Het Openbaar Ministerie moet gaan vaststellen of de NAM zich schuldig heeft gemaakt aan het beschadigen van woningen, waarbij er mogelijk levensgevaarlijke situaties zijn ontstaan.
Dat heeft het Hof Arnhem-Leeuwarden donderdag bekendgemaakt.
Het hof heeft vastgesteld dat aanwijzingen bestaan dat de NAM zich schuldig heeft gemaakt aan “het beschadigen van woningen waardoor levensgevaar te duchten is”.
De officier van justitie wordt bevolen bij de rechter-commissaris een nader onderzoek te vorderen naar vernieling of beschadiging van gebouwen, voor zover daarvan levensgevaar voor een ander te duchten is. Het gaat om schade toegebracht door de NAM in de periode tussen 1 januari 1993 en 14 april 2015 in de provincie Groningen.
Eerder geen vervolging
Het OM liet eerder weten de Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM) niet te willen vervolgen, omdat dit onderwerp volgens het OM niet in het strafrecht thuishoort. Maar het hof beslist dat dat toch moet gebeuren. “Naar het oordeel van het hof is een onderzoek naar de bewijsbaarheid van dat feit ten onrechte achterwege gebleven. Een dergelijk onderzoek moet nu eerst worden verricht, waarna definitief kan worden beoordeeld of vervolging moet plaatsvinden.”
De zaak is aan het rollen gebracht door verschillende individuele klagers en de Groninger Bodem Beweging. Veel mensen in de provincie Groningen hebben onder meer schade aan hun huizen door aardbevingen, die veroorzaakt worden door de gaswinning daar.
De juristen die namens de Groninger Bodem Beweging om deze strafrechtelijke vervolging hadden verzocht, reageren verheugd op - wat zij noemen - "deze historische beslissing''.