ANALYSE – Het is breed uitgemeten in de pers dat Eerste Kamerlid Anne-Wil Duthler bakzeil heeft moeten halen in een door haar tegen zakenblad Quote aangespannen kort geding. Zij vorderde rectificatie van artikel in Quote over zakelijke belangen.
De voorzieningenrechter vond echter dat er geen sprake was van een onrechtmatige publicatie door Quote en wees de vorderingen van Duthler af. De rechter oordeelde dat hetgeen Quote schreef over Duthler, voldoende steun vond in de feiten. Ook was er door Quote genoeg gelegenheid geboden voor wederhoor.
De afwijzing van de vorderingen van Duthler is echter niet alleen in deze inhoudelijke beoordeling gelegen, maar heeft ook te maken met enkele processuele aspecten. Eén daarvan betreft de procedure tegen hoofdredacteur Sander Schimmelpenninck van Quote.
Woonplaats op kantoor van de advocaat?
Duthler wilde, naast de rechtspersoon waarin het tijdschrift Quote is ondergebracht, ook een veroordeling van hoofdredacteur Schimmelpenninck uitgesproken krijgen.
De advocaat van Duthler had, voorafgaand aan de procedure tegen Quote en Schimmelpenninck, aan de advocaat van Quote gevraagd of die ook voor Schimmelpenninck optrad. Ook wilde de advocaat van Duthler weten of zij beiden (Quote en Schimmelpenninck) in het kader van de aanstaande procedure woonplaats kozen op het kantooradres van de desbetreffende advocaat.
Als zowel Quote als Schimmelpenninck op het adres van de advocaat woonplaats gekozen zouden hebben - ook wel domicilie genoemd - had de deurwaarder de dagvaarding op dat kantooradres rechtsgeldig kunnen afleveren.
In dit geval had de advocaat van Quote alleen aangegeven voor beide partijen te zullen optreden. Hij had niet schriftelijk bevestigd dat die twee partijen ook woonplaats kozen op zijn kantooradres.
In het burgerlijk wetboek staat dat een domiciliekeuze schriftelijk dient te geschieden. Omdat Quote en Schimmelpenninck in dit geval niet schriftelijk bevestigd hadden woonplaats te kiezen op het adres van hun advocaat, was er geen sprake van schriftelijke domiciliekeuze.
Dagvaarding tegen hoofdredacteur Quote ongeldig
Door de dagvaarding te sturen naar het kantoor van de advocaat, zonder schriftelijke bevestiging vanuit Quote, was deze niet rechtsgeldig. De procedure was hierdoor op een verkeerde manier ingeleid.
Alleen omdat Quote toch in het geding verscheen, feitelijk dus vrijwillig, werd de zaak wel inhoudelijk behandeld.
Schimmelpenninck kwam echter niet opdagen. Omdat de dagvaarding aan hem niet rechtsgeldig was, kon de rechter dus niet anders dan deze dagvaarding nietig verklaren. Hierdoor is Schimmelpenninck feitelijk nooit in de procedure betrokken geweest.
Hein Hoogendoorn studeerde Nederlands recht en Fiscaal recht en is sinds 2008 advocaat. Sinds november 2013 is hij verbonden aan AMS Advocaten. Hein legt zich voornamelijk toe op het procederen en adviseren op het gebied van ondernemingsrecht, insolventierecht, verbintenissenrecht en incasso.