- De protesten in China tegen het extreem strenge Covid-beleid van president Xi Jinping zorgen maandag voor lagere olieprijzen.
- De onrust in China kan het herstel van de economie vertragen en daarmee de vraag naar energie afremmen.
- Aziatische beurzen noteerden maandag lager.
- Lees ook: Zo wil China de macht van de dollar breken
De beurzen in Azië stonden maandag eensgezind lager. Beleggers zijn voorzichtig vanwege de onrust in China, waar de protesten tegen het strenge coronabeleid aanzwellen. Het land is de tweede economie van de wereld.
Honderden mensen gingen dit weekend de straat op om te protesteren, onder meer in Beijing, Shanghai, Guangzhou en Chendu. Ze eisten dat de strenge maatregelen worden opgeheven. Eerder wakkerde de versoepeling van een aantal maatregelen de hoop aan dat het beleid minder streng zou worden. Een dodelijke brand in de regio Xinjiang op donderdag was de aanleiding voor de protesten, de grootste demonstraties in jaren.
De protestgolf is voor het China van de laatste jaren ongekend in omvang. Meest opvallend is dat sommige demonstranten zelfs oproepen tot het vertrek van president Xi Jinping. Dat is zeer riskant, aangezien Xi het behoud van het machtsmonopolie van de Communistische Partij en daarmee dus ook zijn eigen macht, als één van de belangrijkste ideologische voorwaarden ziet voor de toekomst van China. Keihard ingrijpen van de Chinese autoriteiten tegen elke vorm van directe kritiek tegen de hoogste leider ligt dan ook voor de hand.
De Hang Seng-index in Hongkong noteerde maandag tussentijds ruim 2 procent lager en in Shanghai stond een min van 1,4 procent op de borden. Casino-uitbaters als MGM China, Wynn Macau en Sands China stonden bij de winnaars met winsten tussen de 5 en 14 procent. Het Aziatische gokparadijs Macau maakte bekend de vergunningen voor de casinobedrijven met tien jaar te verlengen.
Ook elders in Azië was het sentiment negatief. De onrust in China zorgde onder andere voor een daling van de olie- en grondstofprijzen. De problemen tasten de risicobereidheid van investeerders aan en zorgen voor troebele vooruitzichten voor de energievraag.
De Nikkei-index in Tokio verloor 0,4 procent en in Seoul zakte de Kospi 1,4 procent. Ook in Australië stond een min op de borden. De All Ordinaries in Sydney daalde 0,4 procent. Uit nieuwe cijfers bleek dat de koopbereidheid onder Australische consumenten minder is geworden.
Olieprijs zakt naar laagste niveau sinds december 2021
Ook olieprijzen zijn gezakt, tot het laagste niveau sinds december vorig jaar, als gevolg van de onrust in China.
De prijs van een vat Amerikaanse olie zakte maandagochtend met 3 procent tot 73,98 dollar. Brentolie werd 2,9 procent goedkoper op 81,24 dollar per vat.
China is de grootste olie-importeur ter wereld. De protesten tegen het strenge coronabeleid in het land veroorzaakten een uitverkoop in grondstoffen. Ook werd de dollar een toevluchtsoord voor investeerders. De hogere dollarprijs maakt grondstoffen weer minder aantrekkelijk om in te investeren.
De olieprijs kent al een tumultueuze twaalf maanden met grote schommelingen. Dat is mede onder invloed van de oorlog in Oekraïne, aangescherpt beleid van centrale banken om de inflatie te bestrijden en de niet aflatende pogingen van China om corona uit te roeien. De afgelopen dagen waren diplomaten van de Europese Unie ook verwikkeld in besprekingen over een prijsplafond voor Russische olie.
Ook aan de pomp in Nederland is de aanhoudende daling van de olieprijzen te merken. De adviesprijs voor een liter Euro95 ligt volgens consumentencollectief UnitedConsumers op 1,943 euro. Voor een liter diesel is dit 1,916 euro. De brandstofprijzen doken eerder deze maand onder de 2 euro en zijn sindsdien dus verder gedaald.
