- Bijna het hele Russische leger is actief in Oekraïne, volgens de Britse minister van Defensie.
- Rusland loopt mogelijk aan tegen een gebrek aan getrainde manschappen.
- Europa staat voor een andere uitdaging: voldoende munitie en wapens leveren aan Oekraïne, zodat het land de strijd kan volhouden.
- Lees ook: Russisch offensief om Donbas-regio in Oekraïne volledig te bezetten, lijkt al begonnen
Bijna het hele Russische leger is op dit moment actief in Oekraïne, dat heeft de Britse minister van Defensie, Ben Wallace, woensdag tegen de BBC gezegd. Volgens Wallace loopt Rusland hierdoor op korte termijn tegen een tekort aan getrainde troepen aan om de verliezen die het in de oorlog geleden heeft, aan te vullen.
Wallace zei ook dat het feit dat Rusland niet in staat is geweest om al tijdens de eerste aanval op Oekraïne door de Oekraïense verdediging heen te stoten, het Russische leger heeft verzwakt.
“We schatten dat 97 procent van het Russische leger, bijna het hele Russische leger dus, zich nu in Oekraïne bevindt”, zei Wallace. Er zijn geen officiële cijfers bekend over hoeveel troepen Rusland daadwerkelijk in Oekraïne gestationeerd zijn. Maar er zijn wel aanwijzingen dat Rusland, indien nodig, extra troepen zal blijven mobiliseren door Russen via dienstplichtacties op te roepen.
Dit zou betekenen dat Rusland opnieuw een beroep doet op mannen die waarschijnlijk geen militaire ervaring hebben en in wie flink wat tijd geïnvesteerd moet worden om ze de juiste vaardigheden aan te leren.
Russische deserteurs en westerse inlichtingendiensten hebben er al herhaaldelijk op gewezen dat veel Russische troepen bijna geen gevechtstraining hebben gekregen voordat ze naar Oekraïne zijn gestuurd.
Russen die bij de mobilisatie van afgelopen september werden opgeroepen, kregen zo weinig training dat sommigen al binnen een maand na hun oproep om in Oekraïne te vechten in lijkzakken weer naar huis werden gestuurd.
Wallace vergelijkt de Russische inspanningen om verder op te rukken in Oekraïne dan ook met de Eerste Wereldoorlog. “Het niveau van uitputting en het succespercentage is in deze oorlog van een kwestie van meters in plaats van kilometers."
Europa bezit niet genoeg wapens en munitie om Oekraïne te steunen
Niet alleen Rusland kampt met een essentieel tekort in deze oorlog. Tijdens een bijeenkomst van de westerse ministers van Defensie deze week op het hoofdkwartier van de NAVO moesten de meeste Europese landen toegeven dat er weinig oorlogsmateriaal meer over is om te doneren aan Oekraïne.
Westerse regeringen hebben volgens het Kiel Instituut voor ongeveer 105 miljard euro steun verleend aan Kiev, waarvan 36 miljard euro in de vorm van wapens. Maar de voorraad is nu zo goed al op. Denemarken heeft Oekraïne bijvoorbeeld al zijn Caesar-houwitsers, een vrachtwagen waarop een kanon van 155mm is geïnstalleerd, gegeven. En Estland heeft zoveel 155mm artilleriegeschut geleverd, dat er niets meer over is.
Ook valt het aantal verzamelde Leopard 2-tanks, die vorige maand door meerdere Europese landen aan Oekraïne zijn beloofd, vies tegen. Van de landen die Leopard 2-tanks in het vooruitzicht hadden gesteld zouden tot dusver alleen Duitsland zelf en Portugal over de brug komen.
"Meerdere landen van de 'tankcoalitie' staan nog niet klaar om daadwerkelijk tanks naar Oekraïne te sturen", zei de Duitse defensieminister Boris Pistorius woensdag na overleg met zijn collega's op het NAVO-hoofdkwartier. De teller stokt vooralsnog op veertien Duitse en drie Portugese tanks en bijna dertig Leopards 2A4 van andere landen.
NAVO gaat voor het eerst samenwerken met wapenindustrie
Terwijl de Europese ministers naarstig op zoek zijn naar materieel om Oekraïne mee te steunen, lijkt Rusland vol aan het voorjaarsoffensief te zijn begonnen. Dit zal naar verwachting een inzet van nieuw gemobiliseerde troepen, aanvallen door de Russische luchtmacht en het dagelijks afvuren van evenveel artillerie als Europa in een maand produceert, betekenen.
"Het is zorgwekkend wat er op komst is", zegt de Nederlandse minister van Defensie, Kajsa Ollongren, tegen de Britse krant The Financial Times. "Het is een kritiek moment door wat we ter plaatse al zien gebeuren en wat we de komende maanden nog kunnen verwachten. Het wordt een steeds serieuzer scenario dat deze oorlog zich lang zal voortslepen."
Naar mate de oorlog langer duurt, wordt het pijnlijk duidelijk dat de Europese defensiesector het tempo niet kan bijbenen. Europese fabrieken kunnen bijvoorbeeld nauwelijks genoeg granaten maken om een week lang in de behoeften van Oekraïne te voorzien. De wachttijden voor sommige munitie zijn meer dan verdubbeld.
De Europese landen hebben daarom voor het eerst een speciaal fonds opgericht waarmee militair materieel wordt aangekocht en richting Oekraïne gestuurd. Deze ronde zal er zo'n 225 miljoen euro uit het zogenoemde International Fund for Ukraine (IFU) worden gebruikt om direct bij de wapenindustrie in te kopen. Nederland heeft 100 miljoen euro in dit potje gestort.
"Nu de gevechten intenser worden en Oekraïne zich voorbereidt op een nieuw offensief, is snelheid van leveringen letterlijk van levensbelang. Door krachten te bundelen met andere landen en de industrie kunnen we meer en sneller militaire steun leveren en het voortzettingsvermogen van de Oekraïners versterken", zegt Ollongren.
Ze meldde dinsdag ook al dat Nederland extra munitie gaat leveren aan de Oekraïense strijdkrachten. De NAVO-landen voeren verder de productie op van munitie voor zwaar geschut, zoals de pantserhouwitsers die Nederland aan Oekraïne heeft geleverd, aldus NAVO-chef Jens Stoltenberg. Hij zegt er vertrouwen in te houden dat de industrie de behoefte van Oekraïne kan blijven bijbenen en de lege arsenalen van de NAVO-lidstaten weer kan vullen.
De westerse militaire alliantie leert het Oekraïense leger ondertussen om munitie te sparen door op een andere manier te vechten, hebben de Amerikaanse en Britse defensieministers op het NAVO-overleg in Brussel gezegd.