (maximum)dagloon.
Hogere ontslagvergoeding
Wie wordt ontslagen, kan recht hebben op een ontslag- of transitievergoeding. De maximale transitievergoeding wordt komend jaar verhoogd naar 81.000 euro óf een jaarsalaris, als dat hoger is dan 81.000 euro. Nu is dat nog 79.000 euro.
De transitievergoeding kan bijvoorbeeld worden gebruikt voor scholing.
Regels kleine pensioentjes op de schop
Veel mensen hebben her en der minipensioentjes opgebouwd, bijvoorbeeld voor bijbaantjes. De regels voor deze pensioenen gaan op de schop. Pensioenuitvoerders kunnen kleine pensioenen van meer dan 2 euro en minder dan 474,11 euro bruto per jaar samenvoegen met je huidige pensioen. De pensioenen worden dan over minder potjes verdeeld en zijn zo minder versnipperd.
Heel kleine pensioentjes van minder dan 2 euro per jaar, komen te vervallen.
Meer informatie hierover vind je in dit artikel.
Heffingskortingen en belastingschijven aangepast
Heffingskortingen zijn kortingen op de belasting die je bent verschuldigd. Hoe hoger de korting, hoe minder belasting je hoeft te betalen en hoe meer je dus netto overhoudt. Komend jaar veranderen diverse heffingskortingen.
Ook stijgt, zoals hiervoor is aangegeven, het belastingtarief van de eerste schijf, terwijl de tarieven van de andere schijven omlaag gaan. Wat er verandert en wat dit betekent voor je koopkracht, kun je lezen in dit artikel.
Hogere belastingvrijstelling vrijwilligerswerk
Wie vrijwilligerswerk doet, mag hiervoor jaarlijks maximaal 200 euro belastingvrij vergoed krijgen, tot maximaal 1.700 euro per jaar. Nu ligt die grens nog op 1.500 euro.
Verder mogen mensen met een WW-uitkering vanaf komend jaar ook vrijwilligerswerk doen bij organisaties zonder winstoogmerk die geen officiële ANBI- of SBBI-status hebben. Hierdoor kunnen zij bijvoorbeeld makkelijker aan de slag bij een sportclub zonder dat ze het risico lopen om te worden gekort op hun uitkering.
Minimumloon iets omhoog
Het minimum loon gaat op 1 januari 2018 met ruim 21 euro omhoog. Werknemers vanaf 22 jaar hebben bij een fulltime dienstverband recht op 1.615,80 euro per maand.
Uitkeringen, zoals de AOW en de WIA, stijgen mee, omdat deze zijn gekoppeld aan het wettelijk brutominimumloon.
AOW-leeftijd verder omhoog
De AOW-leeftijd stijgt met vier maanden naar 66 jaar en vier maanden. Dit betekent dat je nog langer AOW-premies moet betalen en je AOW-uitkering ook later zult ontvangen.
De komende jaren gaat de AOW-leeftijd nog verder in stappen omhoog, naar 67 jaar en drie maanden in 2022. Daarna wordt de verhoging gekoppeld aan de levensverwachting. Omdat deze minder hard stijgt dan verwacht, gaat de AOW-gerechtigde leeftijd in 2023 en 2024 niet verder omhoog en blijft deze dus 67 jaar en drie maanden.
De overheid kondigt steeds vijf jaar van tevoren aan in hoeverre de AOW-leeftijd stijgt, zodat iedereen de tijd heeft om waar nodig wat extra te sparen voor het pensioen.
Hogere ouderenkorting
Er is nog meer goed nieuws. De maximale ouderenkorting wordt met 178 euro verhoogd, waardoor gepensioneerden netto meer te besteden hebben.
Verder wordt deze belastingkorting vanaf komend jaar geleidelijk afgebouwd, vanaf een inkomen boven de 36.786 euro. Dat is gunstig voor ouderen met een inkomen tussen de 36.000 en 47.000 euro. Nu vallen pensioengerechtigden nog in één keer terug van een korting van 1.418 euro naar 72 euro, als zij de grens van 36.783 euro passeren.
... en stijging AOW-uitkering
Verder stijgt de AOW-uitkering. Partners die beiden AOW ontvangen en waarbij de heffingskorting wordt toegepast ontvangen 18,74 euro netto meer per persoon. Alleenstaanden krijgen er 31,89 euro bij.
Pensioenen: kleine pensioenen gaan er iets op achteruit
Nederlanders met een aanvullend pensioen of een lijfrente-uitkering tot 1.750 euro per maand gaan er volgens salarisdienstverlener ADP komend jaar netto iets op achteruit. Dit varieert van 0,75 euro tot 2,49 euro per maand, afhankelijk van de hoogte van het pensioen.
Dit is te wijten aan de verhoging van het belastingtarief in de eerste schijf en een hogere bijdrage voor de Zorgverzekeringswet.
... maar anderen houden netto meer over
Vanaf een aanvullend pensioen van 1.800 euro per maand gaan gepensioneerden er volgens ADP wel op vooruit, dankzij de lagere belastingtarieven in de tweede en derde schijf. Dit bedrag loopt uiteen van 6,33 euro tot 19,84 euro per maand.
Hoger vermogen bijstandsuitkering
Zit je in de bijstand, dan mag je komend jaar een iets hoger vermogen bezitten. Ben je een alleenstaande ouder of voer je een gezamenlijke huishouding, dan mag je 12.240 euro aan eigen vermogen hebben, zoals spaargeld. Nu is dat nog 12.040 euro.
Voor alleenstaanden ligt de grens op 6.120 euro, 100 euro meer dan nu. Bij de berekening van het eigen vermogen telt ook de eventuele overwaarde op een eigen huis mee.
Dit zijn nog meer dingen die veranderen in 2019:
- Voor autobezitters en treinreizigers: bijtelling leaseauto, verkeersboetes en duurdere treinkaartjes
- Voor medische zorg: zorgverzekering, zorgtoeslag en tandartstarieven
- Voor familiezaken: kinderopvang, kinderbijslag, erven, schenken en giften
- Voor de inkomstenbelasting: zo raakt dat je koopkracht
- Voor huizenbezitters: hypotheekrenteaftrek, NHG en energielasten