In juni dit jaar piekte de prijs voor benzine nog op ruim 2,50 euro per liter. Diesel stond in maart, kort na de Russische inval in Oekraïne op 2,375 euro per liter. Pomphouders kunnen overigens wel afwijken van de adviesprijzen van de grote oliemaatschappijen. Doorgaans betalen automobilisten die prijzen alleen langs de snelweg. Bij pompstations elders liggen de prijzen vaak lager.
Logistieke problemen in China door Covid-maatregelen leiden tot voedselvernietiging
China's strenge coronamaatregelen laten veel boeren in het land geen andere keuze dan de gewassen te vernietigen die zij niet langer weten te verkopen. Er ontstaan daardoor steeds meer zorgen over voedseltekorten, die leiden tot woede op sociale media. Het vervoer van gewassen wordt bemoeilijkt door quarantaineverordeningen en door coronagerelateerde verkeerscontroles op de wegen.
Groenten als kool, radijs en spinazie worden momenteel geoogst in China, maar blijven veelal steken op het platteland. Vrachtwagens en handelaars willen of kunnen door de coronaregels de dorpen niet in om de landbouwproducten op te halen.
Op online circulerende video's is te zien hoe sommige boeren hun gewassen dumpen, omdat zij moeite hebben hun oogst te verkopen. Verschillende media meldden dat groentegewassen worden vernietigd in belangrijke producerende regio's als de provincies Shandong en Henan.
iPhone-maker Foxconn beidt bonus van ruim €1.500 voor werknemers in Chinesefabriek
De Taiwanese elektronicafabrikant Foxconn biedt bonussen van 1800 dollar (zo'n 1740 euro) aan bestaande werknemers in zijn fabriek in Zhengzhou. De belangrijke leverancier van het Amerikaanse Apple hoopt daarmee het personeelsniveau op peil te behouden om de grootste iPhone-fabriek ter wereld draaiende te houden.
Eerder bood Foxconn, ook bekend als Hon Hai Precision Industry, al een financiële vergoeding aan van omgerekend zo'n 1300 euro aan medewerkers van de iPhone-fabriek die wilden vertrekken na de opstand bij de fabriek vorige week.
Arbeiders van de fabriek in Zhengzhou stormden afgelopen week de slaapzalen uit, na toenemende onrust over coronabesmettingen en het strenge lockdownbeleid. Daarbij kwam het tot confrontaties met bewakers van het complex. Foxconn wilde met die bonus vooral de nieuwkomers die hadden deelgenomen aan gewelddadige protesten aanmoedigen om te vertrekken.
Bij de ongeregeldheden speelde boosheid over loonbetalingen ook een rol. Zo zou een beloofde uitbetaling van 3000 yuan (ruim 400 euro) voor dertig dagen werk ineens zijn verlaagd naar 30 yuan. Foxconn heeft excuses aangeboden voor een "technische fout" binnen zijn systemen voor loonbetalingen.
De hoge bonus om te blijven weerspiegelt de dringende noodzaak van Foxconn om de assemblagelijnen weer op volle snelheid te krijgen na een maand van strenge coronamaatregelen en de protesten van vorige week. Op de campus van Zhengzhou, waar normaal meer dan 200.000 medewerkers wonen en werken, wordt de overgrote meerderheid van de nieuwe iPhone 14 Pro en Pro Max van Apple gemaakt. Na de protesten zouden meer dan 20.000 nieuwe medewerkers zijn vertrokken.
Apple waarschuwde deze maand al dat de leveringen van zijn nieuwste premium iPhones lager zullen zijn dan eerder verwacht. Dat is een domper voor het Amerikaanse techbedrijf vlak voor het belangrijke feestdagenseizoen.