- Olieprijzen stegen maandag in reactie op de militaire escalatie tussen de Palestijnse Hamas-beweging en Israël van afgelopen weekend.
- Hoewel er geen directe bedreiging is voor het olie-aanbod vanuit het Midden-Oosten, zien grondstofhandelaren toch risico’s.
- Vooral de positie van Iran wordt nauwlettend gevolgd.
- Lees ook: Als stijgende olieprijzen de vraag naar energie drukken, snijdt Saudi-Arabië zichzelf in de vingers – dat kan al snel gebeuren, volgens energieadviseur
De olieprijzen lieten maandagochtend een stevige stijging zien, na de verrassingsaanval van Hamas op Israël afgelopen weekeinde. De vrees voor een verdere escalatie van het conflict wakkerde de zorgen aan over de aanvoer van ruwe olie uit het Midden-Oosten.
De prijs van een vat Amerikaanse WTI-olie (van 159 liter) steeg met 4 procent tot 86,07 dollar. Brent-olie, de maatstaf voor olie uit Europa, het Midden-Oosten en Afrika, kost momenteel 3,7 procent meer op 87,72 dollar per vat.
Vorige week gingen de olieprijzen nog flink omlaag door een afzwakkende vraag naar benzine in de Verenigde Staten en zorgen over een recessie door de hoge rente. Ook de sterke dollar drukte de prijzen, omdat olie daardoor duurder wordt voor handelaren met andere valuta.
Of de vrees voor verstoring van het mondiale olie-aanbod realistisch is, moet nog blijken. Israel en de Palestijnse gebieden in de Gazastrook en de Westelijke Jordaanoever leveren geen significante hoeveelheden ruwe olie. Pas als grotere olieproducenten in het Midden-Oosten bij het conflict betrokken zouden raken, is er een kans op disruptie van het olie-aanbod. Maar dat lijkt voorlopig niet aan de orde.
Toch verdisconteren grondstofhandelaren een extra 'risicopremie' in de olieprijs. Hetzelfde is zichtbaar voor de goudprijs, die maandag omhoog ging. Goud wordt gezien als een veilige haven in onzekere tijden. Goud werd maandag ruim één procent duurder op 1.865 dollar per troy ounce (31,1 gram).
Israëlische sjekel onder druk op valutamarkt
De Israëlische centrale bank greep maandag in op de valutamarkt om de waarde van de Israëlische sjekel te ondersteunen. De Bank of Israel kondigde onder meer aan tot 30 miljard aan dollars verkopen als onderdeel van een programma om de financiële markten te steunen na de aanval door Hamas.
De sjekel is al sinds juli in waarde aan het dalen ten opzichte van de Amerikaanse dollar. Dat komt vooral door de sterke stijging van de Amerikaanse rente, die de dollar aantrekkelijker maakt. De Amerikaanse Federal Reserve heeft daarnaast aangegeven dat het rentetarief in de Verenigde Staten waarschijnlijk langer hoog zal blijven om de inflatie te bestrijden.
Ondanks de aankondiging van de steunoperatie van de centrale bank daalde de sjekel maandagochtend met 1,8 procent tot 3,9 sjekel per dollar. Dat is het zwakste niveau van de munt in zeven jaar.
De Amerikaanse dollar en de Japanse yen, die ook als veilige beleggingen worden gezien, stegen maandag in waarde op valutamarkten.
Steun Iran voor Hamas kan risico zijn voor olietoevoer bij Straat van Hormuz
De aanval van de Palestijnse Hamas-beweging en de Israëlische reactie daarop hebben afgelopen weekend al meer dan duizend doden geëist. Ook hebben de VS aangegeven oorlogsschepen naar de regio te sturen. De Amerikaanse zakenkrant The Wall Street Journal meldde daarnaast dat Iraanse veiligheidsfunctionarissen Hamas zou hebben geholpen bij het plannen van de aanval op Israël.
Iran is een belangrijke olieproducent en steunt de Hamas. Elke vergelding tegen Teheran zou de doorgang van schepen door de Straat van Hormuz in gevaar kunnen brengen.
Iran heeft vaker gedreigd dat belangrijke aanvoerkanaal te sluiten. Het land ontkende maandag echter betrokken te zijn geweest bij de aanval van Hamas op Israël, meldde de krant The Jerusalem Post. De Iraanse delegatie bij de VN gaf daartoe een verklaring uit. In de verklaring werd wel uitgesproken dat Iran de Palestijnen zonder voorbehoud zou steunen.
De gevolgen van de Israëlische aanvallen weergalmden zondag ook op de aandelenmarkten in het Midden-Oosten, waar flinke koersverliezen werden geleden.
De Aziatische beurzen lieten maandag een gemengd beeld zien. In Shanghai, waar beleggers terugkeerden na de landelijke vakantieweek, zakte de hoofdindex 0,7 procent. In Hongkong werd de ochtendsessie geschrapt vanwege een tyfoon en zal de aandelenhandel later op de dag worden hervat. De Australische beurs klom 0,3 procent. In Japan en Zuid-Korea waren de beurzen gesloten.