Iedereen wil slimmer met zijn geld omgaan. Overweeg in het kader van goede voornemens de volgende acties.

Ook in 2016 valt er het nodige te besparen voor ondernemers op de persoonlijke financiën. Zeven tips:

  • Stop met de oudedagsreserve. De oudedagsreserve is een nep-reserve. Het is alleen maar een aftrekpost, geen echte reserve. Je bouwt niets op. Wel ben je verplicht om met deze papieren reserve ooit een lijfrente (banksparen) aan te kopen. Veel ondernemers beseffen dat niet en moeten alsnog afrekenen met de fiscus als zij stoppen met hun zaak.
  • Ga beleggen voor je pensioen. Slechts enkele banken bieden de beleggingsvariant van banksparen aan. Bij onder meer ING, Nationale-Nederlanden en ABN Amro kun je alleen sparen voor je pensioen. Op die manier krijg je nooit een fatsoenlijk pensioen. De enige manier om een behoorlijk rendement te krijgen, is door te doen wat ook pensioenfondsen doen: beleggen. Dat kan onder meer bij de Rabobank, Aegon en Loyalis.
  • Stop met pensioenopbouw in de BV. Inmiddels zullen nog weinig dga’s (directeur-grootaandeelhouders) verder pensioen opbouwen in de BV. Vanwege de rekenregels van de Belastingdienst is het pensioen in de BV voor de meeste dga’s verworden tot een molensteen. Zij zagen dit pensioen jarenlang als een mooie aftrekpost, maar inmiddels kunnen zij vanwege de pensioenverplichtingen vaak geen dividend meer uitbetalen.
  • Stop helemaal met pensioenopbouw. Veel ondernemers bouwen met goede reden een fiscaal gefacilieerd pensioen op. Pensioenopbouw levert meestal een flink belastingvoordeel op, omdat de eerste twee belastingschijven bij AOW’ers aanzienlijk lager worden belast. Bovendien wordt het opgebouwde tegoed niet belast in box 3. Maar soms is het helemaal niet zo voordelig om pensioen op te bouwen. Als je meer dan €33.589 euro, de grens van de tweede belastingschijf, aan pensioen krijgt (inclusief AOW), profiteer je niet verder van het tariefvoordeel. Het enige voordeel is dan dat je pensioensaldo niet in box 3 valt. Maar daartegenover staat dat je pas vanaf je AOW-leeftijd aan het geld kunt komen. Je moet je dan ook nog eens aan strenge fiscale regels houden. Soms is het aantrekkelijker om voor je oude dag in box 3 te beleggen. Dan mis je weliswaar een – beperkt – belastingvoordeel, maar je bent veel flexibeler.
  • Check je lijfrentepremies. Volgens onderzoek uit 2012 trekt een op de drie mensen die met een lijfrente pensioen opbouwen, de premie niet af. Omdat ze het vergeten, of omdat ze geen jaarruimte meer over hebben, bijvoorbeeld omdat hun inkomen te laag is. Om te voorkomen dat je dubbel belasting betaalt – over de inleg is al belasting betaald en de uitkerende bank houdt standaard belasting in over de uitkeringen – kun je een saldoverklaring aanvragen. Dan keert de bank een deel van de uitkeringen bruto uit. Als je de afgelopen vijf jaar premies niet hebt afgetrokken, kun je ook een ‘verklaring geruisloze terugstorting’ aanvragen.
  • Regel iets tegen ziekte. Arbeidsongeschiktheidsverzekeringen (aov) zijn niet goedkoop, maar je kunt met fine-tunen de kosten drukken. Bijvoorbeeld door bepaalde aandoeningen uit te sluiten van dekking of door de uitkeringen pas na een of twee jaar te laten ingaan . Vind je dat laatste een groot risico, sluit je dan aan bij een broodfonds of onderlinge schenkingskring.
  • Ga slim om met giften. Geef je aan goede doelen? Alleen giften boven de één procent van je inkomen zijn aftrekbaar. Maar een gift gedurende minimaal vijf jaar aan een bepaald doel – dat heet een periodieke gift – is volledig aftrekbaar. Dus als je toch elk jaar aan een bepaald doel geeft, leg die donaties dan vast op een overeenkomst die  je vanaf de site van de Belastigdienst kunt downloaden. Je kunt dan je gift vanaf de eerste euro aftrekken.

Paul van der Kwast is financieel planner en lid van de] Vereniging Onafhankelijke Financieel Planners. Voor Z24 volgt hij de fiscale ontwikkelingen op de voet.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl