Parkeergeld betaal je niet voor een parkeerplaats, maar voor een daad: het parkeren van een auto. Daarom mag je niet zomaar parkeren op een nog geldig ticket van een ander, maakt een rechterlijke uitspraak duidelijk.

Bij de supermarkt lenen we even de bonuskaart van die aardige dame vóór ons, en de tegoedbon van de luchtvaartmaatschappij geven we aan dat neefje dat op wereldreis gaat. Net zo nemen we graag een nog niet verstreken parkeerkaartje aan van iemand die net wegrijdt.

1,50 uitsparen

Mag niet, zo blijkt uit een recente uitspraak van de rechter. Een vrouw nam een parkeerkaartje aan van een derde. Het is een kaartje van 1 euro per uur. “Alleen geldig in combinatie met een bezoekersvergunning”, staat erop. De vrouw had die vergunning niet, en had eigenlijk een kaartje van 2,50 euro moeten kopen.

Ze krijgt een boete van 58 euro wegens parkeren zonder vergunning, waar ze tegen in beroep gaat. Dat tariefverschil slaat nergens op, en staat slecht aangegeven, voert ze aan. En het kaartje was toch nog gewoon geldig?

Belastbaar feit

Volgens de rechter doet het er niet zoveel toe of ze een bezoekersvergunning had of niet. Door niet zelf een kaartje te kopen, heeft ze parkeerbelasting ontdoken.

Iedere keer dat je een voertuig parkeert, is dat namelijk een belastbaar feit, maakt hij duidelijk. Ook als een parkeerkaartje voor een parkeerplek nog niet is verlopen, zul je opnieuw een kaartje moeten kopen, als je daar een andere auto wil parkeren.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl