Wie door de geleidelijke verhoging van de AOW-leeftijd de komende jaren zonder inkomen zit, krijgt een overbruggingsuitkering op bijstandsniveau. Dat blijkt uit een regeling van staatssecretaris Klijnsma van Sociale zaken, schrijft de Volkskrant.
De regeling is alleen bedoeld voor gepensioneerden die een laag inkomen hadden en weinig hebben kunnen sparen. De regeling geldt tot 2019. Het gaat om tienduizenden mensen. De komende jaren stijgt de AOW-leeftijd naar 66 jaar in 2018 en 67 jaar in 2021.
Wie nu al met vut of prepensioen is, rekende op een AOW-uitkering vanaf de 65e verjaardag. Op die dag lopen veel van hun regelingen en uitkeringen dan ook af. Doordat de uitkering wordt uitgesteld, zouden zij een of meer maanden een groot deel van hun inkomen missen.
De regeling geldt alleen voor alleenstaanden die een inkomen van twee maal het minimum loon kregen (2.938,80 euro bruto per maand) en maximaal 21 duizend euro spaargeld. Voor paren geldt dat zij maximaal drie keer het minimum loon (4.408,20 euro bruto per maand) verdienden en niet meer dan 42 duizend euro spaargeld hebben.
Omdat zelfstandige ondernemers vaak zelf sparen voor hun pensioen of dat vermogen in het bedrijf hebben zitten, geldt dat 115 duizend euro van dat bedrag niet meetelt.
Het kabinet denkt dat 28 duizend mensen dit jaar van de regeling gebruik zullen maken. In 2019 zal dat aantal waarschijnlijk zijn gedaald naar 4.200. In totaal kost de regeling de staat 400 miljoen euro.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl