Ook al stribbelen Duitse en Nederlandse centrale bankiers nog tegen, de kogel is door de kerk. De Europese Centrale Bank kondigt donderdag vrijwel zeker aan dat de geldpers wordt aangezet. Maar is de economie van de eurozone daarmee ook geholpen?
ECB-president Mario Draghi kan er eigenlijk niet meer onderuit. Financiële markten rekenen erop dat de Europese Centrale Bank donderdag een vorm van ‘kwantitatieve verruiming’ aankondigt ter waarde van ruim 500 miljard euro. Ofwel: de geldpers gaat aan.
Dat gebeurt als de centrale bank staatsleningen van eurolanden opkoopt op de markt en daarvoor betaalt met vers gedrukt geld. Geld is ook een vorm van schuld, maar daarbij gaat het om een schuld van de centrale bank aan burgers en bedrijven waarover geen rente hoeft te worden betaald. Bovendien heeft de centrale bank geen aflossingsplicht bij de uitgifte van geld.
Geldpers ECB: steun economie eurozone
Als er meer geld in omloop komt, helpt dat mogelijk om de neerwaartse spiraal van prijzen in de eurozone te kenteren en dus de inflatie aan te wakkeren. Maar bij het beïnvloeden van de prijsontwikkeling gaat het eigenlijk om symptoombestrijding. Achterliggend wil de ECB een bijdrage leveren om de zwakke economische groei in de eurozone, met geringe bedrijfsinvesteringen en matige consumptie, aan te pakken.
Experts zijn echter zwaar verdeeld over de vraag of het strooien met geld daarbij zal helpen. In een opiniestuk op de site Vox beargumenteren de Italiaanse economen Francesco Giavazzi en Guido Tabellini dat veel afhangt van de manier waarop de ECB het opkoopprogramma van staatsleningen uitrolt en de reactie van regeringen in de eurozone.
Wie koopt staatsschuld: ECB of nationale centrale banken?
Allereerst geven Giavazzi en Tabellini aan waar we geen al te hoge verwachtingen van moeten hebben. Zo zien ze de discussie over de vraag of de Europese Centrale Bank zelf staatsleningen gaat opkopen, of dat nationale centrale banken individueel staatspapier van het eigen land kopen als een bijzaak.
Waarschijnlijk kiest de ECB, om Duitsland en Nederland te paaien, voor opkoop van staatsschuld door nationale centrale banken. Dit met het idee dat elk land dan individueel verantwoordelijk is.
Maar, zo betogen de economen, daarmee is niet gezegd dat noordelijke eurolanden geen risico meer lopen als bijvoorbeeld een zuidelijk euroland in de problemen komt. Want dan is sowieso sprake van een crisissituatie waarbij mogelijk alsnog wordt besloten tot onderlinge steun om de eurozone te redden.
Meer kredietruimte banken?
Dan de inhoudelijke kant: als financiële instellingen die beleggen in staatsleningen van eurolanden, vers geld krijgen als de ECB die staatsleningen opkoopt, schept dat in theorie ruimte om nieuwe leningen te verstrekken aan bedrijven en consumenten. Maar daar moet niet al te veel van verwacht worden, aldus Giavazzi en Tabellini.
Immers, banken kunnen op dit moment al vrijwel gratis lenen bij de ECB en dat heeft niet of nauwelijks geleid tot meer kredietverlening en een investeringsimpuls bij bedrijven.
Reden hiervoor is dat aan de ene kant banken prioriteit geven aan het versterken van hun financiële buffers en dus niet happig zijn om nieuwe leningen te verstrekken en anderzijds de vraag naar kredieten bij bedrijven relatief zwak is.
Zwakke euro
Ander effect van het bijdrukken van euro's is dat de wisselkoers van de euro ten opzichte van de dollar onder druk komt te staan. Zeker als de Amerikaanse centrale bank juist minder scheutig wordt met het rondstrooien van dollars.
In principe is een zwakkere euro gunstig voor Europese exporteurs die kosten hebben in euro's en spullen verkopen in dollargebieden. Maar ook daar moet niet overdreven veel van worden verwacht, stellen economen Giavazzi en Tabellini.
Voor de hele eurozone geldt namelijk dat de export naar niet-eurolanden ongeveer 20 procent van de economie beslaat. Bovendien is de wisselkoers van de euro sinds medio 2014 al fors verzwakt, mede omdat financiële markten vooruit zijn gelopen op maatregelen van de ECB.
Geldpers ECB en fiscaal beleid eurolanden
Blijft over: het fiscale beleid van regeringen in de eurozone. Dat is het enige middel om echt een vraagimpuls te creëren voor de economie van de eurozone, aldus de twee Italiaanse economen.
Het opkopen van staatsschuld door centrale banken geeft overheden in principe ruimte om belastingen te verlagen of meer te investeren. Maar om te zorgen dat de expansie van de geldhoeveelheid ook echt een economisch effect heeft, is het cruciaal dat overheden die extra fiscale ruimte ook benutten.
Kortom, de ECB kan met kwantitatieve verruiming een voorzet geven, maar de regeringen van de eurozone moeten die wel inkoppen, betogen Giavazzi en Tabellini.
De houding van Duitsland zal hierbij cruciaal zijn. Zeker als je bedenkt dat de Duitse Bundesbank naar rato de meeste staatsleningen zal moeten opkopen. (zie de tabel hieronder, klik voor uitvergroting).
Juist de Duitse regering is vooralsnog niet geneigd om achterstallig onderhoud van bijvoorbeeld wegen en bruggen met nieuwe leningen te financieren. Aan de andere kant is het gecombineerde aandeel van het trio Frankrijk, Spanje en Italië ongeveer twee keer zo groot als dat van Duitsland; en die landen hebben wellicht minder moeite met extra investeringen en belastingverlaging.
Stevig geldprogramma
Tot slot is van belang dat de ECB sterke voorzet geeft: er moet voor eurolanden wel een duidelijk signaal zijn dat ze voorlopig van de opgekochte staatsschuld af zijn. Dus de ECB moet bijvoorbeeld aangeven dat langlopende staatsschuld wordt opgekocht en dat de centrale bank schuld blijft opkopen, als overheden schuld aflossen die de ECB bezit.
Kortom: het opkoopprogramma van staatsleningen moet groot en krachtig zijn en regeringen van eurolanden moeten zorgen dat de geldinjectie ook daadwerkelijk de economie raakt. Anders zit de eurozone straks met de zoveelste kater opgescheept.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl