Particuliere verhuurders hebben afgelopen kwartaal aanzienlijk meer woningen verkocht dan een jaar geleden, blijkt uit nieuwe cijfers van het Kadaster. Deze beleggers doen hun woningen al langer van de hand omdat nieuwe overheidsregels de verhuuractiviteiten minder aantrekkelijk maken.

In het tweede kwartaal verkochten particuliere verhuurders hun huizen vooral aan mensen die er zelf gingen wonen. Het betrof 3.200 woningen, tegenover 1.925 huurhuizen die vorig jaar aan eigenaar-bewoners werden verkocht.

Daarentegen kochten particuliere investeerders in het tweede kwartaal zeshonderd woningen van eigenaar-bewoners. Dat waren er vorig jaar vijfhonderd.

Ook grotere commerciële verhuurders verkochten in de maanden april, mei en juni meer huurwoningen. Alle groepen investeerders samen deden 12.000 huurhuizen van de hand, 4780 meer dan in het tweede kwartaal van vorig jaar.

Beleggingspand minder interessant voor particuliere verhuurder

Particuliere verhuurders hebben te maken met een aantal nieuwe regelingen die het rendement van de verhuur minder aantrekkelijk maken.

  • Voor de belasting in box 3 is het percentage van de WOZ-waarde van een verhuurde woning dat meetelt voor de belastingheffing fors verhoogd. Het gaat hier om de zogenoemde leegwaarderatio.
  • Door de nieuwe huurwet die per 1 juli is ingegaan, valt een deel van de particuliere verhuursector ook onder een puntenstelsel dat bepaalt hoe hoog de maximale huur mag zijn. Onder het puntenstelsel zit daar een plafond aan van ongeveer 1.100 euro. Dit geldt voor nieuwe huurcontracten.
  • Daarnaast mogen er sinds 1 juli in principe geen tijdelijke huurcontracten meer worden afgesloten, maar alleen nog vaste contracten.

LEES OOK: Deze 46-jarige Amerikaanse woont voor langere tijd in een hotel met haar kinderen, omdat huurwoningen te duur zijn – ze is dolblij