Beleggers besloten om vlak voor het weekeinde geen grote risico’s meer te
nemen. Energiefondsen waren wel in trek door een lichte stijging van de
olieprijs.
Ook zorgden het aflopen van optiecontracten op individuele aandelen en indices
voor wat extra handel. Elke derde vrijdag van de maand lopen optiecontracten
af. Handelaren moeten dan posities in aandelen innemen om aan hun
verplichtingen te kunnen voldoen. "Handelaren anticiperen op de aflopende
optiecontracten en dekken hun posities af. Dat zorgt voor meer
beweeglijkheid binnen een bepaalde bandbreedte”, aldus een
vermogensbeheerder in Chicago.
Dow-Jones
De Dow-Jonesindex van dertig grote fondsen sloot 0,2 procent hoger op
10.450,64 punten. De breder georiënteerde S&P 500-index was de gehele dag
praktisch onveranderd en eindigde 0,1 procent hoger op 1117,51 punten. De
door technologiefondsen gedomineerde Nasdaq won 0,1 procent op 2309,80
punten.
Grondstoffenbedrijven trokken de kar in New York. In de Dow was ExxonMobil een
van de grootste stijgers met een winst van 0,8 procent. Chevron klom 0,3
procent en Du Pont werd 1,5 procent meer waard. De prijs voor een vat ruwe
Amerikaanse olie ging 0,8 procent omhoog tot 77,39 dollar.
Hayward van ramp gehaald
Het Britse BP, met een beursnotering in New York, eindigde 0,2 procent hoger.
Bestuursvoorzitter Tony Hayward heeft niet langer de dagelijkse leiding over
de bestrijding van de olieramp in de Golf van Mexico, zo werd vrijdag
bekend. Hayward werd donderdag zwaar onder vuur genomen tijdens een
hoorzitting van de commissie Energie van het Amerikaanse Huis van
Afgevaardigden.
De grootste stijger in de Dow was bankconcern JP Morgan met een plus van 1,9
procent, een fonds dat in de top-tien zat van meest verhandelde
optiecontracten. Farmacieconcern Pfizer stond onderaan met een 1,7 procent
lagere koers.
Op de valutamarkt noteerde de euro, die al twee weken de opgaande lijn te
pakken heeft, op 1,2380 dollar.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl