- Weet je niet zeker of je genoeg pensioen opbouwt voor later? Dan kun je zelf sparen en beleggen, maar er zijn ook andere oplossingen.
- Heb je een woning met overwaarde, dan kun je die slim inzetten voor je pensioen.
- Je kunt het huis bijvoorbeeld verkopen en goedkoper gaan wonen.
- Door extra af te lossen op je hypotheek dalen je maandlasten en houd je straks meer over.
- Werk je wat langer door, dan vergroot je je inkomen en pensioenopbouw.
De tijd dat je vooraf precies weet hoeveel je op je oude dag krijgt is voorbij. Door de herziening van ons pensioenstelsel wordt de hoogte van je pensioen een stuk minder zeker dan voorheen. Het kan hoger uitpakken dan verwacht, maar ook een lager.
Los daarvan blijkt uit onderzoek dat ongeveer een op de drie werknemers en ruim 40 procent van de zzp’ers sowieso te weinig pensioen opbouwt. Dit komt omdat ze een tijd niet of minder hebben gewerkt, zijn gescheiden, wisselende inkomsten hebben gehad of in dienst zijn geweest bij een bedrijf zonder goede pensioenregeling: allemaal factoren die kunnen leiden tot een pensioengat.
Het is daarom geen overbodige luxe om zelf actie te ondernemen om een karige oude dag te voorkomen. We zetten de mogelijkheden voor je op een rij.
Hoeveel heb ik nodig?
Voordat je stappen kunt zetten, is het van belang om in kaart te brengen hoeveel je later per jaar nodig denkt te hebben en dit te vermenigvuldigen met het aantal jaren dat je naar verwachting nog in goede of redelijke gezondheid denkt te leven.
Op de vraag wat een toereikend pensioeninkomen is, valt geen eenduidig antwoord te geven. De een wil zijn huidige leven voortzetten, terwijl de ander ervan droomt om verre reizen te maken. Probeer je daarom een beeld te vormen van je leven na pensionering. En houd er ook rekening mee dat je een buffer nodig hebt voor onverwachte uitgaven, zoals extra zorgkosten.
Tegenover de uitgaven staan natuurlijk ook inkomsten. Iedere Nederlander krijgt AOW. Daarnaast heb je misschien een pensioen opgebouwd bij een werkgever. Dit geeft een globale indicatie, maar zoals gezegd zijn er veel onzekerheden.
Als je verwacht dat je na je pensionering niet genoeg hebt om van rond te komen, zijn er drie knoppen waaraan je kunt draaien:
- je inkomsten aanvullen
- je uitgaven verlagen
- je wensen bijstellen
Hieronder nemen we 10 mogelijkheden door om concreet te werken aan een beter pensioen.
1. Lijfrente of kapitaalopbouw via een geblokkeerde pensioenrekening
Een slimme manier om met fiscaal voordeel vermogen op te bouwen is via een lijfrente of koopsompolis. Hierbij leg je een bedrag in waarmee een bank of verzekeraar voor jou een eindkapitaal opbouwt. Dit kan door maandelijks of jaarlijks geld te storten (lijfrente) of eenmalig (koopsompolis). Zodra je met pensioen gaat ontvang je elke maand een bedrag.
In de opbouwfase betaal je geen belasting in box 3 over het vermogen. Inkomstenbelasting hoef je pas te betalen als het eindkapitaal wordt uitgekeerd, maar dat gebeurt waarschijnlijk tegen een lager tarief dan nu.
Er gelden wel strikte voorwaarden om van dat belastingvoordeel gebruik te mogen maken. Zo moet het geld op een geblokkeerde rekening worden gezet, waardoor je er tussentijds niet bij kan. Ook is het bedrag dat je mag storten beperkt.
Een variant op een vermogen dat via een lijfrente bij een bank of verzekeraar wordt opgebouwd, is een zogenoemde geblokkeerde pensioenrekening die je bij een beleggingsinstelling kunt openen. Fiscaal gezien werkt dit hetzelfde als de lijfrente (geen belasting in box 3 bij de opbouw, je betaalt belasting in box 1 in de uitkeringsfase). Maar je kunt hier zelf kiezen hoe je geld wordt belegd door bijvoorbeeld via de pensioenbeleggingsrekening te beleggen in indexfondsen.
2. Zelf sparen of beleggen in box 3
Een andere optie is zelf sparen of beleggen, waarbij je vermogen opbouwt in box 3 voor sparen en beleggen. Anders dan bij een lijfrente kun je hierbij wel op elk moment geld opnemen. Maar het risico hierbij is natuurlijk wel dat je in de verleiding kan komen om het opgebouwde vermogen toch tussentijds aan te spreken en uit te geven aan andere zaken, zoals een nieuwe auto.
Een ander nadeel is dat je in de opbouwfase vermogensbelasting moet betalen, mits de spaar- of beleggingspot uitkomt boven de vrijstelling van 50.000 euro per persoon. Daar staat tegenover dat je bij je pensioen zelf kan beslissen wat je met het opgebouwde kapitaal doet en hoe snel je dit aanspreekt. Je blijft vermogensbelasting betalen, maar betaalt geen inkomstenbelasting over uitkeringen die je aan jezelf doet.
Sparen levert met de huidige lage rentestand niets op. Het rendement op beleggen is op lange termijn doorgaans hoger. Maar dit is geen garantie: op de korte termijn betekent beleggen in aandelen dat de waarde van je vermogen sterker kan schommelen.
Je kunt dit indammen door je beleggingen zoveel mogelijk te spreiden over verschillende beleggingscategorieën (aandelen, obligaties, grondstoffen en vastgoed) en de risico’s geleidelijk af te bouwen als je pensioendatum in zicht komt. Ook geldt: hoe langer de beleggingshorizon, hoe beter je in staat bent om tussentijdse schokken op de beurs op te vangen.
3. Tweede huis kopen en verhuren
Vind je aandelen te riskant en zit je goed in de slappe was, dan kun je ook een tweede huis of appartement kopen en verhuren, zodat je vaste maandelijkse inkomsten hebt, als aanvulling op je pensioen.
Bedenk wel dat de overdrachtsbelasting voor beleggingspanden dit jaar is verhoogd van 2 naar 8 procent. Ook zijn er gemeenten die een zelfwoonplicht hebben ingevoerd, dus dit is niet overal mogelijk.
4. Verhuizen naar een goedkopere koopwoning
Naast sparen en beleggen zijn er ook minder voor de hand liggende oplossingen om je pensioen aan te vullen. Wist je dat je je eigen woning ook kunt inzetten?
Door extra aflossing op de hypotheek en de stijging van huizenprijzen hebben veel woningen een overwaarde. Voor huiseigenaren vanaf 55 jaar geldt dat er gemiddeld minimaal een ton overwaarde in woningen zit. Dit geld zit echter vast in stenen, waardoor je er niet bij kan.
Je kunt dit verzilveren door je huis te verkopen en vervolgens te verhuizen naar een goedkopere woning. Het verschil tussen de aan- en verkoopprijs dient dan als aanvulling op je inkomen.
Hier kleeft wel een nadeel aan: je loopt hypotheekrenteaftrek mis vanwege de bijleenregeling. Deze regel houdt in dat elke huizenbezitter die binnen drie jaar verhuist naar een andere koopwoning, de overwaarde moet gebruiken voor de aankoop van het nieuwe huis. Anders mag over dat bedrag geen hypotheekrente worden afgetrokken. Daarnaast zul je concessies moeten doen aan de woonruimte en/of het wooncomfort.
5. ...of een huurwoning
Een alternatief is je woning verkopen en verhuizen naar een huurwoning. Je betaalt dan wel een marktconforme prijs, waar later nog huurstijgingen bovenop komen. Hierdoor teer je in op je vermogen.
6. Opeethypotheek
Wil je niet verhuizen, dan kun je een zogeheten opeethypotheek (ook wel verzilverhypotheek genoemd) overwegen, waarbij je het bedrag van de overwaarde leent, met je huis als onderpand.
Dit is een omgekeerde hypotheek, waarbij je niet elke maand aflost, maar juist geld opneemt om je inkomen mee aan te vullen. Je neemt hiermee dus eigenlijk een voorschot op de verwachte verkoopopbrengst van je huis. De lening moet pas worden afgelost aan het einde van de looptijd, bij verkoop van de woning of na jouw overlijden.
Je kunt de lening in een keer opnemen, maar ook maandelijks. De rente wordt bij de lening opgeteld, waardoor de schuld toeneemt en de overwaarde geleidelijk daalt.
Hier kleven wel wat nadelen aan. Als je huis in waarde daalt, kun je minder geld opnemen, want het maximale leenbedrag is gekoppeld aan de woningwaarde.
Bovendien zit er een limiet op het bedrag dat je mag lenen. Als deze is bereikt en het niet meer lukt om de rente te betalen, is er een kans dat het huis alsnog in de verkoop moet.
Die limiet kan bovendien sneller in zicht komen als de rente gaat stijgen. Een ander nadeel is dat de rente over deze lening niet aftrekbaar is.
Meer informatie over de opeethypotheek vind je in dit artikel.
7. Kopen en terugkopen
Een andere optie om de overwaarde te verzilveren is je huis verkopen aan een organisatie en dit vervolgens terug huren
Het voordeel hiervan is dat je de overwaarde direct op je bankrekening gestort krijgt. Daar staat wel tegenover dat je een marktconforme huur moet betalen en dus geen vermogen meer opbouwt.
8. Langer doorwerken
Je kunt je inkomen ook verhogen door te blijven doorwerken nadat je de AOW-leeftijd hebt bereikt, als aanvulling op je AOW. Over het bedrag dat je verdient betaal je inkomstenbelasting, maar je houdt van elke euro meer over omdat de belastingtarieven voor gepensioneerden lager zijn.
Wil je extra pensioen opbouwen, dan kun je ervoor kiezen om je pensioen later te laten uitkeren. Dit kan helaas niet onbeperkt: je mag je pensioen maximaal vijf jaar na je AOW-leeftijd laten ingaan.
Kun je niet rondkomen zonder pensioen, dan kun je er ook voor kiezen om de eerste jaren een lager maandelijks bedrag te ontvangen en dit na een aantal jaren te verhogen.
9. Bezuinigen en extra aflossen
De bovengenoemde oplossingen zijn gericht op het verhogen van je inkomsten. Maar je kunt ook je uitgaven aanpassen. Door zuiniger te leven, kun je extra geld sparen, dat je later kunt inzetten als aanvulling op je pensioen.
Heb je wat extra spaargeld, dan kun je dat gebruiken om nu alvast een deel van je hypotheek af te lossen. Je houdt dan elke maand geld over, dat je op een spaarrekening kunt zetten voor later.
Betaal je op je hypotheek een risico-opslag (extra rente omdat je hypotheekschuld bij het afsluiten vrij hoog was ten opzichte van de woningwaarde), dan is er een kans dat deze na aflossing kan worden verlaagd of geschrapt. Dat kan honderden euro’s per jaar schelen.
Aan extra aflossen zitten wel wat nadelen. Je loopt hypotheekrenteaftrek mis. Bovendien zit het geld in stenen, waardoor je er niet bij komt als je in geldnood zit. Zorg dus dat je altijd een buffer overhoudt voor onvoorziene uitgaven of grote toekomstige kostenposten, zoals een bijdrage aan de studie van de kinderen of extra zorgkosten.
Houd verder de limiet voor boetevrij aflossen in de gaten. Je mag per jaar hooguit 10 tot 20 procent aflossen zonder dat je een boete bent verschuldigd.
10. Je wensen bijstellen
De laatste knop waaraan je kunt draaien is je wensen bijstellen. Als je soberder gaat leven, heb je minder nodig en hoef je dus ook minder te sparen.
Vroeg beginnen loont
Welke oplossing je ook kiest: het is slim om er zo vroeg mogelijk over na te denken. Uit onderzoek van het Nibud blijkt dat de meeste Nederlanders pas rond hun 55e jaar serieus gaan nadenken over hun pensioenopbouw. Dat is rijkelijk laat om nog te kunnen bijsturen.
Hoe eerder je begint met denken aan je pensioen, hoe makkelijker het is om het benodigde bedrag bij elkaar te brengen, zonder dat je het erg voelt in je portemonnee.