Vorige week kraakte ik op deze
plaats
de AEX af, wat me tot mijn verbazing heel wat enthousiaste en
hartverwarmende reacties opleverde. Laat ik daarom deze week doorpakken en
ook de Amsterdamse Midkapindex eens kritisch tegen het licht houden. Of
eigenlijk het indexbeleid van Euronext in het algemeen.

Volgende week, na de derde vrijdag van maart vindt zoals ieder jaar de
aanpassing van de aandelenindices plaats op het Damrak. In de AEX verdringt
tot mijn verdriet het Luxemburgse Aperam bouwbedrijf BAM uit Bunnik, dat
deze week zo fraai herstelde.

Mogelijk nog vreemder is de terugkeer van Pharming in de index van middelgrote
bedrijven. Met een beurswaarde van nog geen 100 miljoen euro zal Pharming
verreweg het kleinste bedrijf in de Midkap index zijn. Het komt er toch in,
omdat de selectie plaatsvindt op basis van het aantal verhandelde aandelen,
en dat zit bij Pharming wel snor. Het Leidse bedrijf wordt namelijk bijna
dagelijks heen en weer geslingerd tussen hoop en vrees, waardoor het een
aantrekkelijke dobbelsteen blijkt voor speculanten.

Nu vorige week bleek dat Pharming zijn belangrijkste medicijn Rhucin voorlopig
niet op de Amerikaanse markt mag verkopen kreeg de koers een nieuwe knauw.
Dit heeft tot gevolg dat Pharming naast een bonus van 5 miljoen dollar
grijpt die het bij goedkeuring zou ontvangen van zijn Amerikaanse partner.
Hierdoor zal Pharming weer nieuw geld moeten gaan ophalen bij
aandeelhouders. En dat is niet de eerste keer: eind 1999, het jaar van de
beursgang, stonden er 13 miljoen aandelen uit, inmiddels zijn dat er 436
miljoen. De koers bewoog in tegenovergestelde richting, want het
biotechnologiebedrijf maakte nog nooit winst.

Beleggers die voor de lange termijn beleggen en een index volgen, bijvoorbeeld
door in een tracker te beleggen, zitten niet op dit soort gokfondsen te
wachten. Dat geldt voor Pharming, maar ook voor andere bedrijven die nog
nooit winst maakten en vooral goed zijn in het bijdrukken van aandelen,
zoals de versnellingsbakkenfabriek zonder klanten Antonov, die zich met een
beurswaarde van nul komma niks ook in een Amsterdamse index bevindt.

Euronext Amsterdam zou eens goed naar haar indexbeleid moeten kijken. Alleen
selecteren op de activiteit van de beurshandel was ooit nuttig vanwege de
optiecontracten. Maar nu geeft het steeds vreemdere mandjes.

Misschien toch eens het kunstje afkijken van de Amerikaanse S&P 500 index:
daarvoor wordt ook een aantal kwalitatieve criteria gehanteerd. Zo mogen er
sinds enkele jaren geen buitenlandse aandelen meer worden opgenomen, en
moeten nieuw op te nemen bedrijven vier kwartalen achter elkaar winstgevend
zijn.

Dat beleid had Nederlandse indexbeleggers een heel wat hoger rendement
bezorgd. Speculatieve bedrijven zonder trackrecord genereren misschien soms
wel veel handel, maar zijn te licht voor opname in een index.

En opties zijn zóóóó 20e eeuw. Nu zijn er turbo’s en trackers. Die gaan vaak
veel langer mee. Hoog tijd dus voor indices die ook langer meegaan!

Patrick Beijersbergen is hoofdeconoom bij de Vereniging van
Effectenbezitters (VEB ) en auteur van het
boek 'Beleggen Kun je Zelf'.

Lees ook:

Bouwer BAM uit de AEX

Crisis voorbij voor belegger in Hollands Glorie

Meer columns van Patrick Beijersbergen

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl