De Dow-Jonesindex van dertig hoofdfondsen sloot 0,5 procent in de plus op
8212,41 punten. De breder georiëntereerde S&P 500 won ook 0,5 procent tot
877,52 punten. De technologiebeurs Nasdaq ging 0,1 procent omhoog tot een
stand van 1719,20 punten.

De koersen van energiefondsen werden gestuwd door een hogere olieprijs.
Handelaren telden op de termijnmarkten 3,4 procent meer, ofwel een prijs van
net iets minder dan 53 euro neer voor een vat Amerikaanse ruwe olie.

Olieconcerns ExxonMobil en ConocoPhilips plusten respectievelijk 2 en 3,7
procent. Chevron bleef iets achter met een winst van 1,2 procent. Het
olieconcern maakte vrijdag tegenvallende kwartaalcijfers bekend.

Autoverkopen omlaag
De autoverkopen daalden in april tot het laagste punt in bijna dertig jaar.
General Motors meldde een 34 procent lagere verkoop, terwijl Ford 32 procent
minder auto’s verkocht. De koersen van de autofondsen daalden
respectievelijk 5,7 en 4,9 procent.

Creditcardmaatschappij MasterCard stelde beleggers en analisten teleur. De
onderneming gaf bij de presentatie van zijn eerstekwartaalcijfers een
omzetwaarschuwing en liet ook weten dat het aantal afgerekende transacties
in april is blijven teruglopen. MasterCard ging 5,8 procent achteruit.
Concurrent American Express ging mee in de malaise en daalde 3,7 procent.

Verder stonden de stress testen voor banken die volgende week gepubliceerd
worden in de belangstelling. "Het feit dat de publicatie ervan naar achteren
is geschoven (van 4 naar 7 mei) zie ik als een negatief teken'', aldus een
Amerikaanse handelaar. Citigroup en JPMorgan Chase daalden respectievelijk
2,6 en 1,6 procent.

De euro noteerde 1,3265 dollar. Bij het slot van de Amerikaanse beurzen
donderdag stond de Europese munteenheid nog op 1,3225 dollar.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl