Een groot overschot dreigt binnen de Nederlandse kinderopvang. Terwijl de vraag naar betaalde kinderopvang blijft afnemen, groeit het aantal opvanglocaties gestaag.
Dat concludeert het ING Economisch Bureau in een vrijdag gepubliceerd onderzoek naar de kinderopvang in Nederland.
Veel bedrijfssectoren lijken zich langzaam te ontworstelen aan de economische malaise, maar de opvangbranche heeft het nog lastig. Zo is in drie jaar tijd het aantal kinderen dat naar bijvoorbeeld een crèche of peuterspeelzaal werd gebracht, afgenomen met 35 procent, stelt ING. De verwachting is dat het binnenkort niet veel beter gaat worden.
Ondanks de afname van het aantal klanten, is het aantal kinderopvanglocaties in Nederland gestegen: van 44.745 locaties in 2013 tot 53.755 plekken afgelopen jaar: een plus van 20,1 procent, zo blijkt uit brancherapporten. Daarbij gaat het om alle mogelijkheden die er zijn. Dus inclusief peuterspeelzalen, gastouders en naschoolse opvangcentra.
Kinderopvang: doorstart na faillissement
De groei van de opvangcapaciteit is op het eerste gezicht opvallend, aangezien er vorig jaar sprake was van een heuse faillissementsgolf. Volgens het brancherapport gingen er in 2014 namelijk 95 opvangbedrijven failliet.
Echter, na een faillissement werden opvanglocaties vaak toch overeind gehouden. Juist daar ligt een oorzaak van de aanhoudende overcapaciteit, volgens het ING-rapport.
Bekend voorbeeld is Estro (onder meer eigenaar van de 'Catalpa'-opvang) dat in 2014 een doorstart maakte onder de naam Smallsteps. Er vielen weliswaar 1.000 ontslagen, maar 2.600 medewerkers behielden hun baan. Ook maakten 250 van de 340 vestigingen een doorstart.
Kinderopvang: veel geïnvesteerd
Het Economisch Bureau van ING signaleert verder dat ondernemingen in het verleden fors hebben geïnvesteerd. Zij zijn huiverig om verliezen op die investeringen te erkennen en blijven hopen op een positieve verandering van de markt.
Andere negatieve factoren die de economen van ING zien zijn de bezuinigingen van de overheid op de bijdrages voor de kinderopvang, het feit dat ouders hun kinderen steeds korter wegbrengen en goedkope opstarttarieven die niet snel genoeg zijn afgebouwd.
De Brancheorganisatie Kinderopvang, waarbij zo'n 1.100 aanbieders zijn aangesloten, zegt desgevraagd het beeld van een structureel capaciteitsoverschot niet te herkennen. Volgens een woordvoerder is er op plaatselijk niveau nog veel verscheidenheid. “Het ligt er bijvoorbeeld aan over welke locatie het gaat. In nieuwbouwwijken neemt de vraag immers wel toe.”
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl