Wie zat fout in het drama dat leidde tot de
val van DSB Bank? Eigenaar Dirk Scheringa weet het wel.
Scheringa meende zondag 11 oktober nog een gezonde bank te hebben. Maar de
mislukte poging van De Nederlandsche Bank om DSB zondagnacht onder curatele
te stellen en het lek in de pers over die actie maandagmorgen, zorgden voor
een bankrun die DSB fataal werd.
Scheringa voelt zicht gepakt, maar gaat er voor het gemak aan voorbij dat hij
sinds 1 oktober al een beroep moest doen op een noodlening
1 miljard euro bij De Nederlandsche Bank en de Europese Centrale Bank,
terwijl het spaargeld met miljoenen per dag wegvloeide. Dat die ontwikkeling
zonder het publicitaire rumoer van maandagochtend plotseling was gestopt, is
zeer onwaarschijnlijk.
Maar goed: minister Bos van Financiën en president Nout Wellink van De
Nederlandsche Bank krijgen in deze de zwarte piet toegespeeld.
Kritiek Lakeman
Afgelopen week lag Wellink al onder vuur, toen Scheringa’s kwelgeest Pieter
Lakeman de bankpresident verweet veel te lang te hebben toegestaan dat
DSB Bank dubieuze koopsompolissen verkocht.
Bedrijfsonderzoeker Lakeman, die uiteindelijk succesvol is geweest met zijn oproep
aan spaarders om DSB Bank omver te trekken, vindt dat Wellink het
bestuur van DSB veel eerder had moeten aanpakken op morele gronden. Lakeman
gaat er gemakshalve aan voorbij dat het oordeel over de toelaatbaarheid van
DSB's verkooppraktijken op de eerste plaats bij de Autoriteit Financiële
Markten ligt. Die houdt toezicht op het gedrag van financiële instellingen.
Zakenbankier Wellink
Een derde fout die Wellink wordt aangerekend, is de mislukte poging van
afgelopen week om DSB Bank onder te brengen bij collegabanken. Een deal waar
Rabobank, ING, Fortis, ABN Amro en SNS naar hebben gekeken.
Op de achtergrond heeft de president van De Nederlandsche Bank hierbij een
faciliterende rol. Maar zolang Nederland een markteconomie is, valt Wellink
weinig te verwijten als collega's van DSB Bank weigeren een concurrent over
te nemen die een reeks onzekere claims van gedupeerde klanten aan z'n broek
heeft.
Te weinig macht
In de veelal gemakkelijke kritiek op Wellink blijft een aantal zaken
onderbelicht. De rommelige val van DSB Bank maakt vooral duidelijk dat De
Nederlandsche Bank een grotere bevoegdheid moet krijgen om op eigen gezag in
te grijpen als een bank in problemen dreigt te komen.
Bij de val van DSB ging de rechter zondagnacht aanvankelijk niet akkoord met
een dringend verzoek van DNB om de bank van Scheringa onder curatele te
stellen. Toen spaarders vervolgens extra geld uit de bank trokken, ging de
rechter maandagmorgen alsnog overstag.
Omdat beeldvorming en reputatie in dit soort situaties cruciaal zijn, zou het
veel beter zijn als Wellink in overeenstemming met de minister van Financiën
in noodgevallen op eigen gezag kan ingrijpen. Dat voorkomt chaotische
taferelen, zoals afgelopen maandagochtend. De rechter moet achteraf dan maar
bepalen of een ingreep van De Nederlandsche Bank terecht was of niet.
Sinds de ondergang van Fortis in het najaar van 2008, is duidelijk dat DNB
meer armslag moet krijgen. Maar de politieke molen werkt op dit punt in Den
Haag uiterst traag.
Politiek faalt
Ook inzake de woekerpolissen ligt het falen eerder bij de Tweede Kamer en
regeringen die zaken sinds het midden van de jaren negentig op hun beloop
hebben gelaten, dan bij Wellink.
Onafhankelijke onderzoekers als Arnoud Boot en Ivo Valkenburg hebben vanaf
1995 diverse keren kraakhelder aangegeven wat er mis was met de
verkooppraktijken van dure beleggingsverzekeringen. De Tweede Kamer heeft
zich echter jarenlang laten inpakken door de verzekeringslobby.
Op dit punt valt ook Gerrit Zalm, die tussen 1994 en 2002 en van 2003 tot 2007
minister van Financiën was, veel te verwijten. Zalm heeft te lang vertrouwd
op zelfregulering bij verkopers van woekerpolissen. Dat heeft meer kwaad
gedaan, dan zijn korte aanstelling als financieel topman bij DSB.
Scheringa te laat
Speciaal aan de positie van DSB in de woekerpolisaffaire is dat topman
Scheringa veel te laat tot inkeer is gekomen. In 2007 en 2008 hebben alle
grote verzekeraars - Delta Lloyd, Aegon, ING - compensatieregelingen
getroffen. Scheringa's relatief kleine DSB Bank heeft dat nagelaten en werd
zo een gemakkelijk doelwit voor scherpschutter Lakeman.
Door te laat schoon schip te maken in de woekerpolisaffaire heeft Scheringa de
ondergang van zijn bank grotendeels aan zichzelf te danken. In het bredere
dossier heeft vooral de Haagse politiek boter op het hoofd.
Bij het toezicht op de banken telt zwaar dat toezichthouder DNB een jaar na de
spectaculaire reddingsoperaties van grote banken nog steeds een waakhond is
met broze tanden. Dat valt Wellink niet aan te rekenen.
Lees ook:
Analyse:
Dit zijn de hete aardappels bij DSB
Lening
van DNB betekende einde DSB
Wat gebeurt er
met schuld en geld van de DSB-klant?
DSB
Bank onder curatele geplaatst
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl