Hogere olieprijs, hogere prijzen van benzine en diesel. Daar is geen ontkomen aan.
De prijzen van ruwe olie stegen maandag fors, in reactie op de aanval op twee olie-installaties in Saudi-Arabië. Daarmee werd ongeveer 5 procent van de wereldwijde olieproductie stilgelegd. Waarschijnlijk duurt het nog weken voordat de productie is hersteld.
De prijs van Brentolie steeg in Singapore met maar liefst 19 procent tot 71,95 dollar per vat. Dat is de sterkste prijsstijging sinds het Brent-contract in 1988 werd gelanceerd. Daarna zakte de koers weer wat.
In Europa kostte een vat Brentolie maandag kostte 10,4 procent meer op 66,45 dollar per vat. Een vat Amerikaanse olie steeg 8,7 procent tot 59,63 dollar.
Om de impact van de aanval op de olieprijzen te verzachten, heeft de Amerikaanse president Donald Trump maatregelen aangekondigd. Zo heeft hij toestemming gegeven om olie van de strategische reserve van het land te gebruiken, mocht dat nodig zijn. Die reserve werd gevormd na de oliecrisis van 1973. De olie is opgeslagen in vier ondergrondse depots aan de Golf van Mexico in de staten Texas en Louisiana. “Meer dan genoeg olie!”, aldus Trump op Twitter.
Olie-installaties in Abqaiq en Khurais werden zaterdag door vermoedelijk meerdere drones getroffen. Op het olieveld van Abqaiq, in het noordoosten van het land, staat de grootste olieraffinaderij ter wereld. Het veld in Khurais, tussen de hoofdstad Riyad en de Perzische Golf, is een van de belangrijkste olievelden van het land. Aramco, de grootste exporteur van ruwe olie ter wereld, halveerde zijn olieproductie.
Voor de oliemarkten is de acute verstoring de ergste ooit, waarbij het verlies van de Koeweitse en Iraakse olie-aanvoer in augustus 1990 werd overtroffen. Destijds viel Sadam Hussein zijn buurland binnen. Het is ook groter dan het verlies van de Iraanse productie tijdens de Islamitische Revolutie in 1979.
Kenners wijzen er op dat de kwetsbaarheid van de Saudische infrastructuur, die tot nu toe als zeer stabiel werd gezien voor de oliemarkten, een nieuwe werkelijkheid is waar handelaren rekening mee moeten houden.
Benzineprijs stijgt mogelijk maandag al
De explosief stijgende olieprijzen gaan zeker een effect hebben op de benzineprijzen aan de pomp. De kans bestaat zelfs dat er vandaag al tankstations zijn die de prijs wat verhogen, denkt marktdeskundige Paul van Selms van UnitedConsumers.
Normaal gesproken worden de benzineprijzen op werkdagen vastgesteld. De prijzen voor zaterdag, zondag en maandag zijn dus al vastgesteld. "Dat staat in principe vast, maar afspraken kunnen doorbroken worden", aldus Van Selms. Hij voorziet in ieder geval voor dinsdag een prijsstijging van 1 tot 2 cent per liter bovenop de huidige adviesprijs.
Volgens Van Selms is de reactie op de oliemarkt, waar de prijs voor een vat Brentolie tot 20 procent steeg en Amerikaanse olie tot 15 procent per vat aandikte, vooral emotioneel. "Er zijn genoeg alternatieven om de productie op te vangen, en genoeg landen die wat extra willen produceren", zo weet hij. "Maar strategisch heeft het wel veel invloed, gezien het belang van Saudi Arabië. Dat gaat dus een prijsverhogend effect hebben, op termijn misschien wel van 5 cent per liter".
United Consumers merkt op dat er veel andere effecten spelen bij de prijsbepaling van bijvoorbeeld benzine. Zo speelt het vaste bedrag aan accijns dat in de prijs zit begrepen een belangrijke rol, evenals wisselkoerseffecten en concurrentie tussen pompstations. Een volledige doorberekening van de koersexplosie van de olieprijs naar de benzineprijs, zal volgens Van Selms dan ook niet plaatsvinden.
De adviesprijs aan de pomp voor benzine (Euro95) ligt nu op 1,744 euro per liter. Het record in 2012 was 1,895 euro per liter. Voor diesel is de adviesprijs 1,462 euro en voor lpg 0,763 euro per liter. Vaak gaan daar kortingen van af en zijn er bijvoorbeeld verschillen in prijs tussen onbemande tankstations en pompen aan de snelwegen.
Twijfel over beursgang staatsoliebedrijf Saudi-Aramco
De aanval met drones op het Saudische staatsoliebedrijf Saudi Aramco, zette zondag de beurshandel in het Midden-Oosten flink onder druk. Beleggers reageerden nerveus en kenners wezen op de schijnbare kwetsbaarheid van de oliefaciliteiten in het koninkrijk voor terreuraanslagen.
De Tadawul All Share-index zakte tussentijds meer dan 3 procent, waarbij de koersen van Al Rajhi Bank en petrochemische bedrijf Sabic de sterkste dalingen lieten zien. Ook graadmeters in de Verenigde Arabische Emiraten, Qatar, Koeweit en Bahrein gingen omlaag.
De Tadawul-index zag tijdens de sessie wel wat herstel en sloot met een min van 1,1 procent. Ook de verliezen van Al Rajhi Bank en Sabic liepen terug. Marktvorsers zagen daarin een teken dat staatsfondsen in het land de financiële markten betraden om de ergste druk van de koersen te halen.
Een aandelenstrateeg sprak van "een zeer gespannen situatie", die de toch al verhoogde risico's in de regio "tot ongekende niveaus" opvoert. Olie-installaties in Abqaiq en Khurais werden zaterdag door tien drones getroffen. Op het olieveld van Abqaiq, in het noordoosten van het land, staat de grootste olieraffinaderij ter wereld. Het veld in Khurais, tussen de hoofdstad Riyad en de Perzische Golf, is een van de belangrijkste olievelden van het land. Aramco, de grootste exporteur van ruwe olie ter wereld, halveerde zijn olieproductie.
Analisten denken overigens niet dat de al tijden in de maak zijnde megabeursgang van Saudi Aramco, die in principe gepland staat voor 2020 of 2021, echt in gevaar komt. Wel kan de drone-aanval de waardering van het concern onderuit halen, als Saudi Aramco niet in staat lijkt om bijvoorbeeld effectief terrorisme aan te pakken. De gang naar de aandelenmarkten van de oliegigant wordt nu al de grootste beursgang ooit genoemd.