Voormalig directeur Coen Teulings van het Centraal Planbureau (CPB) uit harde kritiek op de conclusie van een recente studie van zijn voormalige werkgever. Het Planbureau stelde onlangs dat verlaging van de staatsschuld nodig is om voorbereid te zijn op mogelijk nieuwe financiële schokken én om de vergrijzing betaalbaar te houden. Bij dat laatste gaat het om de stijgende kosten voor de zorg en de AOW.
In een opiniestuk in het FD legt econoom Teulings uit dat Nederland er goed voorstaat qua overheidsfinanciën. “Het geld klatert in Nederland van de daken. Die overvloed uit zich in een overschot op de betalingsbalans van ruim 9 procent van het jaarlijks bbp. We sparen als gekken.”
Teulings stelt dat er ruimte genoeg is om 15 miljard euro extra uit te geven of de belastingen te verlagen. De Nederlandse staat krijgt momenteel geld toe, als de overheid geld leent. Met andere woorden: staatsleningen hebben een negatieve rente.
In die situatie is het volgens de voormalige directeur van het CPB niet zinvol voor de Nederlandse overheid om te bezuinigen. Het aflossen van de staatsschuld kost in feite geld.
CPB: 16 miljard euro per jaar nodig om zorg en AOW betaalbaar te houden
Toekomstige generaties kunnen volgens de onderzoekers van het CPB “niet van dezelfde overheidsvoorzieningen profiteren als de huidige generaties zonder de belastingen te verhogen”. De overheid moet vanaf 2025 zorgen dat inkomsten op jaarbasis met 16 miljard euro toenemen of dat de uitgaven met datzelfde bedrag afnemen. Een combinatie van beide kan natuurlijk ook.
Hoe langer er wordt gewacht met ingrijpen, des te meer profiteren huidige ouderen, zoals de babyboomers, ten koste van jongere generaties. Bij de vorige studie die het CPB hiernaar uitvoerde, in 2014, gingen de onderzoekers nog uit van een overschot van ongeveer een half procent.
Een woordvoerder van het CPB zegt tegen het FD zich niet te herkennen in het artikel van Teulings. "De vergrijzingsstudie laat een tekort van 16 miljard euro zien, maar zegt ook expliciet dat er meer perspectieven relevant zijn voor de bepaling van het begrotingsbeleid."
'Houdbaarheidsstudie niet langer anker van begrotingsbeleid'
Toch denkt Teulings dat de houdbaarheidsstudie van het CPB geen nuttige beleidsinformatie is. "Met de huidige lage rente is de relevantie ervan als anker van het begrotingsbeleid verdwenen. Zo'n studie is nuttig om je te realiseren wat in de toekomst haalbaar is voor Nederland. Maar het uitgangspunt van constante arrangementen is voor de lastige periode van 2040-2060 niet haalbaar."
Volgens Teulings zijn de problemen van de houdbaarheid van de Nederlandse begroting beperkt in vergelijking met die van Duitsland, Spanje en Italië. "Er is geen enkele reden om somber te doen over de Nederlandse overheidsfinanciën."