Wellink ging na enig talmen door het stof. Desgevraagd onderschreef hij de
conclusie van commissie-Scheltema dat DSB Bank geen bankvergunning had moet
krijgen. Maar tegelijkertijd bagatelliseerde hij het belang van de in 2005
afgegeven bankvergunning enigszins door de Kamer eraan te herinneren dat DSB
Bank al een soort bankvergunning had.

In 2005 ging het om de universele bankvergunning, waarmee DSB Bank zich
officieel een bank mocht noemen. Maar de groep bedrijven van Dirk Scheringa
had al eerder een soort vergunning gekregen, die volgens Wellink "voor
95 procent" een echte bankvergunning was. Dus ook zonder die universele
bankvergunning kon Scheringa doorgaan op de ingeslagen weg.

Conflicten
De Kamer viel eerst over een nuance die Wellink aanbracht toen hem gevraagd
werd of hij de conclusie van Scheltema over de bankvergunning onderschreef.
Wellink refereerde als antwoord daarop aan een uitspraak van demissionair
minister van Financiën Jan Kees de Jager, die had gezegd dat "DSB
Bank nooit zo een vergunning had mogen krijgen". Wellink wees op het
woordje ‘zo’, en verbond daar ogenschijnlijk de conclusie aan dat DSB Bank
nooit op die manier een vergunning had mogen krijgen van DNB.

De Tweede Kamer vatte dat op als een poging van Wellink om zich te onttrekken
aan de zware conclusie van Scheltema dat DNB een grote fout had gemaakt.
Geagiteerde Kamerleden vroegen herhaaldelijk aan Wellink of hij de conclusie
van Scheltema nu wel of niet geheel onderschreef, en Wellink zei
uiteindelijk dat hij dat inderdaad deed.

Later zei hij dat de gang van zaken rondon DSB Bank en het falende toezicht,
zoals geconstateerd door Scheltema, hem speet. Excuses wilde hij echter in
eerste instantie niet aanbieden. Hij vroeg zich af of "spijt hebben ook
meteen vertaald moet worden in excuses". Uiteindelijk bood hij, na
eerst weerstand te hebben geboden, namens zijn organisatie alsnog zijn
verontschuldigingen aan.

Tegenaanval
Nog later durfde Wellink zelfs in de aanval te gaan. Hij trok het zich erg
aan toen Kamerleden zich kritisch toonden over de vraag of Wellink, die
inmiddels al 13 jaar voorzitter van DNB is, wel de aangewezen persoon is die
kan zorgen voor een cultuuromslag zoals minister De Jager die wenst.

Wellink zei dat hij de afgelopen jaren juist gezorgd heeft voor een
mentaliteitsverandering. Toen hij aantrad bevond DNB zich bij wijze van
spreken "nog in de Middeleeuwen", aldus de president. Hij heeft al
veel veranderd binnen de organisatie en mede daarom denkt hij juist de
aangewezen persoon te zijn die de kennis en ervaring heeft om van DNB een
organisatie met tanden te maken.

Zo moet DNB de wetten en regels veel strenger toepassen, en bankdirecteuren
veel minder op hun blauwe ogen geloven wanneer zij beterschap beloven. Dat
was één van de grote problemen die Scheltema aanwees: de toezichthouder was
veel te mild gebleven en voerde gesprekken met Dirk Scheringa en de zijnen,
maar draaiden nooit echt voelbaar de duimschroeven aan. Wellink toonde zich
strijdlustig en klaar om de klus te klaren.

Kamer blijft kritisch
De fracties in de Tweede Kamer toonden zich niet onder de indruk van
Wellink's hervonden strijdlustigheid. Formeel heeft de Kamer niets te zeggen
over de positie van de president van De Nederlandsche Bank, die een
onafhankelijke koers vaart. Maar als een meerderheid van de Tweede Kamer het
vertrouwen in Wellink verliest, zadelt dat de minister van Financiën met een
groot probleem op. Het hoofd van misschien wel de belangrijkste
toezichthouder is dan aangeschoten wild.

Het stoorde VVD-Kamerlid Frans Weekers dat Wellink zich aan het begin van de
hoorzitting "toch weer even probeerde te verbergen achter juridische
formuleringen" toen het over de bankvergunning voor DSB ging. Andere
Kamerleden, zoals Groenlinks-lid Jolande Sap, irriteerden zich eraan dat
Wellink pas na herhaaldelijk aandringen zijn excuses aanbood voor wat er
gebeurd was.

Patroon
Weekers wees tijdens de hoorzitting nog op wat hij een patroon noemde:
Wellink die zich als toezichthouder als een jurist blind staart op wat wel
en niet kan, mogelijk uit angst voor claims. Wellink nam daar direct fel
stelling tegen en refereerde aan de overname van ABN Amro. Eén van de
instigatoren van die overname, investeringsfonds TCI, had in een brief aan
DNB gedreigd met een claim van 10 miljard euro als DNB de overname door het
consortium van banken tegen hield.

Daarvan was DNB niet onder de indruk, bezwoer Wellink. "Die brief schoven
wij direct terzijde", zei hij. Toch was Weekers, lid van de grootste
fractie in de Tweede Kamer, er nadien nog niet van overtuigd dat Wellink de
aangewezen man is om bij De Nederlandsche Bank het roer om te gooien.

Ook CDA'er Elly Blanksma - Wellink is een prominent CDA'er - schaarde zich
niet onvoorwaardelijk achter de geplaagde toezichthouder. Vandaag,
donderdag, volgt eerst nog een debat met minister De Jager. Vervolgens wil
Blanksma eerst de veranderplannen die Wellink in petto zegt te hebben nog
zien voordat ze een definitief oordeel velt over hem.

Het is waarschijnlijk zoals hoogleraar economie Arnoud Boot, tevens lid van de
Bankraad van De Nederlandsche Bank, het woensdagavond zei in
televisieprogramma Nova: hoofd zijn van DNB is Wellink's lust en leven. Hij
doet niets liever dan zich bezig houden met internationale ontwikkelingen op
het gebied van financieel toezicht.

Zegt Wellink wat je horen wilt?
Dat mag zo zijn, feit is en blijft dat Wellink al jaren DNB-president was
toen DSB Bank die bankvergunning kreeg in 2005. Feit is dat Wellink al jaren
het opperhoofd was toen hij Icesave toeliet tot de Nederlandse markt. Feit
is ook dat hij een verklaring van geen bezwaar gaf voor de overname van ABN
Amro.

Feit is in dat verband ook dat, hoewel Wellink tijdens de hoorzitting zei niet
bang te zijn voor claims, hij enkele maanden terug voor de commissie-De Wit
zei dat hij geen mogelijkheid zag om de overname van ABN Amro tegen te
houden. Als hij maar "een klein gaatje" had gezien om die overname
tegen te houden, dan had hij daar gebruik van gemaakt, zei Wellink toen. Een
rare tegenstelling. Een soevereine nationale toezichthouder kan zulke zaken
tegenhouden - als hij dat maar wil.

Bovendien had hij die dreigbrief van TCI van 10 miljard euro al rücksichtlos
terzijde geschoven, zei Wellink stoer tijdens de hoorzitting. Waar was hij
dan zo bang voor toen hij toenmalig minister van Financiën Wouter Bos tóch
adviseerde om een verklaring van geen bezwaar af te geven voor de overname?

Er lijkt een ander patroon zichtbaar als het over Wellink gaat: dat van een
man die zich voegt naar de heersende opvattingen zodra de grond onder zijn
voeten hem te heet wordt. Neem de hoorzitting met de Tweede Kamer. Hij begon
met een nuancering van het centrale oordeel van de commissie-Scheltema, maar
kwam daar van terug toen de kamerleden begonnen te bokken. Hij gaf hen wat
ze wilden en onderschreef alsnog voluit de conclusie. Vervolgens weigerde
hij excuses te maken, maar keerde ook hier rap op zijn schreden terug toen
de kritiek aanzwol.

En toen kamerleden zich kritisch toonden over zijn vermogen om een
cultuuromslag te realiseren binnen DNB, trok Wellink de mantel van
veranderingsmanager aan.

Wellicht is het een idee om iemand aan het hoofd van DNB te hebben wiens baan
niet zijn lust en zijn leven is, maar het uitvoeren van zijn taken.

Lees ook:

Wie gaat Nout Wellink opvolgen?

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl