De Nederlandse multimiljonair Edward Heerema had een droom: het grootste hefschip ter wereld bouwen. Om snel aan geld te komen stak hij 100 miljoen euro in een belegging van een Maltese zakenman, maar dat draaide uit op een deceptie.

Aan het einde van dit jaar komt het grootste schip ter wereld de Rotterdamse haven binnengevaren. De Pieter Schelte is een gevaarte van 382 meter lang en 117 meter breed dat in opdracht van het Zwitsers-Nederlands offshorebedrijf Allseas is gebouwd.

Met het schip, dat 1,3 miljard euro kost, kan Allseas olieplatformen optillen en naar de wal vervoeren. Meestal gebeurt dat in delen; met de Pieter Schelte kan het in één keer.

Allseas is het bedrijf van de Nederlandse multimiljonair Edward Heerema. Het schip is vernoemd naar zijn vader, Pieter Schelte Heerema, een pionier in de offshore-industrie. Al in 1987 begon Heerema met het ontwerp van het hefschip, maar de markt was er toen nog niet klaar voor. Ruim een kwart eeuw later is het eerbetoon aan Heerema’s vader eindelijk werkelijkheid geworden.

Turbulente voorgeschiedenis

Maar de Pieter Schelte kent een turbulente voorgeschiedenis, blijkt uit een uitspraak afgelopen zomer van de Londense rechtbank. Daarover schrijft het Financieele Dagblad (FD) woensdag.

Om aan het benodigde bedrag te komen voor de bouw van het schip gaat Heerema in 2011 in zee met de Maltese zakenman Paul Sultana. Die biedt Heerema een unieke kans aan om mee te doen met een belegging in schuldbewijzen, waar de Federal Reserve bij betrokken zou zijn. De Amerikaanse centrale bank zou Allseas heimelijk willen helpen bij de bouw van het schip.

Op aanraden van zijn naaste medewerkers hapt Heerema toe. Hij legt 100 miljoen euro in en geeft een compagnon van Sultana toestemming om het geld te beleggen.

Fictieve belegging

Maar de zaak blijkt niet in de haak. Op 15 december 2011 ontvangt Heerema een e-mail van de Londense politie dat Allseas slachtoffer is geworden van oplichting. De scheepsmagnaat wil er in eerste instantie niet aan en eist op straffe van een schadeclaim dat het geld per direct wordt vrijgegeven.

Pas een week na de mail uit Londen beseft de Nederlandse multimiljonair dat hij is bedonderd. "We werden zo ingepalmd dat we geloofden in iets dat niet bestond. Dat was een grote fout", zei Heerema begin dit jaar tegen de rechter.

Door kordaat optreden van de Londense autoriteiten, die ongebruikelijke transacties blokkeerden, verliest Heerema uiteindelijk maar 12 miljoen euro. Dat bedrag heeft de scheepsmagnaat uit eigen zak terugbetaald aan zijn bedrijf Allseas.

Sultana in hoger beroep

Daarmee is de kous echter nog niet af. Sultana moet van de rechter het verdwenen bedrag terugbetalen inclusief rente. Maar de vermeende oplichter weigert dat en is in hoger beroep gegaan. Bovendien eist Sultana een schadevergoeding van Allseas.

Volgens de Maltees is hij namelijk zelf bedonderd door zijn zakenpartner die het geld zou beleggen. Allseas had de compagnon van Sultana daarvoor nooit mogen machtigen, zegt de advocaat van Sultana tegenover het FD. "Heerema en zijn naaste medewerkers hadden beter moeten weten. Hun incompetentie heeft Allseas geld gekost, dus zij zijn aansprakelijk voor de schade."

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl