- Olielandenclub OPEC is formeel geen echt kartel, maar heeft een ongekend sterke positie op de mondiale oliemarkt
- De OPEC-landen kunnen momenteel als enige meer ruwe olie oppompen, aldus een grondstoffenexpert van zakenbank Goldman Sachs.
- Dat maakt de oliegroep waarschijnlijk machtiger dan ze ooit is geweest in haar 60-jarige geschiedenis.
- Lees ook: Olieprijzen zijn aan het dalen, maar krappere voorraden zullen prijzen deze zomer weer opdrijven naar $125 per vat, voorziet zakenbank UBS
De macht van olielandenclub OPEC op de oliemarkt is nog nooit zo groot geweest. De Organization of Petroleum Exporting Countries en haar bondgenoten overwegen naar verluidt woensdag een besluit te nemen over een beperking van de olieproductie met meer dan 1 miljoen vaten per dag.
In een interview met CNBC zei hoofdstrateeg voor de grondstoffenmarkt Jeff Currie van zakenbank Goldman Sachs maandag dat de OPEC het zich kan permitteren om het aanbod van ruwe olie te beperken, omdat er geen andere landen zijn die het effect van een dergelijke stap teniet kunnen doen door de productie te verhogen.
“De oude olie-orde is terug”, zei Currie. “De OPEC is waarschijnlijk machtiger dan ooit in haar 60-jarige geschiedenis. En één van de redenen daarvoor is het feit dat we niet hebben geïnvesteerd in alternatieve energiebronnen. Dus zij hebben een enorme machtspositie.”
Analisten wijzen vooral naar Saoedi-Arabië en de Verenigde Arabische Emiraten als de twee OPEC-leden met extra productiecapaciteit.
Het afgelopen decennium werd de macht van de OPEC-landen juist uitgehold door extra olieproductie die via Amerikaanse producenten van schalie-olie op de markt kwam. Maar in de VS is er de afgelopen jaren juist relatief weinig geïnvesteerd in nieuwe productiecapaciteit van schalie-olie.
De reden achter de beoogde productieverlaging door de OPEC-landen is de recente daling van olieprijzen tot onder de 100 dollar per vat, aldus Currie. Als olieprijzen weer stijgen, wordt het ook weer interessanter om in productiecapaciteit te investeren.
Woensdag noteerde een vat Brent-olie op 91 dollar, na eind augustus te zijn gezakt tot 84 dollar.