Het kabinet kan zijn eigen doelstelling – 200.000 elektrische auto’s op de weg in 2020 – best halen. Maar de prijs daarvoor is enorm. En of het milieu er nou echt veel mee opschiet, is de vraag. Dat kan slimmer.
Je zou denken dat het beleid van de regering om het wagenpark te vergroenen een groot succes is. In 2020 rijden er, als het beleid niet al te drastisch wijzigt, waarschijnlijk 200.000 (semi)-elektrische auto’s op de weg.
Maar om dat succes te behalen moet de overheid wel miljarden euro’s uitgeven, terwijl de milieuwinst helemaal niet zo groot is, concludeert de Rekenkamer woensdag op Verantwoordingsdag. En daar was het toch allemaal om te doen: minder CO2-uitstoot.
Geld over de balk
Wat is er allemaal mis met de huidige regelingen voor auto’s met een stekker? Veel, stelt de Rekenkamer. Ten eerste kost het veel te veel geld. Dat komt vooral omdat de overheid verrast is door het succes van de plug-in hybrides: de auto’s die je aan een stopcontact kunt opladen, maar die daarnaast ook op benzine of diesel kunnen rijden.
Bovengenoemde auto’s vielen de afgelopen jaren net als elektrische auto’s onder een zeer gunstig belastingregime. Vooral voor zakelijke rijders was het heel aantrekkelijk om een plug-in hybride te rijden. Was je zelfstandig ondernemer, dan viel het kostenplaatje vanwege specifieke aftrekposten nog gunstiger uit dan voor de gemiddelde leaserijder.
Een ondernemer die in 2013 een Tesla -- een volledig elektrische auto -- op naam van de zaak zette, kon daarmee gedurende vijf jaar maximaal 85.000 euro belasting besparen. Dat is ongeveer de aanschafwaarde van de hele auto. Kocht je een Mitsubishi Outlander -- een suv die zowel op benzine als elektriciteit kan rijden -- dan kon je belastingvoordeel oplopen tot 42.500 euro.
In 2014 zijn een aantal regelingen versoberd, maar de Rekenkamer rekent voor dat ook in dat jaar het voordeel voor ondernemers en andere zakelijke rijders duizenden euro's bedroeg (zie tabel hieronder).
De totale rekening voor het fiscaal stimuleren van zuinige auto's bedraagt voor het Rijk in 2014 700 miljoen euro. En in de jaren daarvoor was het zeker meer dan een miljard.
Export van schone auto's
Wil de overheid het streefgetal gaan halen, dan zal het de komende jaren elektrisch rijden fors moeten blijven stimuleren, denkt de Rekenkamer. De overheid moet ervoor zorgen dat er in totaal 300.000 stekkerauto's worden aangeschaft. Dat klinkt raar, maar de praktijk wijst uit dat er de komende jaren naar schatting 100.000 hybrides en elektrische auto's weer naar het buitenland verdwijnen.
Dat laatste komt omdat elektrische auto's op de tweedehandsmarkt in Nederland helemaal niet populair zijn. Ten eerste zijn ze relatief duur in aanschaf. Ten tweede profiteert de particulier niet van alle fiscale voordelen. Per 1 januari moet voor hybride auto's ook nog eens gewoon wegenbelasting worden betaald. Voor plug-in hybrides vervalt de vrijstelling voor de wegenbelasting per 2016.
Milieuwinst valt vies tegen
Als het de overheid dan lukt om in 2020 200.000 (semi-)elektrische auto's op de weg te hebben, dan zal dat vooral een papieren overwinning zijn.
Het echte doel, het terugdringen van de CO2-uitstoot, wordt maar ten dele gehaald. De uitstoot van de 'schone' auto's blijkt in de praktijk veel hoger. De auto's zijn veel minder zuinig, en veel leaserijders vinden het inpluggen van hun Mitsubishi maar veel gedoe en rijden in verhouding veel minder op stroom dan van tevoren ingeschat.
De conclusie is dat het stimuleringsbeleid op de schop moet. Dat is inmiddels ook wel in Den Haag doorgedrongen, want staatssecretaris Eric Wiebes gaat in 2016 de bijtellingsregeling -- dat is het percentage van de cataloguswaarde dat zakelijke rijders bij hun bruto-inkomen moeten optellen als vergoeding voor het privégebruik van de auto -- verder aanpassen en versoberen. In 2017 gaat het belastingstelsel in de verbouwing en worden alle regelingen met betrekking tot de auto tegen het licht gehouden.
Hoe elektrisch rijden wel te stimuleren?
De Bovag, de branchevereniging van autobedrijven, kwam woensdag met een aardige suggestie: een subsidie op de aankoop van een elektrische auto voor particulieren. Nu is een plan van de Bovag natuurlijk bij voorbaat een beetje verdacht. Ze hebben er baat bij de autoverkoop omhoog te stuwen, zeker die door particulieren, want die kopen steeds minder auto's.
Toch zit er wel iets in het idee, en dan vooral omdat het eigenlijk gek is dat juist zakelijke rijders gestimuleerd worden om elektrisch te rijden. Leaserijders maken gemiddeld veel meer kilometers en rijden lange stukken op de snelweg. Elektrische auto's zijn echter vooral efficiënt op korte ritjes op lage snelheden.
Wie rijden er wel veel kleine stukjes? Particulieren. Die ritjes naar school en de supermarkt, daar zijn elektrische auto's uitermate geschikt voor.
De Bovag stelt ook voor om de BPM -- dat is de belasting op de aanschaf van nieuwe auto's -- af te schaffen. Begrijpelijk dat de Bovag met een dergelijk voorstel komt, maar dat is natuurlijk niet in het belang van Wiebes. Dat zou weer een fors gat in de begroting slaan.
De suggestie van de Bovag om dit gat dan te dichten door de motorrijtuigenbelasting voor diesels zonder roetfilter te verhogen, is in elk geval geen oplossing. Eigenaren van die oude diesels zouden dan zo snel mogelijk hun auto gaan inruilen. Fijn voor de autobedrijven, maar slecht voor de inkomsten van de overheid.
De meest voor de hand liggende oplossing voor de overheid is de BPM te handhaven en zelfs een beetje te verhogen. Op die manier kan het prijsverschil tussen elektrische en auto's op benzine en diesel worden verkleind. De keus om elektrisch te rijden, zakelijk of privé, wordt dan veel zuiverder. De kilometervreters zullen liever kiezen voor die diesel met zijn enorme actieradius, maar wie de auto gebruikt voor korte ritjes kiest voor elektrisch.