Personeelsmanagement was nog nooit zo moeilijk. De turbulente economie, een steeds flexibeler arbeidsmarkt, robotisering – er gebeurt nogal wat.

De opleiding HRM van de Hogeschool Rotterdam nodigde twintig HR-professionals uit – zeven HR-managers van grote bedrijven, docenten van HRM-opleidingen en de voorzitster van beroepsvereniging NVP – om te horen hoe zij aankijken tegen de toekomst van hun vak.

Diederik Brand, head of HR van de Europese tak van Samsung, ziet een heel andere toekomstige arbeidsmarkt opdoemen: “Het kan heel snel gaan. Kijk maar naar Nokia. Dat groeide heel hard, en het verdween ook weer net zo hard. We moeten ons gaan afvragen hoe we personeelsbeleid afstemmen op zulke kortstondigheid.”

Mensen met een baan voor het leven, die verdwijnen. Brand: “Medewerkers pamperen zodat je ze na vijftig jaar een gouden horloges kunt geven, dat zal veel minder voorkomen. Wat wij nu uitvinden, bestaat over twee jaar al niet meer. Misschien hebben we dan weer heel andere mensen nodig.”

Zullen Nederlanders nog het werk doen?

Alje Kuiper is directeur innovatie bij een organisatie met heel veel werknemers: uitzendketen Randstad. Ook hij ziet veel beweging in de arbeidsmarkt: “Polen, veel mensen in het buitenland, 30 procent zzp’ers… En over vijf jaar bestaat de helft van huidige banen misschien helemaal niet meer. Postbodes en datatypistes heb je niet meer in 2030.”

Diederik Brand ziet nog een ander probleem in onze arbeidsmarkt: in vergelijking met hun Aziatische collega's zijn Europeanen verwend en lui. “In Europa en Nederland willen mensen nog maar 24 uur per week werken. De rest van de tijd willen ze andere dingen doen.” Volgens Brand willen buitenlandse werknemers wél een baan van veertig uur per week – waar ze dan ook nog zestig uur voor willen werken.

Opleiden

Als de arbeidsmarkt zo vluchtig is, moet je als bedrijf dan nog wel investeren in het opleiden van werknemers? Dat is een lastige, blijkt uit de reactie van de captains. Rene Kamp, eigenaar van de Claresco Groep met ongeveer zeventig medewerkers, wil geen mensen opleiden alleen om ze weer te zien vertrekken: “Ik investeer wel, maar voor een beperkt aantal jaren. Ik maak er een schuldkwestie van – als ze eerder weggaan, dan moeten ze er wel wat van terugbetalen. Maar dat houdt ze niet tegen, zodat je steeds weer opnieuw moet beginnen.”

“Wij willen niet meer eerst iemand tien jaar opleiden,” zegt AnneHarm Barkema. Hij is chief human resource officer van CEVA Logistics, een bedrijf met wereldwijd ongeveer 45.000 werknemers. “We moeten weten waar iemand zit en die koop je gewoon. Locatie speelt veel minder een rol.” Barkema meent dat 'big data' daarbij gaat helpen. Welke mensen waar goed in zijn, en waar zij zitten, zal de HR-medewerker bij moeten gaan houden met HR-informatietechnologie. “Met twintig man personeel kun je dat nog overzien, met duizend niet meer.”

Business-adviseur

De functie van personeelszaken zal zelfs verdwijnen, meent Alje Kuiper van Randstad. “Finance, IT, HR, marketing, dat gaat allemaal meer door elkaar heen lopen. Je moet dus ook overal verstand van hebben. HR is een specialisatie uit het verleden.”

De HR-medewerker van de toekomst wordt een all-round business manager: een beetje van mensen houden, maar dat combineren met kennis van over data, beloning en talentontwikkeling.  Die verandering naar een ander type HRM is ook te zien op de opleiding in Rotterdam. Voorheen heette HRM nog P&A, Personeel en Arbeid. De huidige opleiding wil niet alleen personeelsfunctionarissen afleveren, maar ook heuse HR-adviseurs.

AnneHarm Barkema is echter helemaal niet tevreden over de kennis en vaardigheden van afgestudeerde HRM'ers: “Het frustreert ons geweldig dat mensen van het HBO nog nooit van human resources information systems hebben gehoord. Als je tegen zo iemand zegt 'neem even vijftien blue collar-mensen aan', dan vallen ze uit elkaar. Als je dat niet kunt, wat heb je dán geleerd?”

Diederik Brand is het daarmee eens: “Als je je rijbewijs hebt gehaald, kun je nog geen auto rijden. De opleiding moet gewoon zorgen dat mensen goed aan de start verschijnen.”

Marion Seiffers, Human Resource Development-adviseur van de Hogeschool Rotterdam, merkt fijntjes op dat de bedrijven daar zelf ook iets mee te maken hebben: “De praktijkcomponent in onze opleidingen is heel groot. Zijn de stages die bedrijven verzorgen dan van zo'n slechte kwaliteit dat studenten er niks leren?”

De HR-directeuren verwachten aan de ene kant een toenemende verzakelijking maar aan de andere kant ook dat er meer aandacht nodig zal zijn voor bezieling, voor de werknemer als mens. Bij scheepsbouwer IHC Merwede zijn ze nog lang niet zo ver dat de HRM'er een business manager is die zich met strategie bezighoudt, vertelt Pim Huizing: “Bij ons wordt de beste lasser manager.” En als iemand een moeilijk gesprek krijgt, dan houden Huizing en zijn mensen nog hun hand vast: “Ik ben wel van het goeie gesprek. Mijn collega's verzakelijken snel. Ik vraag werknemers nog hoe ze het gedaan hebben met korfbal.”

Robots of Aziaten?

Het blijft lastig om de toekomst te voorspellen, stellen de captains of HR vast. Misschien wordt het werk in de toekomst wel grotendeels gedaan door robots. Of toch de Polen of Aziaten? Of hebben we er zelf ook nog iets mee te maken? Diederik Brand van Samsung: “Als 3D-printing zich verder ontwikkelt, dan kunnen mensen thuis dingen maken. Dat zet een aantal klassieke industrieën op zijn kop.” Voor een scheepsbouwer gaat er in ieder geval veel veranderen, weet Pim Huizing: “Voor lassers zal de werkgelegenheid afnemen. Een schip dat je nu met honderd man bouwt, maak je dan misschien met vijftig robots. Maar ja, iemand zal die robots moeten programmeren en onderhouden.”

Rene Kamp verwacht veel van technologische ontwikkeling: “Ik heb een klant die machines maakt. Die zijn dermate ingewikkeld, dat het lastig is om er goede operators voor te vinden. Wat die machinebouwer heeft gedaan, is de operator een Google Glass opzetten met daarop instructies hoe hij de machine moet bedienen. Zo los je schaarste op en kun je je afhankelijkheid van specialistisch personeel weg-automatiseren.”

AnneHarm Barkema: “2030 is nog een generatie van ons weg. Best kans dat we tegen die tijd zeggen 'de technologie hebben we geregeld, nu hebben we geld over voor menselijke warmte'. Misschien betalen we dan wel tien euro voor een kop koffie bij de Starbucks, gewoon om eindelijk weer eens iemand te spreken. Het zou allemaal zó kunnen omdraaien.”