Oliehandels- en raffinageconcern Gunvor heeft de stekker getrokken uit een programma waarmee honderden miljoenen euro’s werden geïnvesteerd in de Rotterdamse en Antwerpse raffinaderijen van het bedrijf.
Dat schrijft het FD dinsdagochtend.
Uit een interne memo van CEO Torbjörn Törnqvist, in handen van de krant, blijkt dat ook de verkoop van de opslagterminal bij de Rotterdamse raffinaderij is opgeschort.
Gunvor was al begonnen aan de bouw van een nieuwe fabriek op het terrein in Rotterdam, maar heeft daar alle activiteiten stilgelegd.
Het is een flinke tegenvaller voor de Rotterdamse haven. De fabriek zou dienstdoen voor de productie van schone scheepsbrandstoffen en paste daarom juist in het streven van het Havenbedrijf naar een meer toekomstbestendige havenindustrie, aldus het FD.
De krant maakt uit de verklaring van topman Törnqvist op dat de investering in schonere brandstoffen niet meer uit lijkt te kunnen. Die conclusie trekt het FD uit 'enigszins cryptische' passages over veranderde economische aspecten en een lager geschat rendement op de investering.
Törnqvist spreekt verder van een 'zeer competitieve handelsomgeving' die de inkomsten van het concern drukt. In 2017 werd een nettowinst gerealiseerd van 162 miljoen dollar op een omzet van 63 miljard. Die winst is bijna een halvering ten opzichte van het jaar ervoor (315 miljoen dollar).
"Gezien de financiële opties is dit project te riskant om het op dit moment te ondernemen", aldus de CEO.
De topman van Gunvor benadrukt dat er geen sprake is van een definitieve annulering van de investering. De huidige productie van brandstoffen gaat door en het concern zoekt een externe partner voor de investering "of naar een andere manier om het extra vereiste eigen vermogen te verhogen".
Dat laatste duidt er volgens het FD op dat de financierende banken zwaardere eisen hebben gesteld aan de investering.