Soms moet je bij leven zaken regelen in de hoop dat je er nooit een beroep op
hoeft te doen. Een van die dingen is ervoor zorgen dat je kinderen verzorgd
achterblijven, als jij en je partner op jonge leeftijd overlijden. Maar hoe
pak je dit aan?
Als beide ouders het gezag over hun kind hebben en een van hen dood gaat,
blijft de andere ouder het gezag uitoefenen. Overlijden beide ouders, dan
wordt een voogd aangewezen. Deze krijgt de verantwoordelijkheid voor de
verzorging en opvoeding van de kinderen. Ook is de voogd de wettelijke
vertegenwoordiger van het kind en beheert hij het vermogen van het kind. De
kantonrechter houdt hier toezicht op.
Voogd
Je kunt zelf in je testament één of twee familieleden of vrienden aanwijzen om
deze taak uit te oefenen. Om voogd te kunnen worden moet hij of zij eerst
een bereidverklaring afleggen van de rechtbank. Een door jou aangewezen
voogd mag weigeren, omdat hij bijvoorbeeld wegens een ernstige ziekte niet
in staat is voor jouw kinderen te zorgen. Om ervoor te zorgen dat je kind in
zo’n situatie toch in vertrouwde handen komt, is het verstandig om in je
testament ook een reservevoogd aan te wijzen.
Heb je geen voogd in je testament genoemd, dan neemt de rechter hierover een
besluit. Hij zal hiervoor eerst te rade gaan bij de familie. Waar nodig
vraagt hij om advies bij de Raad voor de Kinderbescherming. Lukt het niet om
een geschikte voogd te vinden, dan krijgt een voogdijinstelling het gezag
over de kinderen. Zij zal op zoek gaan naar een geschikt pleeggezin of je
kind begeleiden om zelfstandig te wonen.
Bewindvoerder
Als je kind achttien wordt, eindigt de voogdij en mag jouw kind vrij
beschikken over jouw erfenis. Vind je dat te vroeg, dan kun je in je
testament een bewindvoerder benoemen, die het vermogen zal beheren tot je
kind bijvoorbeeld 21 of 25 jaar is. De bewindvoerder zal nauw overleg voeren
met je kind, maar hij kan indien nodig roekeloze beslissingen van je kind
tegenhouden. Je kind kan wel naar de rechter stappen als hij het niet eens
is met beslissingen van de bewindvoerder.
Als je overlijdt, ben je de regie natuurlijk kwijt. Maar je kunt bij leven wel
richtlijnen vastleggen over het beheer van het vermogen, zegt Anita Noort,
hoofd Bewindvoering & Executele bij ABN AMRO MeesPierson. "Je kunt
bijvoorbeeld de wens opnemen dat je vakantiehuis in het buitenland een
familiehuis blijft of dat de bewindvoerder het vermogen mag aanwenden voor
de aankoop van een huis of de start van een bedrijf door je kind."
Maar, zo benadrukt ze, "besef wel dat uiteindelijk de bewindvoerder met je
kind aan zet is en dat je kind eigenaar wordt van het vermogen."
Bewegingsruimte
Noort adviseert om niet zulke gedetailleerde instructies mee te geven dat de
bewindvoerder geen enkele bewegingsruimte meer heeft. "Je kunt bijvoorbeeld
graag willen dat de helft van het vermogen cash beschikbaar moet blijven en
de andere helft belegd moet worden in effecten. Maar na je overlijden kan
een andere werkelijkheid ontstaan, waardoor de grens wellicht noodgedwongen
moet opschuiven. Bijvoorbeeld als het huis van de ouders met verlies moet
worden verkocht. Je kunt beter enkele algemene richtlijnen meegeven. Verder
moet je erop vertrouwen dat de bewindvoerder zorgvuldig met het vermogen
omgaat."
Je kunt volgens Noort in je testament wel enkele beschermingsbepalingen
opnemen, zoals een uitsluitingsclausule, die voorkomt dat de (toekomstige)
schoonfamilie van je kind meedeelt in de erfenis. Je nalatenschap valt dan
niet in een gemeenschap bij een huwelijk, waardoor een toekomstige
ex-partner er ook na echtscheiding geen aanspraak op kan maken.
Ook kun je in je testament een executeur benoemen, voor de afwikkeling van de
nalatenschap. Wil je het beheer van je vermogen liever niet bij de voogd
neerleggen, maar bij een financieel expert, dan kun je voor dat vermogen een
bewindvoerder aanwijzen. Voogdij en bewindvoering mag je namelijk scheiden.
Vermogensbehoud
Hoe vind je een goede bewindvoerder? Om daar achter te komen, moet je eerst
weten wat het doel van bewindvoering is, stelt Noort. In de meeste gevallen
zal het gaan om het in stand houden van het vermogen en begeleiding van je
kind naar financiële zelfstandigheid. "Maar als je een meerderjarig kind
hebt dat al vrij goed voor zichzelf kan zorgen en bezig is een carrière op
te bouwen, zal het bewind meer gericht zijn op vermogensgroei", zegt Noort.
Bewindvoering kan ook nodig zijn als je een vermogen nalaat aan een kind dat
niet met geld kan omgaan, door bijvoorbeeld een psychiatrische aandoening,
handicap of verslavingsproblematiek. In dat geval is de bewindvoering vooral
gericht op inkomensbeheer en bescherming van het vermogen.
Omdat vermogens- en inkomensbeheer twee heel verschillende taken, adviseert
Noort goed te checken waar een potentiële bewindvoerder in thuis is.
Beunhazen
Neem de tijd om een goede bewindvoerder te vinden, want er zijn in de markt
helaas ook beunhazen actief. Iedereen die meerderjarig is en niet onder
curatele staat of net failliet is, kan namelijk door de kantonrechter worden
benoemd tot bewindvoerder. Een financiële achtergrond is niet noodzakelijk.
Er is wel een wetsvoorstel in de maak dat de eisen voor professionele
bewindvoering aanscherpt.
Informeer of een beoogde bewindvoerder voldoende is onderlegd op financieel
gebied. Daarnaast is vertrouwen heel belangrijk: je moet het gevoel hebben
dat je vermogen in vertrouwde handen is. Of die klik er is, moet blijken uit
een kennismakingsgesprek.
Lees ook:
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl