- Om de CO2-uitstoot te verlagen, moet ook in de voedingsindustrie het gasverbruik omlaag. Tot nu toe is daar echter weinig sprake van.
- Dat schrijft ING Research in een rapport.
- Voedingsbedrijven die niet anticiperen op elektrificatie kunnen hun concurrentiepositie de komende jaren zien verslechteren, waarschuwen sectoreconomen van de bank.
- Lees ook: Groene waterstof kan energietransitie helpen in Europa, maar is (nog) geen tovermiddel – dit zijn de redenen
Om de CO2-uitstoot te verlagen en de opwarming van de aarde te beperken, moet het aardgasverbruik dalen. Tot nu toe is daar in de voedingsindustrie weinig sprake van, schrijft ING Research dinsdag in een sectorrapport.
Aardgas levert nog altijd bijna driekwart van de benodigde energie in de voedingsindustrie, aldus de bank. Het gaat dan om bijvoorbeeld het bakken van brood, het koken van vleeswaren of het pasteuriseren van zuivel.
Voedingsproducenten die niet anticiperen op elektrificatie, waar de overheid op aanstuurt, zullen hun energierekening de komende jaren zien oplopen door hogere marktprijzen en stijgende belastingen op gas. Dit kan hun concurrentiepositie verslechteren, waarschuwt ING.
Volgens sectoreconomen van de bank wordt de energietransitie in de voedingsindustrie belemmerd door lange terugverdientijden en netcongestie. "Daardoor bestaat het gevaar dat bedrijven zich vooral richten op besparen en minder op duurzame transitie", luidt de conclusie.
'Hogere energieprijzen geen tijdelijk fenomeen'
De sterk gestegen energieprijzen leidden het afgelopen jaar tot hogere kosten voor voedingsproducenten. Zij berekenen deze door aan supermarkten, waardoor consumenten uiteindelijk meer kwijt zijn aan hun boodschappen.
Vindt er geen energietransitie in de voedingsindustrie plaats, dan zal de consument ook de komende jaren steeds dieper in de buidel moeten tasten.
Berekeningen van ING Research tonen aan dat voedingsbedrijven richting 2030 meer kwijt zijn aan energie dan vóór 2022 het geval was. Dit komt door hogere energieprijzen en de geplande stijging van de belastingen op gas.
Maar er zijn ook verduurzamingskansen. Tussen nu en 2030 investeert de voedingsindustrie jaarlijks 2 miljard euro in de vervanging van machines en installaties, zo verwacht de bank. Of er hierbij gekozen wordt voor een oven die op gas werkt of elektrisch is, zal sterk afhangen van toekomstige wettelijke verplichtingen en de beschikbaarheid van subsidies.